Bijltje
Het grootste deel van wat ik op de Texelse akkers vind,
valt in de categorie 'rommel'. Aangezien je op die manier
toch een kijk krijgt op het dagelijkse leven van het heden
en verleden vind ik dat niet zo erg, maar het is wel hard
werken - al die putjes graven. In de loop van de tijd heb
ik geleerd om daar rustig bij te blijven, want op den duur
kom je vanzelf wel wat interessants tegen. Je moet een
grote taak in een aantal kleinere opdelen, heb ik eens er-
gens gelezen en vooral op de wat grotere akkers is dat de
beste manier van werken.
Zo kwam het dat ik eens langs de rand van een stuk land
liep - al zoekend op weg naar het deel waar ik nog niet
gezocht had. Vaak sla ik die stukken over, omdat juist
daar veel echte rotzooi ligt: stukken ijzer, blikjes en dop-
pen en als er een tuinwal ligt dan blaast de wind ook
daar veel zilverpapier e.d. naar toe. In de veronderstel-
ling dat het wel weer een blikje of zo zou zijn, groef ik
een redelijk diep gat waar iets uitkwam waarvan ik eerst
dacht dat het een flessenopener of zo was. Toch maar in
mijn zak gestoken en verder gaan zoeken zonder er ver-
der veel aandacht aan te besteden. Thuis gekomen
maakte ik het voorwerp met enige moeite schoon waarna
bleek dat het van brons gemaakt was en onmiskenbaar
de vorm van een bijltje had. Niet erg groot - 6,5 cm. lang,
maar toch...
Ik heb er meteen maar een foto van gemaakt en die opge-
stuurd naar mensen die het kunnen weten en jawel, het
bleek een bijltje uit de Bronstijd te zijn:
De Bronstijd begon 2000 jaar voor het begin van de
jaartelling en eindigde met de komst van het Ijzer - on-
geveer 1200 jaar later. De meeste werktuigen in die tijd
waren nog steeds van steen, want brons was natuurlijk
erg schaars. De eerste gegoten bijlen waren eigenlijk ko-
pieen van die van steen: de z.g. Vlakbijlen. Al snel kreeg
men door dat een verdikking van de boven- en onder-
kant de bijl beter was te bevestigen aan een steel:
Mijn bijltje behoort tot dit type en wordt een Randbijl ge-
noemd. De datering hiervoor is Midden tot Vroege
Bronstijd en dat is dan van 1500 tot 1800 v. Chr. lets
jonger is de Hielbijl, waarvan er een exemplaar in Eco-
mare te zien is en die ook op Texel is gevonden.
De ontwikkeling eindigt dan met de Kokerbijl die aan
een kant hoi was.
Het snijvlak van mijn bijltje zal oorspronkelijk wat groter
geweest zijn met fraaie uitlopers aan de punten. Een
werktuig misschien, maar zeker een statussymbool van
een Texelaar die hier ruim 3500 jaar geleden rondliep.
Jan Jaap Waverijn
Nummer 111, juni 2014
Historische Vereniging Texel
15