1 Herdenkingsalbum Tiele (collectie Rijksmuseum, foto A. Vrijman) binaatrelaties groeiden uit tot hechte, bestendige relaties en soms zelfs tot huwelijken. De gemengdbloedige kin- deren uit deze relaties werden Indo's genoemd. Het was gebruikelijk, zeker wanneer de vader een goede functie had, om deze kinderen voor hun opvoeding naar Europa te sturen, waar zij bovendien meer kans kregen om zich te ontwikkelen. Waarschijnlijk was dit de reden waarom Klaas besloot om zijn kinderen toe te vertrouwen aan zijn vader en moeder in Den Hoorn. Volgens Baay gingen de meeste Indo-kinderen, nadat zij hun opleiding hadden voltooid, terug naar hun geboorteland, zo ook Klasina na de lagere school en Adriana na het behalen van haar onderwijsakten. Uit de overlijdensakte van Klaas d.d. 12 mei 1885 te Timbang Langkat blijkt dat hij toen getrouwd was met Hendrika Maria Keetelaar. Ze was al eerder, in 1881, we- duwe geworden en hertrouwde in 1890 met een kapitein van het Indische leger. Wat Klaas Rab uiteindelijk heeft doen besluiten om van het vredige Texel naar het roerige Atjeh in Sumatra te gaan is niet helemaal duidelijk. Ging hij eerst als militair naar Atjeh in Noord Sumatra of kreeg hij een aanbod om administratief medewerker te worden op een plantage aldaar? Klaas was uitgeloot en vrijgesteld van militaire dienst, maar hij stond wel geboekt in het militieregister als korporaal bij het Instructie Bataljon. Op 17 mei 1869, hij was toen amper 18 jaar, ging hij naar Kampen en volgde daar een opleiding bij het Militair Instructiebataljon. Daarnaast bekwaamde hij zich van 1871 tot 1873 in de schermkunst, zoals blijkt uit drie fraaie documenten die recent opdoken uit een vergeten doos op de zolder van een neef. De naam Klaas Rab vond ik echter in geen enkel militair archief van het Nationaal Archief te Den Haag en daarom denk ik dat hij niet als militair naar Atjeh is vertrokken. Echter, ook op geraad- pleegde passagierslijsten van schepen die naar Batavia voeren, komt zijn naam niet voor. Vermoedelijk heeft Klaas tijdens zijn opleiding in de tabaksplaats Kampen contacten gelegd voor zijn vertrek naar een tabaksplan- tage in het toenmalige Nederlands Indie. In het Hanze stadje Kampen aan de IJssel, startte in 1826 Johann Lehm-Kuhl uit Bremen de eerste tabaksfabriek. In 1850 waren er reeds 35 fabrieken waar vrijwel uitsluitend siga- ren werden gemaakt. Nu resteert in Kampen alleen nog de sigarenfabriek "De Olifant". De tabak kwam vooral uit het district Deli in het noordoosten van Sumatra. Klaas had zich misschien goed voorbereid op zijn vertrek naar Nederlands Indie, maar kon zich geen voorstelling maken van wat hem aldaar te wachten stond. Degenen die in Indie verbleven of zij die terugkeerden, schetsten vaak een rooskleurig beeld van hun belevenissen, want het kwam niet te pas om over teleurstellingen te praten. Het is jammer dat niet meer brieven van Klaas bewaard zijn gebleven, want hij had duidelijk wel behoefte om ook over problemen en gebeurtenissen te schrijven, zo blijkt uit de brief die hij schreef aan zijn nicht Trijntje. Toen hij op de plantage Arendsburg aankwam, was daar een uiterst gespannen verhouding tussen de Europese planters en de plaatselijke bevolking. Atjeh was van de "*V t-i 60* CO* /-tA Laatste gedeelte van de brief die Klaas Rab aan zijn nichtje Trijntje de Jager stuurde 16e tot en met de 19e eeuw onderdeel van een Sultanaat. De voornamelijk islamitische bevolking was (en is nog steeds) zeer gesteld op zijn onafhankelijkheid. Dat kwam de Nederlanders toen niet goed uit, want zij wilden steeds meer en grotere plantages aanleggen. Na diverse gevechten tussen "inboorlingen"en blanken" ver- klaarde Nederland in 1873 Atjeh de oorlog. Een langdu- rige, gewelddadige en bloedige strijd volgde. Pas in 1904 lukte het generaal Van Heutsz om geheel Atjeh te bezet- ten. Vele jonge Nederlanders kwamen om tijdens deze oorlogen of overleden als gevolg van tropische aandoe- ningen. Klaas is gestorven aan de gevolgen van cholera, een in- fectieziekte veroorzaakt door de bacterie Vibrio cholerae. De ziekte wordt overgebracht door besmet water, veroor zaakt heftige diarree en uitdroging en kan, onbehandeld, binnen 24 uur dodelijk zijn. Met vochttoediening en me- 28 Historische Vereniging Texel Nummer 116, September 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2015 | | pagina 30