mocht ik dan klaarzetten. In elke een schepje cacao en
suiker en dan maar roeren met wat koude melk, zodat
het een glad papje werd. Ondertussen stond de melkko-
ker op het gas en moest ik uitkijken dat het niet over-
kookte! Tegen de middag waren de kamers 'op orde' en
maakten we wat te eten. Op zaterdag moest dat makke-
lijk, net zoals op maandag trouwens, de wasdag.
Het menu was soep uit een pakje van California met een
blikje soepballen van Homburg, daarna volgde vaak een
traditionele gang, zoals dikke grutten, stijve gries met
stroop of stijve rijst met boter en kaneel. Heel af en toe
pannenkoeken of wentelteefjes, als er brood over was.
Vitaminerijk? Ach, daar hield men zich niet zo mee bezig
in die tijd; het vulde in ieder geval wel goed!
Na het eten was het even stil in huis. Moeder deed een
dutje in haar stoel en mijn vader lag gewoon op de
grond, een bank hadden we niet.
Als dat achter de rug was, begon de 'arbeid' weer. De
winkel ging weer open en in huis verplaatste het werk
zich naar de keuken. Ook die kreeg na de afwas de weke-
lijkse beurt. Eerst de afwas doen en daarna de tegels af-
nemen en het aanrecht, ook achter en onder de gasstel en
petroleumstel. Deze laatste gebruikten we nog om vlees
te sudderen en peertjes te stoven, etcetera.
Ook het gasstel kreeg een extra beurt en niet te vergeten
de pannenplank. Handige sopdoekjes waren er toen niet,
of zonde om te gebruiken. Oude lappen waren er ge-
noeg, zoals een stuk hemd of een versleten theedoek.
Als alles schoon was, dan werden alle schoenen verza-
meld en op het aanrecht gezet en kwam de schoenen-
poetsmand voor de dag. Eerst de juiste kleur schoen-
smeer erop met een oud doekje, even laten intrekken en
dan begon het uitpoetsen, eerst met de borstel en dan op-
wrijven met een zachte doek.
Zus Marian
I bakt oliebollen.
Ondertussen was het theetijd geworden. Na al die klus-
sen was ik zelf aan de beurt: in de tobbe! Eindelijk!
Hoewel we al een douche in huis hadden, ging ik liever
in de tobbe. Daar kon ik langer in blijven zitten en lekker
spelen. Water over mijn hoofd, zoals in de douche, vond
ik niet fijn. In de winter was het ook erg koud in de
douche; je stond gewoon te bibberen! De tobbe waar ik in
ging moest eerst uit de schuur gehaald worden. Het eer-
ste deel van het warme water dat nodig was om hem te
vullen kwam uit de geiser, de tobbe moest daarvoor op
het aanrecht gezet worden. De rest werd verder opge-
vuld met heter water uit een keteltje als de tobbe op de
grond gezet was. Dat moest zo, omdat de tobbe anders te
zwaar zou worden om te tillen. In die tijd geen lekker
badschuim! Met een stukje zeep en een washandje kon je
je wat inzepen. Met de tobbe in de deuropening naar de
kamer, stoelen aan de kant, kon ik mooi televisiekijken
op zaterdagmiddag.
Pipo de Clown of Okkie Trooy, dat wilde ik voor geen
goud missen! Het gebeurde regelmatig dat er mensen
van buiten in en uit liepen terwijl ik zo in de tobbe tv zat
te kijken. Iedere keer kreeg ik dan een straal koude lucht
over m'n lijf. Om te rillen was het, vooral in de winter. Ik
probeerde dan zover als mogelijk in het water weg te
duiken, dat lukte altijd maar half. De tobbe was gewoon
te klein.
Van de zeep werd het water al snel ondoorzichtig grijs
met vaak wit schuim aan de randen. Haren wassen op de
knietjes bij de teil of op een stoel bij het aanrecht. Als het
water koud geworden was kroop ik er uit en droogde me
af en kreeg schoon ondergoed. De borstrok die ik in de
winter droeg had ik 14 dagen aan. Maar ik was in ieder
geval schoon en de ongemakken van de tobbe waren al
snel weer vergeten.
Nummer 117, december 2015
Historische Vereniging Texel
25