1 U i Post uit Amsterdam Gre Dros Mijn moeder, Leentje Witte, dochter van Jan Maarten Witte en Elisabeth (Betje) Visman werd op 2 januari 1903 geboren bij de molen van De Cocksdorp, in een huisje aan de overkant van de weg. Haar vader was molenaar en vrachtrijder. Ze had een aangeboren heupgebrek en was "mank", dat kwam vroeger vaker voor. De molen van Cocksdorp, rechts J.M. Witte, links van hem in de deuropening zijn vrouw Betje en hun dochtertjes Leentje en Lientje Historische Vereniging Texel Het huisje tegenover de molen Toen ze een jaar of zes was, werd bekend dat in Amsterdam een arts was (misschien een professor?) die deze kwaal kon behandelen. Vader Witte schreef een brief aan deze arts. Hij kreeg een persoonlijke brief terug. De dokter schreef dat een behan- deling alleen gedaan kon worden bij kinderen tot vier jaar, tot een bepaald gewicht. Oudere en zwaardere kin deren konden niet geholpen worden. Nu was mijn moe der tenger en klein voor haar leeftijd, dus na nog een brief van vader Witte mocht ze komen, in het Diaconessenhuis aan de Keizersgracht. Ze moest drie maanden in het gips. Het zal niet gemakkelijk geweest zijn voor zo'n klein meisje, ver van huis en ouders. Veel bezoek kreeg ze niet, alleen zo nu en dan een lieve tante uit Purmerend. Na drie maanden kwam ze thuis en er was inderdaad een verbetering. Maar er volgde een tweede behandeling. De oproep daarvoor was dit persoonlijke kaartje van de hoofdzus- ter! Zij schreef: 22 maart 1910 Tbedank jewel voor je brief, 't Deed me genoegen te hoo- ren, dat het je goed gaat. Wil je aan je moeder zeggendat we je graag na Paschen weer hier willen ontvangen }e m eder schnjft me dan nog wel welken dag je komt, dan i!indt je je bedje weer klaar. Vindt je dit niet een moote briefkaart van ons huis. Met vriendelijke groeten. Zr. Ledeboer. Keizersgracht 810 Amsterdam. Nummer 116, September 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2015 | | pagina 6