De zoektocht naar twee Indische meisjes op Texel Wim Vrijman Mijn overgrootvader Klaas Rab stuurde in januari 1877 vanuit Nederlands Indie een brief naar zijn nichtje Trijntje de Jager in Den Hoorn. Daarin vertelde hij iets van zijn belevenissen. De brief kwam uit het bezit van Kees de Jager die deze op zijn beurt ge- kregen had van Jan Boon. Ik wilde wel eens weten wat in die brief stond en ofik daaruit iets te weten kon komen over het reilen en zeilen van Klaas Rab, zijn partner en hun in Indie geboren kinderen, die op jonge leeftijd naar Texel kwamen. Dit leidde tot een oproep van Kees de Jager en mij in het dorpsblad De Hoornder, met de vraag ofiemand gegevens had over twee meisjes van half Nederlandse en half Indonesische herkomst, zo genoemde Indische meisjes, die omstreeks 1884 in Den Hoorn zouden hebben ge- woond. De meisjes waren geboren uit de verhouding van Klaas Rab en een Indonesische vrouw. Zou iemand, zo vroegen wij ons af, uit de geschiedenis van zijn eigen familie nog iets weten over de twee bruingekleurde meisjes, die ooit in Den Hoorn leefden en die stellig opvallende verschijningen waren tussen die witte Hoornder kinderen. Op dit stuk werd vrijwel onmiddellijk gereageerd door Piet Witte uit Den Burg die ons aan vele gegevens heeft geholpen. De zoektocht naar de plek waar de twee kinderen van Klaas Rab zijn opgegroeid en het reilen en zeilen van Klaas werd een speurtocht door archieven, documenten en koloniale geschiedenis en leidde tot dit artikel. Klaas Rab is geboren op 25 april 1851 in Den Hoorn te Texel. Hij is de zoon van Aris Rab, geboren 3 april 1820, overleden 17 mei 1903 en Marretje Vos, geboren 21 juli 1820, overleden 8 maart 1906. Klaas Rab is omstreeks 1875 naar voormalig Nederlands-Indie vertrokken en als admi- nistrateur gaan werken bij de ondememing Mariendal, sinds 1872 een grote tabaksplantage op Deli in het oosten van Sumatra. "Slamat toan baroe", schrijft Klaas Rab op 26 december 1876 in de bewaard gebleven brief aan zijn nichtje Trijntje P. de Jager, die woonde op het Klif in Den Hoorn. Hij wenst haar een gelukkig nieuwjaar toe in het gebrekkige Maleis dat hij zich heeft aangeleerd. De tabak die uit die Het portret van Klaas Rab in het fotoalbum van Wim Vrijman streek kwam, was van een uitzonderlijk goede kwaliteit en op de pas aangelegde plantage kon dan ook snel veel geld worden verdiend. In zijn brief verbaasde Klaas zich over de verscheidenheid aan mensen die daar werkzaam waren. Er werkten op de plantages Batakkers, Chinezen, Arabieren, Hindoestanen, Klingalezen en Europeanen. Allen koesterden hun eigen cultuur, vooral om zich staande te houden in die vreemde, onbekende wereld vol onzekerheden. Klaas, inmiddels 25 jaar oud, schrijft in zijn brief onder andere dat "de man onder de vrouwelijke pantoffeltjes staat" en "dat de vrouwen hier baas zijn, om- dat er weinig getrouwde lui zijn". "Het is", schreef hij "een groot vooregt om een Europeesche vrouw te hebben, omdat je dan nog eens het een en ander kan bepraten en zoo met gevoelt, dat je niet in Europa bent". In die tijd was er bij de Batakkers, de stam temidden waarvan Klaas werkte, nog sprake van een matriarchaat, een maatschap- pij waarin vrouwen en vrouwelijke cultuur het voor het zeggen hebben. Dat was waarschijnlijk even wennen voor Klaas, die een relatie was aangegaan met de, volgens ver- halen, dochter van een sultan, mevrouw Mas Tinah. Hij wordt vader van twee dochters en beiden krijgen de naam Rab. Op 16 november 1877 wordt Adriana Maria geboren en op 9 juli 1879 Klasina Katharina Geertruida Antje. De dochters van Klaas Rab zijn in 1882 vanuit Sumatra naar Texel gestuurd en op 27 oktober 1882 wer- den zij ingeschreven in de gemeente Texel. Klasina Rab was toen net drie jaar oud en haar zus Adriana werd een maand later vijf jaar. De zusjes kwamen terecht bij de ou- ders van Klaas, Aris Rab en Marretje Vos in Den Hoorn. Het moet voor Aris en Marretje een verrassing zijn ge- weest, dat zij op 62 jarige leeftijd, 20 jaar na de geboorte van hun jongste dochter Antje, alsnog de zorg kregen over twee kleinkinderen. Uit documenten die Piet Witte opstuurde, blijkt dat Aris Rab vanaf 1884 het schoolgeld betaalde, eerst voor Adriana, later ook voor Klasina. Het bedrag van het schoolgeld per kind was afhankelijk van het inkomen van de schoolgeldplichtigen en bedroeg per maand f 2,- voor de rijksten en f 0,25 voor de armsten. 26 Historische Vereniging Texel Nummer 116, September 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2015 | | pagina 28