11
Amsterdam. Toen zij bij een verkeersongeval om het le-
ven kwam, nam Leen haar praktijk een aantal maanden
waar maar zag daar niet zijn toekomst in. Hij verkocht
die praktijk aan collega Ernst Osinga om naar Texel te
vertrekken. Den Houter had, voor hij definitief besloot de
praktijk van De Boer over te nemen, eerst afspraken ge-
maakt met Jan Beekman om samen diensten te doen en
voor elkaar waar te nemen bij afwezigheid. Die samen-
werking verliep vervolgens naar beider tevredenheid.
Den Houter trouwde in 1970 met Riet de Jonge (*15-06-
1939 -), verpleegkundige en afkomstig uit Goes. Ze kre-
gen twee kinderen, Marleen en Frans.
Leen den Houter en Jan Beekman gingen steeds meer sa-
menwerken en uiteindelijk werd besloten de praktijken in
1972 samen te voegen en voor een centraal praktijkadres te
kiezen. Dat werd het pand aan de Bomendiek 1 in De
Waal. Grotere praktijkruimte, goede operatiekamer en
meer parkeermogelijkheden dan bij Texla. Den Houter ves-
tigde al snel zijn naam als paardengynaecoloog. Ook was
hij zeer bedreven in de runderverloskunde. Met een stom-
pje sigaar in de mond deed hij een keizersnee bij een koe.
Een van zijn klassieke uitspraken was :"voordat de bacte-
rien door hebben dat daar een gat zit, heb ik hem al weer
dicht". En dus kon het wel wat minder met het boenen en
handen wassen voorafgaand aan de operatie vond Leen.
Soms dienden zich patienten aan, landbouwhuisdieren
of gezelschapsdieren, met vage buikklachten waarbij
geen diagnose kon worden gesteld. Het enige wat min of
meer duidelijk was dat de oorzaak ergens in de buikholte
lag. "We maken hem open!" zei Den Houter dan. Dat ge-
beurde altijd met twee dierenartsen - "een mis met twee
heren" volgens Leen- en die heren stonden dan wat in de
buikholte te spitten en vonden meestal niets. De operatie-
wond werd gesloten en vervolgens was het afwachten
maar. Soms (lang niet altijd..) knapte zo'n patient heel
snel op. Den Houter wist hoe dat kwam "de lucht is er-
over geweest" verklaarde hij. De aspecifieke prikkelthe-
rapie zou men in Utrecht aan de Faculteit zeggen.
Leen den Houter in z'n element als schipper van de voormalige
Egmondse reddingsboot President Steijn
(foto Frans den Houter)
Historische Vereniging Texel
Dierenartsenpraktijk Texel
Met het samengaan van de praktijken van Beekman en
Den Houter, was dierenartsenpraktijk Texel ontstaan.
DAP Texel, een maatschap met twee dierenartsen.
De veehouderij maakte een snelle ontwikkeling door. De
KI had bij de in gebruik name van het nieuwe KI station
op Zuid Haffel begin 1960 ongeveer 350 leden en dat be-
tekende bijna evenveel melkveehouders. Dit aantal liep
in de loop der jaren langzaam terug maar opeens ging
dat een stuk sneller. Want omstreeks 1975 deed de melk-
tank z'n intrede en melkfabriek "De Eendracht" kon-
digde aan binnen afzienbare tijd te gaan stoppen met het
ophalen van melkbussen. Een groot aantal melkveehou
ders beschouwde dit als een goed moment om andere
keuzes te maken en stopte met melken.
Men werd akkerbouwer, ging verder in de bloembollen
of met alleen schapen of stopte helemaal met boeren. Een
enkeling maakte van z'n bedrijf een kampeerboerderij.
Maar al met al: het aantal melkveehouders werd opeens
behoorlijk minder. Het aantal stuks vee nam echter niet
af. Veel blijvers kozen voor schaalvergroting en bouwden
een ligboxenstal. Een houten Cebeco-stal of een Meyert
Boon stal, door aannemer Meyert Boon uit De Cocksdorp
geconstrueerd uit betonnen prefab elementen. Ze schoten
als paddenstoelen uit de grond. Melkquotum en super-
heffing werden jaren later pas ingevoerd, dus er kon nog
onbelemmerd uitgebreid worden met melkkoeien. Het
totaal stuks hoornvee ouder dan 4 maanden steeg van
9000 in 1966 tot bijna 12.000 omstreeks 1980.
De melkveehouderij vormde de basis van DAP Texel.
Met de koeien was er het jaar rond werk. De vakmensen
onder de melkveehouders (op Texel waren dat er veel)
zagen in dat de hoogte van de nota van de dierenarts
recht evenredig was met het profijt dat men had van
diergeneeskundige expertise.
De Texelaar-fokkerij zorgde in die jaren voor veel werk
in het voorjaar. Het fokdoel was een compact Texels
schaap met een "sprekende" (lees dikke) kop, goed be-
vleesd en niet te groot. De stamboekfokkers fokten hun
schapen vooral voor "hobby-fokkers" aan de overkant en
die betaalden hoge prijzen voor die mooie rammetjes.
Gevolg van deze ontwikkeling was dat er heel veel kei-
zersneden noodzakelijk waren om dit kostbare fokmate-
riaal levend geboren te laten worden. De operatiekamer
aan de Bomendiek was tussen half maart en half april
vrijwel continu in bedrijf.
Een belangrijke ontwikkeling was de snelle toename van
de vraag naar diergeneeskundige zorg voor gezelschaps
dieren. De spreekuren hiervoor werden drukker en druk-
ker en vooral in het voorjaar leverde dit problemen op
vanwege de piek met schapenverlossingen.
Twee dierenartsen konden het werk nauwelijks aan van-
daar dat men zocht naar een oplossing. Zoals eerder ver-
meld werd vleeskeuringsdierenarts Willem Driesen aan-
getrokken om de werkdruk in de praktijk te
verminderen. Deze samenwerking was geen succes,
Nummer 113, december 2014