Plan tot drooglegging van de klaverlanden in Waalenburg
Vanafde inpoldering van Waalenburg in 1612 hebben zich problemen voorgedaan met de afvoer van water uit de aanliggende pol
ders De Koog, Everstekoog, Gerritsland en Burger Nieuwland. Ook de domein- of mientgronden voerden water aan via de polders
De Koog, Everstekoog en Gerritsland.
Voordat de polder het Noorden in 1876/1877 werd inge-
dijkt, ontwaterde Waalenburg door middel van een
schepradwatermolen welke stond op de plaats van het
latere gemaal van Waalenburg, nu Zaandammerdijk 3.
Deze molen werd in 1876 gesloopt. Via een koker door
de dijk werd het water hierna geloosd op het kanaal van
de polder het Noorden.
Volgens het jaarboekje voor de provincie Noord-Holland
ten dienst van Gemeente-, Rijks-, Waterschaps- en andere
besturen voor het jaar 1917 bedroeg het peil van de pol
der Burger Nieuwland 0,60 m onder volzee, evenals de
polder Waalenburg. Deze polders werden niet bemalen.
Het zomerpeil van de polder't Noorden was 1,20 m. on
der volzee.
Bij overeenkomst van 5 mei 1835 heeft de polder Eierland
zich verbonden het water van Waalenburg te ontvangen
en te doen doorstromen tot een maximum van 0,70 m.
onder het gemiddelde terrein van de Waalenburgerdijk
tot aan de Oosterbollen.
In 1876/1877 werd het Noorden ingedijkt. In 1880 werd
deze polder toegevoegd aan het waterschap dat hierna
"De Dertig Gemeenschappelijke Polders" werd ge-
noemd. In de Waddenzeedijk werd een sluis gebouwd
met drie uitgangen. Vanaf de landzijde gezien rechts een
uitlaat voor de polder Waalenburg en het op die polder
afwaterende gebied, aangevoerd door het
Noorderkanaal. De middelste uitlaat was ten behoeve
van de polder het Noorden zelf, bemalen door de molen,
later ondersteund door motoren. De linker uitlaat was
om het water van de polder Eierland, aangevoerd vanaf
de sluis bij het Hoogezandskil via een sloot in het
Noorden, af te voeren. Deze sloot liep langs de
Eierlandse dijk, de dijk van de polder De Eendracht en
vervolgens langs de Waddenzeedijk en langs de boerderij
Utopia, uitmondend in de Putten.
Op 12 augustus 1878 werd de eerste steen voor de molen
van het Noorden gelegd door Sijbrand Keijser Pzn, secre-
taris van de 29 Gemeenschappelijke Polders.
In 1913 werd bij de molen van't Noorden een steunmo-
tor geinstalleerd, voorzien van een centrifugaalpomp. In
1917 is sprake van twee vijzelmolens en een dieselmotor
van 35 pk.
Er bleef wateroverlast in de polder Waalenburg, de naam
'de Waterplaats' verwijst hiemaar. In de winter stonden
regelmatig grote delen van de polder onder water. Bij de
Waal kon's winters, op de Damstukken achter de
Bomendiek, een mooie schaatsbaan worden aangelegd.
Een hardrijdwedstrijd op het 'Damstuk van Keijser' met op de
achtergrond De Waal en rechts ervan de Bomendiek in 1917.
Om de wateroverlast in Waalenburg tegen te gaan
maakte Cornelis Reijersz Keijser, geboren op 4 april 1844
in Den Burg en overleden op 22 december 1916 in Den
Burg, gehuwd met Marretje Dirksd Leijen (de vader van
de latere wethouder Reijer Pieter Keijser) in 1898 een
plan voor een betere ontwatering van de polder.
Hijzelf noemde dit 'Het Plan tot drooglegging der klaver
landen en regeling water harendlanden met behulp van
Eierland en watermolen't Noorden. Ook ten dienste van
Everstekoog zowel als voor Waalenburg'. Getekend 13
September 1898.
Het plan omvatte het volgende:
- het water, wat via de sluis van Burger Nieuwland
binnenkwam, zou door nieuw te graven sloten langs
Ongeren, via de Mosselsloot en het Mosselkil in de
Westerkolk van Waalenburg uitkomen om hierna te
worden afgevoerd via het kanaal van de polder het
Noorden;
De sluis van het Noorden met drie uitlaten.
Historische Vereniging Texel
Nummer 12, September 2014