Henk Brugge en Loek van Vliet op Ecomare ren echte topsporters die alle zorg (ook veterinair) en aandacht nodig hadden. Embryotransplantatie was een andere nieuwe ontwikkeling waarbij intensieve dierge- neeskundige begeleiding vereist was. Melkveehouders probeerden van hun beste koeien zo veel mogelijk em- bryootjes te winnen. Deze werden later teruggeplaatst bij drager-koeien en zo kon men snel stappen maken in de verbetering van de melkveestapel. De schapenpraktijk ging ook goed. Zwoegervrije dieren waren gewild en er werd goed voor betaald. Vooral de rammetjes van de Texelse schapenfokkers brachten door de over elkaar heen biedende hobbyfokkers de hoogste prijzen op. Topfokkers wilden daarom absoluut geen dood lam bij de geboorte en dus werden er zeer veel keizerssneden verricht, tot wel meer dan 300 per seizoen. In de loop van 1981 liet Leen den Houter weten dat hij op zoek wilde naar werk buiten de praktijk. "Ik weet inmid- dels heel goed hoe de wereld er's nachts uitziet", zei Leen wanneer men hem vroeg waarom hij wilde stoppen DAP Texel vanaf 1980 Ton Domhof pikte het werk in de Texelse praktijk snel op. Beekman meldde zich ook weer en er moest worden gezocht naar een oplossing om met elkaar te kunnen blij- ven samenwerken. Besloten werd dat Beekman vanuit De Waal bleef opereren en het praktijkdeel landbouw- huisdieren voor het gebied De Waal - Oosterend - Spang ging bedienen. Ook bleef hij aan de Bomendiek een aan- tal spreekuren voor gezelschapsdieren doen. Den Houter, Domhof en Klinkers hadden hun basis in Den Burg op Caninus aan de Keesomlaan en dat was nu het centrum van DAP Texel. Assistente Hubertine trouwde met Kees Duin, de aannemer, werd zwanger en nam ont- slag. Ze werd opgevolgd door Teddy Hoogenbosch. Spreekuren gezelschapsdieren doen in Den Burg was een schot in de roos. De omzetten in dit onderdeel van de praktijk schoten omhoog. Er waren 7 spreekuren per week en er moest nu ook's middags geopereerd worden want er was teveel aanbod om alle operaties 's ochtends voor half tien te verrichten. De landbouwhuisdierenprak- tijk ontwikkelde zich eveneens voorspoedig. De Texelse melkveehouders stonden met de prestaties van hun koeien qua melkgift bovenaan in de provincie. Daarnaast was hun fokmateriaal, drachtige vaarzen, erg gewild voor export. In 1984 werd de melkquotering van kracht. De hoeveelheid te leveren melk werd gebonden aan een maximum. Dit had grote gevolgen voor de boeren. Men kon niet meer uitbreiden met extra stalruimte en koeien. Het streven werd nu om de melkproductie per koe te maximaliseren: met zo min mogelijk koeien het melkquo- tum vol melken. De dieren die dit moesten presteren wa- Ton doet een keizersnede bij een koe van Hans Stark aan de Zanddijk Nummer 113, december2014 Historische Vereniging Texel 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2014 | | pagina 33