Het bleef in Eierland niet bij akkerbouw, contractueel
verplichte koeien en schapen:
Verslag van de Societeit van Eierland, oktober 1836 en
juni 1838: in sectie A en bij het Eijerlandse Huis zijn door
boomkweker Van der Bidk 20 bunder duingrond bezaaid met
weelderig groeiende eikels, grove enfijne mast alsmede Brem
voor brandstof en bemanteling der bouwlanden.23 De brem-
struiken in de Ruigendijk en nabij de Robbenjager zijn
daar nakomelingen van. Langs de Hoofdweg en de
Vianenweg werden laanbomen aangeplant. De laatste ja-
ren wordt op Texel geroepen dat tuinwallen niet thuisho-
ren in Eierland, maar in de pachtvoorwaarden van 1840
lezen we: De bestaande schapenwallen dienen goed onderhou-
den te worden. Aan de oostkant langs de Zanddijk zijn
nog steeds resten van die 19e eeuwse tuunwallen te vin-
den. Maar ook elders in Eierland werden ze opgericht,
zoals rond het erf van de boerderij Lo Christi.
Zowel voor als na de inpoldering was het landschap in
Eierland steeds aan verandering onderhevig. Zo stonden
tot het gemaal van De Cocksdorp in 1918 in bedrijf ge-
steld werd grote delen van lage landerijen in Eierland's
winters onder water. En tot het begin van de 20e eeuw
was langs de Rogsloot een zandstrand, het huidige riet-
land dateert uit de 20e eeuw.
23 Regionaal Archief Alkmaar, Archief van de Societeit van
Eijerland
24 Bij piping stroomt kwelwater onder een dijk door, in dit geval
zout water
6 De eeuw van de grootschalige bedijkingen
In 1835 werd de huidige polder Eierland bedijkt, waarna
de Prins Hendrik Polder, 't Noorden, de Eendracht en't
Homtje volgden, totaal bijna 7500 ha. Bouwland moest
dat worden: al in 1835 werd in Eierland geploegd en
koolzaad ingezaaid. Al snel volgden daar de lucratieve
meekrap, graan, mangelwortels (voederbieten), luzeme
voor de trekpaarden en grasland, in verband met het in
Eierland contractueel verplichte aantal koeien voor be-
mesting. De verkaveling, de teeltplannen en de bebou-
wing van Eierland waren geent op de Wilhelminapolder
in Zuid Beveland, toen en nog steeds het grootste land-
bouwbedrijf van Nederland. De boeren waren groten-
deels afkomstig uit Zeeland en de Zuidhollandse eilan-
den, met name van Zuid-Beveland en Goeree.
Zilte aardappelen op Texel, 150 jaar geleden
Stekend loogkruid is een plant die gebonden is aan voed-
selrijke, kalkrijke, zoute gronden, zoals vloedmerken op
schelpenbanken. Het groeide in de 19e eeuw tussen aard-
appels bij De Koog, Den Hoorn, in Eijerland en op an-
dere Waddeneilanden. Die bouwlanden werden toen be-
mest met schelpen, afkomstig van schelpenbanken.
Daarmee zal behoorlijk wat zout in het bouwland terecht
gekomen zijn. Zilte aardappelen op Texel, in de 19e
eeuw. Er is nu dus niets nieuws onder de zon.
Historische Vereniging Texel
Watermolentje bij Dijkzicht, ca 1930, foto P. Swama
Vanaf de ruilverkaveling stonden ook de lage polders
niet meer's winters blank. Vele kleine watermolentjes
werden overbodig en het areaal vochtige hooilanden
werd gedecimeerd. Zo veranderde de Hemmer van
weidse vochtige hooilanden met een hoge concentratie
weidevogels in een weids akkerbouwlandschap. Na de
diverse dijkverbeteringen in de 20e eeuw verminderde
de piping.24 Door dit alles veranderde het oppervlakte-
water aan de oostkant van brakwater met een fluctue-
rend zoutgehalte in een veel zoetere variant.
De bevolkingsgroei, de explosieve toename van het toe-
risme in de vorige eeuw en de problematiek van de land-
bouwmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in
combinatie met peilverlaging veroorzaakten in de vorige
eeuw een sterke verslechtering van de kwaliteit van het
oppervlaktewater. Na aanpassing van het landelijke
landbouwbeleid, aanleg van riolering in het buitengebied
en de recente vergroting van de oppervlaktewaterber-
ging, verbeterde de kwaliteit van het oppervlaktewater
aanzienlijk.
7.2 Ontwikkelingen in de landbouw
De Nederlandse overheid legde in de 20-er jaren van de
vorige eeuw de agrarische sector de verplichting op gras
land te scheuren en voedergewassen te telen om de af-
hankelijkheid van buitenlandse importen te verminderen
in tijden van economische en politieke onrust.
Uitgezonderd transportverboden ten tijde van besmette-
lijke veeziekten en diverse belastingmaatregelen was dit
de eerste rechtstreeks ingreep van de overheid in de
agrarische sector. Het vormde de opmaat voor de naoor-
logse geleide landbouwpolitiek van Mansholt en de hui
dige EEG landbouwpolitiek.
Nummer 116, September 2015
7 De eeuw van de grote veranderingen
7.1 Polderpeil, ontzilting en waterkwaliteit
Met de komst van eerst olie- en later elektrische gemalen
verdwenen de grote watermolens en de ebsluizen in de
dijk. De afhankelijkheid van laag water in de Waddenzee
om te spuien was daarmee verleden tijd.