mee genomen naar huis, waarna ook zijn vrouw in
December 1944 is gekomen. Later werd er tegen ons ge
zegd, door anderen op Texel die ook bij de O.T. werkten,
dat Van der Velden niet te vertrouwen was en wilden
niet zeggen waarom. Ik heb hem niet meer vertrouwd
toen er eens een Duitscher bij hem kwam en de groeten
moest overbrengen van Chef Bouwer uit Texel, die vol
gens de indruk die ik kreeg uit het gesprek den
Commandant was van de Duitsche troepen die daar gele
gerd waren. Toen ik eens tegen hem zei, dat ze zooveel
over hem praten, zei hij laat ze dan bij mij komen en hij
toen opgewonden zei wij denken ook niet gelijk, waarna
ik tegen hem heb gezegd dat ze mijn huis uit moesten.
Paar dagen voor de bevrijding zeiden ze, wij gaan een
paar dagen naar Kagie in Rolde, toen heb ik gezegd dat
ze daar maar moesten blijven, wat ook gebeurd is, en ik
blij was dat ze weg waren, Meer kan ik niet verklaren.'
Tegenover de P.O.D. onderzoekers in Dordrecht lieten
ook de kunstschilders uit de Pictura-tijd Daniël
Muhlhaus en Leo Marchand zich kritisch uit over de op
stelling van Ad Blok van der Velden in bezettingstijd.
Muhlhaus: 'Ik ben voorts verschillende keeren met Blok
van der Velden in debat geweest over de politiek en het
ging er dan heet aan toe. Ook in de bezettingsjaren is mij
zulks te beurt gevalleren liet hij zich zeer nationaal-socia-
listisch uit. Op zijn atelier te Dordrecht ontving hij veel
Duitsche militairen, voornamelijk officieren van de
Marine en zooals hij mij vertelde waren er ook
Feldpredikers bij. Bedoelde militairen kwamen van Texel
en kochten schilderijen bij hem. Hij moet veel voor die
lui geschilderd hebben, althans veel exemplaren hebben
verkocht. Het werk dat hij levert is niet van zoo hoog
staande kwaliteit, doch gezien het feit dat de kunsthan
delaar Nieuborg, wonende te Dordrecht Voorstraat 168,
veel lijstwerk, veel meer dan aan anderen, leverde aan
hem, vermoed ik dat hij goed afzetgebied had aan de
Duitschers. Dat bedoelde Duitsche militairen bij hem op
bezoek kwamen, beschouwde ik ook als een vriendschap
tusschen elkaar. Er werd namelijk nogal eens schik ge
maakt.'
'Maandag 19 November 1945 heb ik A.D. Blok van der
Velden en zijn vrouw weder voor het eerst in een tijd in
gebouw Pictura ontmoet. Hij kwam naar mij toe en vroeg
mij of ik ook een verklaring had afgelegd bij de P.O.D. te
Dordrecht, want hij had vernomen, dat er naar hem was
geïnformeerd. Ik heb hem toen gezegd, dat ik naar waar
heid een verklaring had afgelegd en dat niet alleen ten
nadeele over hem had gesproken, doch ook het goede in
hem had verteld. Ik heb hem toen ook gezegd, dat wij
hem niet meer in het gebouw als collega terug wilde heb
ben en indien zulks toch doorgang zou vinden, ik met
mijn andere collega's uit de vereeniging zouden treden.
Zijn vrouw die hierbij tegenwoordig was, antwoordde
toen, dat er dan wel een stille periode zou volgen in het
gebouw Toen ik hem onder meer ook zei, dat hij zoo be
vriend was geweest met de Duitschers, zeide hij mij, dat
het fatsoenlijke menschen waren en in de bezetting ook
op Texel hadden vertoefd. Hierna begon hij wederom
over politiek en zei, dat, wanneer er zou worden voortge
gaan met de wederopbouw van ons land zooals het thans
gaat, over twintig jaren weer 'zooiets' zou komen. Met dit
'zooiets' bedoelde hij vermoedelijk de NSB. Verder had
hij het over het 'Amerikanisme' en 'de politiek van de
centjes' zooals voor den oorlog en over twintig jaren
weer heteelfde als in Mei 1940 zou volgen. Ik heb hem
hierop toen geantwoord: 'Dan kan jij met je slechte schil
derstukken weer profiteeren van de Duitschers'.
Albertus Cornelis Nieuborg, de Dordtse kunsthandelaar
die Blok van der Velden de lijsten leverde, relativeerde
de rol van Blok: 'Hij was geen schilder van groot formaat
doch zooals hij mij wel vertelde kon hij zijn werk goed
aan de Duitschers kwijt. Ik voor mij vind het een zielige
man, die geen cent te verteeren heeft en door zijn leve
ring aan de Duitschers aan wat geld kon komen.'
Besluit
Ad Blok van der Velden en zijn familie behoren tot de
meerderheid van lichte gevallen waarmee het gigantische
Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging bevolkt is.
Vader Wouter Blok van der Velden werd zijn enthousi
aste inzet voor de Nationaal-socialistische Beweging het
zwaarst aangerekend. Hij belandde korte tijd in bewa-
rings- en verblij& Duindorp bij Scheveningen. Zijn
straf bestond uit voorwaardelijke internering tot eind
1947, onteetting uit het kiesrecht voor tien jaar en ver
beurd verklaring van de inboedel, hoewel het gezin 'ab
soluut geen vermogen bezit en door Maatschappelijk
hulpbetoon ondersteund moet worden.'
Moeder Elisabeth van der Graaf werd veroordeeld tot
een boete van 150 gulden, waar ze later tegen in beroep
kwam: 'Verdachte staat bekend als NSB-ster en verder
niets ongunstigs', aldus de beoordelingsstaat van de
P.O.D. Dordrecht. Ook Ad Blok van der Velden kwam
met de schrik vrij. 'Verdachte staat niet ongunstig be
kend', luidde het eindoordeel, waarop Blok 'onvoorwaar
delijk buiten vervolging' werd gesteld. Dit goede nieuws
hoorde hij toen hij alweer op Texel was. Blok van der
Velden werd in feite 'vrijgesproken'. Het afleggen van
publieke verantwoording bleef hem zo bespaard.15 Hij
kon verder met waar hij begonnen was: het vastleggen
van het Texelse landschap na een ongewild Drents inter
mezzo. Blok van der Velden is altijd een uitstekend am-
15 In het juridisch jargon van die tijd was in het geval van Ad Blok
van der Velden sprake van een 'sepot 1', anders dan 'sepot 2':
schuldig verklaard zonder oplegging van straf. Dit onderscheid
was belangrijk: bij grond 1 was de verdachte officieel van alle
N.S.B.-smetten vrij verklaard. Deze buiten vervolging stelling
hing deels samen met een politieke koerswijziging. Om overvolle
kampen te voorkomen en gerechten te ontlasten, werden veel za
ken aldus afgedaan door een procureur-fiscaal. Zie Sjoerd Faber
en Gretha Donker, Bijzonder gewoon, het Centraal Archief Bijzondere
Rechtsplegng 1944-2010 en de 'lichte' gevallen, Zwolle 2010.,
Nummer 114, maart 2015
Historische Vereniging Texel
15