/■r^y
r m
y r n
f— mill
Willem Mooij was hierbij. Aan boord van de Koninginne
Ester bleven stuurman Albert Hellebaard, koksmaat
Johan Lodewijks en de jonge Jan Mooij. Ook mochten de
drie passagiers aan boord blijven. Jan Willemsz Mooij,
vijftien jaar, aan boord met kapers, zijn vader weg op een
ander schip. Best heftig.
Naar Liverpool
Stuurman Hellebaard kreeg opdracht om naar Liverpool
te zeilen. Ze zijn daar aan land gegaan en in de gevange-
nis gezet. Dat was de 'gewone' procedure met de beman-
ning van in beslag genomen schepen. Op 10 maart wer-
den de stuurman, de koksmaat en Jan verhoord, in het
Engels! Ze moesten alle drie op 32 vragen een antwoord
geven. Zo staat er dan: Jan Willemsz Mooij of the village of
the Koog, island Texel, mariner, aged fifteen years or there
about. Hij verklaarde verder dat hij altijd in De Koog ge-
woond had, dat hij een inwoner van Holland was, dat hij
de kapitein al een jaar kende, dat hij niet goed wist wie
de reder van het schip was, dat ze op Curasao gelost en
geladen hadden, dat het schip twee kanonnen, vier kruit-
musketten, een pistool en wat kruit aan boord had. En
dat hij zelf meel, ander proviand, zeilkleren en verschil-
lende droge kleren bij hem had. Hij sloot de verklaring af
met een prachtige handtekening.
Ondertussen zat vader Willem nog op het kaperschip de
Tom. Na wat omzwervingen op zee kwamen zij 24 april
aan in Cork in Ierland. Daar hoorden ze dat de Koninginne
Tekening van J. Stellingwerf circa 1740, collectie NHA
Ester en de lading inmiddels verkocht waren. Kapitein
Noster werd vrijgelaten. Vader Willem en de andere be-
marmingsleden belandden in de gevangenis.
Wat er met Jan gebeurde in Liverpool is niet duidelijk.
Wist hij dat zijn vader ook in een gevangenis zat?
Hebben ze nog contact gehad? Hoe lang heeft hij vast ge-
zeten? In augustus 1781 was er een krijgsgevangenenruil
met Engeland. Was hij hierbij?
Heel veel vragen en geen antwoorden. Wei duidelijk is,
dat hij wel thuis is gekomen. Hij voer later als matroos,
onder andere bij de Texelse kapitein Frans Roos.
Met vader Willem Fransz Mooij liep het minder goed af.
Hij overleed in September 1781 in de gevangenis. Een
drama voor de familie Mooij uit De Koog. Vrouw en
moeder Antje machtigde in januari 1782 de Texelse kapi
tein Feije Zwart om de gage van zowel haar overleden
man als van zoon Jan te innen bij de rederij in
Amsterdam. Ze konden het geld goed gebruiken.
Veertien jaar en je vertrekt met je vader naar het verre ei-
land Curasao. Vijftien jaar en je komt na anderhalf jaar
weer terug op het eiland Texel en bij je moeder in De
Koog.
Zonder vader, best heftig!
12
Historische Vereniging Texel
Nummer 117, december 2015