Winnietoe!
Simon Dros
<£-
3>
moest je onder het viaduct door om er te komen. Als je er
onder stond en er een trein overheen kwam, maakte dat
veel lawaai; voor Wim en Harry geweldig! Ome Rennie
woonde nog thuis bij oma, eerst alleen, later met zijn
vrouw tante Willie want er was nog veel woningnood in
die tijd. Als hij tijd had ging hi) met de jongens op stap
de stad in, naar Artis en andere bijzondere dingen in de
stad. Ome Bert en tante Hanny woonden in de nieuwe
flats in Geuzenveld, helemaal aan de andere kant van de
stad. Op 2-hoog aan een galerij; vreemde huizen voor jo-
chies van Texel. Harry en Wim hebben daar ook wel eens
een paar dagen gelogeerd en kregen dan boterhammen
met pindakaas en hagelslag, zeer speciaal!
Mijn eerste herinneringen aan logeren bij oma zijn van
begin jaren 60. Met mijn moeder en Joost en Cor gingen
we er heen. Het was een lange reis. In Amsterdam vond
ik de tram geweldig. Dat spoor in de straat, dan uitstap-
pen en door het Oosterpark naar oma lopen. Een groot
park met veel bomen. De tantes naast oma waren bijzon-
der en ze waren niet getrouwd. Je ging de trap van de ve
randa af, klom over het hekje en dan kwam je op de ve
randa van de tantes. Daar zat altijd een poes. Een van de
tantes droeg een pruik, die ze wel eens verkeerd om op
had. Alleen buitenspelen en boodschappen doen in de
buurt, dat was spannend. Ik heb er goede herinneringen
Na de oorlog was speelgoed schaars voor opgroeiende
jongens van klas 4, 5 en 6. Omdat we een lokaal deelden,
waren we na schooltijd ook vaak samen aan het spelen.
Een geliefd spel was dat van Winnietoe. De ridders
waren ook in trek. Er waren perioden dat we alleen nog
maar met zwaard en schild rondliepen. Dan werden twee
partijen gekozen en werd in het Bossie [het Doolhof de
strijd volgens plan gestreden. Bij het besluipen van
elkaar was een tekort aan struikgewas niet van belang als
je maar als eerste riep: 'Je sag me niet!'
Als we van Winnietoe speelden, gewapend met pijlen
en boog, was het van belang dat het sluipen zeer zacht-
jes werd gedaan. Je was er bij als je plotseling hoorde:
'Ik sag je!'
Schietwedstrijden werden apart gehouden. De bogen
maakten we van taaie takken en de pijlen van rechte
rietstengel. De dop was van een stukje wilgentak, aan
een kant gesneden tot een platte punt. De tak is van bin-
nen hoi en daarin bevindt zich een witte, zachte vulling.
De rietstengel kon daarin worden gedrukt en kwam er
dan vast in te zitten. Het was niet gemakkelijk om het
doel (een doos) te raken, want de rechte rietstengels ver-
toonden diverse afwijkingen. De pijlen zwabberden dan
ook door de lucht. De gelukkigste werd winnaar.
VrtlicMS-WV;
W. AC
Cv\ vVwfcjiA S»vCj"eLtAA
i ---
Tekening jan Aris Eelman
Nummer 117, december 2015
Historische Vereniging Texel
41