\o,. -it J./.IO®-' *uj. XStJ-' &'&rF'Z'£5 ....--, ..-v' Jm- »v« ft ZJ— - t A.. >A^;" tweede bladzijde brief schrijven lukte niet: ten m'ef schrijve dan schiet mijn gemoed hoi heen k handtekening Jacob Koeman december 1780 «A De brief aan boord van de Koninginne Ester richting Texel Omdat de Juffrouw Maria nog tot februari bij Grenada zou blijven liggen, heeft Jacob zijn brief meegeven aan kapi- tein Jan Nosten van het schip de Koninginne Ester. Zij vertrokken de 6e januari 1781 vanaf Curasao richting het vaderland. Aan boord diverse zakken met brieven van andere schepen. Aan boord ook twee Texelse opvaren- den, stuurman Willem Mooij en zijn zestienjarige zoon Jan (jonge/kajuiter) uit De Koog. De kapitein en beman- ning waren nog niet op de hoogte van de oorlog tussen de Republiek en de Engelsen. Eind februari kwamen ze er wel achter. Ze konden niet ontsnappen aan de Engelse kaper de Tom onder leiding van captain John Lee. De Koninginne Ester werd met lading, bemanning en alle post in beslag genomen. Meer dan tweehonderd jaar later werd de brief van Jacob Koeman aan zijn Texelse broer en zuster teruggevonden door een andere Texelaar, ondergetekende. Een brief met veel treurig nieuws, een brief die nooit gelezen is. Akte bij notaris Harmsen Een interessante aanvulling op de brief van Jacob Koeman is een akte die op 11 September 1781 bij notaris Jan Harmsen in Amsterdam is opgemaakt. Een gedeelte van de bemanning en de kapitein van de Juffrouw Maria geeft een verslag van de terugreis. De kapitein is op dat moment niet Jacob Koeman, maar zijn al eerder ge- noemde collega Anne Lieukes. Niet alleen Gerrit, maar ook zijn vader Jacob overleefde de zeereis niet. Jacob Koeman blijkt op 26 mei 1781 in Brest te zijn overleden. Hoe kwam de Jufrouw Maria en haar bemanning Brest te- recht? Aanvullingen op de brief van Jacob Naast het verslag van de terugreis staan ook een paar aanvullingen op de brief van Jacob in deze akte. Jacob schreef wij hebben alle sloepen heen gestuerd op levens gevaar. Hij schreef niet waaruit het levensgevaar bestond. De Juffrouw Maria was in September bij Fort Roijal (Guadeloupe) aangekomen. Daar kreeg Jacob Koeman opdracht van ene heer Fornton, waarschijnlijk een koop- man, naar Lebaij (Grenada) te zeilen om suiker en katoen te laden. Uit het verslag blijkt dan dat het gevaarlijk was om de haven van Lebaij in en uit te varen. Zeker in dit seizoen met veel wind en zelfs orkanen. Er werden nor- maliter nauwelijks schepen in deze periode naar deze be- stemming heen gezonden. Het in en uit varen van de ha ven was dus het gevaar waarop Jacob doelde in zijn brief. De Kapitein en zijn bemanning waren echt niet blij met de instructie van de koopman. Onderweg hebben ze nog een keer moeten ankeren om te voorkomen dat ze door de wind te dicht naar de klippen dreven. Begin december kwamen ze aan bij de gevaarlijke haven van Lebaij. Jacob schreef ook over zijn collega Anne Lucas en zijn be manning. Uit het verslag blijkt dat de achtemaam van deze kapitein niet Lucas is maar Lieukes. Hij had zijn schip de Zeevrugt in oktober tussen Fort Roijal en Lebaij verloren in een orkaan die in West Indien woede. Kapitein Anne Lieukes en een paar andere bemannings- leden werden opgevangen op de Juffrouw Maria. 1 I.I.KS I »Si s I* TnwJiJ niaa M Caribisch gebied - detail kaart Amerique Septentrionale 1717 Een reis met hindernissen Bij Grenada werd de Juffrouw Maria verder beladen met vaten suiker en balen katoen. In deze periode overleed ook opperstuurman Cornelis Vuijst. Inmiddels was het bericht dat Holland in oorlog was met Engeland doorgedrongen op de schepen bij Grenada. Nummer 113, december 2014 Historische Vereniging Texel 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2014 | | pagina 13