Goed of fout of tijdens de Tweede Wereldoorlog
mijn urine. Hierna heb ik een atelier gehuurd te Assen
boven de Openbare Leeszaal aan de Brink. Ongeveer
April 1945 ben ik met mijn vrouw, die inmiddels ook van
Texel naar Assen was gekomen, in Rolde gaan wonen bij
mijn collega Jan Kagie, Asserstraat 4, waar ik thans nog
woon. Mijn vrouw is na mijn vertrek uit Texel thuis ge
weest bij den vogelkenner Binsbergen, Huize 'De Marel'
te Texel. In December 1944 is zij al reeds naar mij in
Assen gekomen. In Texel heb ik mijn beroep als kunst
schilder uitgeoefend. Doordat ik daar eenzaam woonde
heb ik daar kennis gekregen aan verschillende daar gele
gerde militairen. Tot deze behoorden ook de Duitsche
geestelijke, Haake genaamd en de Duitsche arts Körner.
Deze kwamen meermalen bij mij op bezoek en ook ging
ik met mijn vrouw wel naar hen toe. Ik heb verschillende
schilderstukken en teekeningen aan de militairen ver
kocht en heb ook in hun opdracht in de duinen, die als
spergebied waren aangewezen, vertoefd. Ook mijn
vrouw was gerechtigd in de duinen te komen. Deze
werkzaamheden deed ik echter niet geheel vrijwillig,
maar de betrokken militair die mij over bedoeld werk
Op Texel zijn we gewend dat artikelen over Ad Blok van
der Velden zijn tekeningen en schilderijen van het
Texelse landschap als onderwerp hebben. In het artikel
van Egbert Brink over Blok van der Velden vóór en tij
dens de Tweede Wereldoorlog lijken op het eerste oog
andere aspecten uit zijn leven centraal te staan. Zo werd
Blok in 1931 NSB-lid en bedankte alweer in 1934. Maakt
dat hem tot NSB-er? Brink vermeldt dat Blok toetreedt
tot de Kulturkammer 'teneinde mijn werk te kunnen
voorteetten'.
Uit het degelijke onderzoek van Egbert Brink blijkt
waarom Blok van der Velden tijden de Tweede
Wereldoorlog kon blijven tekenen en schilderen, ook tij
dens de gedwongen tewerkstelling in Assen. Daarmee
geeft hij antwoord op vragen die veel Texelaars tijdens en
na de Tweede Wereldoorlog stelden. In het zwart-wit-
denken vlak na de Tweede Wereldoorlog werd dat mo
gelijk beschouwd als doodzonde, maar als je het sec be
schouwt, is er niet meer aan de hand dan dat Blok voor-
en tijdens de Tweede Wereldoorlog zelf in zijn eigen
broodwinning wilde voorzien. Het toerisme was in de
Tweede Wereldoorlog vrijwel opgedroogd. Met op
drachten van Texelaars was geen droog brood te verdie
nen, alleen belangstellenden van het Duitse bezettingsle
ger zorgden voor enige omzet. Brink typeert dat als
Duits-vriendelijke houding, die nieuwe impulsen aan
zijn kunstenaarschap gaf; je kunt dat interpreteren als:
dat gaf brood op de plank en stimuleerde om te blijven
tekenen.
Dit is illustratief voor de situatie waarin de meeste
Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog direct en
aansprak zeide mij, dat ik anders maar voor hen aan ver
dedigingswerken moest gaan werken. Daar gevoelde ik
niet veel voor en heb toen aan hun verzoek voldaan. Ik
werkte echter niet uitsluitend voor Duitschers en de tee-
keningen die U mij toont zijn door mij vervaardigd, doch
de daarop voorkomende versterkingswerken zijn door
mij gefantaseerd omdat de betrokken militairen een tee-
kening in die geest wenschten. Dat ik omgang heb gehad
met Duitsche militairen heeft niets met politiek te maken,
te meer daar de militairen waar ik omgang mee had geen
nazimannen waren. Ik ben altijd gekant geweest tegen
het Nationaal Socialisme en trouwens zijn Duitschers ook
menschen. Een vergunning om te fotografeeren had ik
niet en de foto's die U mij toont, zijn van dokter Körner.
Doordat ik lid was van de Kultuurkamer was ik gevrij
waard naar Duitschland te moeten. Ik ben Nederlander
en wist dat in Mei 1940 Nederland met Duitschland in
oorlog was.'
Bron: CABR 109593, Nationaal Archief Den Haag.
indirect verkeerden: boeren leverden melk, vlees en an
dere landbouwproducten, die ook door Duitsers gecon
sumeerd werden. In de winkels werden spullen ook aan
Duitsers verkocht. Arbeiders verrichtten werkzaamheden
die direct of indirect ook aan Duitsers ten goede kwa
men. Maakt dat winkeliers, boeren, arbeiders en alle an
dere Nederlanders tot slecht Nederlander? Nee toch? In
het zwart/wit denken van kort na de Tweede
Wereldoorlog was nauwelijks ruimte voor die nuance.
Laat die ruimte er nu wel zijn, niet alleen voor Blok,
maar voor alle Texelaars, voor alle Nederlanders.
Dit artikel van Egbert Brink, die nauwgezet archiefonder
zoek deed naar de periode t/m de Tweede Wereldoorlog
(en dus niet naar de naoorlogse periode van Blok), is il
lustratief voor de dilemma's van veel Nederlanders tij
dens de Tweede Wereldoorlog.
Tenslotte herhaal ik nogmaals de zinsnede uit het door
Egbert Brink geciteerde POD-rapport: verdachte staat niet
ongunstig bekend, waarna Blok onvoorwaardelijk buiten
vervolging werd gesteld. De conclusie van Egbert Brink:
Blok van der Velden is altijd een uitstekend ambassadeur
voor Texel geweest, onderschrijven we van harte.
Het artikel van Egbert Brink verscheen eerder in de
Drentse Volksalmanak van 2013 en kon in overleg met de
auteur in deze uitgave van de Historische Vereniging
Texel geplaatst worden.
Wilma Eelman, namens de redactie van de Historische
Vereniging
Nummer 114, maart 2015
Historische Vereniging Texel
17