schone oude truien zag, die als enige trui in Nederland
ook in de dracht van Volendam was opgenomen. Op de
terugweg naar Amsterdam reed ik langs een bord dat de
richting naar Marken aangaf en me herinnerde aan het
kaartje waarop de naam van de zuster van de conserva
tor uit IJmuiden stond geschreven. Misschien toch nog
maar een afspraak maken, want ofschoon ik al ruim veer-
tig jaar in Amsterdam woon, was ik nog nooit op Marken
geweest en dat leek me ineens erg aantrekkelijk.
Een paar weken later ging ik bij haar langs op de terug
weg van een tweede afspraak met dames in Volendam.
Zij hadden me gezegd dat als ik naar Marken ging, ik
ook even langs het stoffenwinkeltje moest gaan, omdat
daar nog authentieke klederdrachtstoffen werden ver-
kocht, waarvan iiberhaupt niet veel meer bestond. Als
echte textielfreak kon ik dat natuurlijk niet aan mijn neus
voorbij laten gaan.
Het bezoek leverde uiteindelijk niet veel op, zij wist van
geen trui, maar vertelde wel dat veel Markers op Vlaar-
dinger loggers aanmonsterden toen het in de eigen om-
geving na het sluiten van de Zuiderzee met de
Afsluitdijk in 1932 slecht vissen was. Goed om te weten
en dat bracht mij dichter bij het feit dat er tussen vissers
uit het hele land onderling veel contacten bestonden en
men regelmatig op elkaars vloten aanmonsterde. Ik reed
terug, kwam langs de grote parkeerplaats waar ik zou
moeten parkeren om daarna nog een flink stuk naar het
winkeltje te lopen. Ik weifelde, het was zulk slecht weer,
dat ik maar beter naar huis kon gaan. Ik was al een eind
doorgereden, toen ik me bedacht, keerde, parkeerde en
naar het winkeltje liep, waar niemand te bekennen was.
De voordeur zat dicht, ik werd door een bordje achterom
verwezen, waar de deur wel van het slot bleek. Ik stond
Jan Kooger uit Oudeschild, schipper op de reddingboot van De
Koog, met Jac. P. Thijsse
(coll. Heimans en Thijssestichting, Amsterdam)
al in bewondering rond te kijken en te bedenken hoeveel
ik van alles wilde hebben, toen de eigenaresse binnen-
kwam. We raakten in een geanimeerd gesprek - blij dat
ik op mijn aanvankelijke besluit was teruggekomen -, ik
kocht wat metertjes met fraaie toepassingen in gedach-
ten, toen ik vertelde over de visserstruien waar ik mee
bezig was en mijn nu toch wat gerezen twijfel over de
Marker trui. Ze bleef stug doorgaan met knippen en zei
dat haar vader, een visser, altijd een trui droeg die eruit
zag zoals ik hem haar inmiddels had beschreven. Gewel-
dig dat door dit toeval het bestaan van de Marker trui be-
vestigd kon worden, die kennelijk niet binnen het
kostuum gedragen werd, maar wel als werkgoed gebrui-
kelijk was. Een nieuw bewijs dat aan werkgoed geen aan-
dacht werd geschonken.
Texel
Ik belde met Texel, in de hoop ook een Texelse trui uit die
periode te vinden, maar net als elders had men daar
nooit van een eigen trui gehoord. Kennelijk maakte mijn
vraag wel een en ander los, want twee uur nadat ik had
gebeld met Esther Banki, toen directeur van het Museum
Kaap Skil, kreeg ik van haar een e-mail met een gewel-
dige foto als bijlage en de vraag 'Bedoel je dit?'. Het was
een foto uit 1910 van Jac. P. Thijsse op Texel met naast
zich Jan Kooger van de Noord- en Zuid-Hollandse Red-
dingsmaatschappij in een voor mij nog onbekende trui
met een horizontaal pijlenmotief.
Ik was blij verrast. De foto ging natuurlijk over Jac. P.
Thijsse en waarschijnlijk had niemand ooit gekeken naar
de man naast hem en zeker niet naar diens kleding. In
feite is het heel bijzonder dat hij als enige een trui draagt
en alle andere mannen op de foto een pak. Vissers en
aanverwante zeelieden waren namelijk de allereersten en
lange tijd de enigen die truien als bovengoed droegen,
ruim voordat Coco Chanel er in de jaren 1920ge'inspi-
reerd door de Bretonse visserstruien, mode van maakte
en iedereen na verloop van tijd tricot als bovengoed ging
dragen. Tot die tijd werd breiwerk uitsluitend gebruikt
voor ondergoed, sokken, mutsen, sjaals en wanten.
Een zwaluw maakt natuurlijk nog geen zomer, dus of ik
de trui van Jan Kooger echt aan Texel kon toeschrijven
was nog maar de vraag. Enige tijd later had ik een af
spraak in Hippolytushoef met mevrouw Jeanne de
Weert, die over foto's van Wieringer vissers met truien
beschikte. De avond voor die afspraak keek ik via Google
hoe ik het snelst daar naartoe kon rijden en bedacht dat
ik dan diezelfde dag ook wel even naar Den Helder zou
kunnen gaan, dat daar niet al te ver vandaan ligt. Kijkend
bij musea in Den Helder kwam ik terecht op de site van
het Reddingsmuseum Dorus Rijkers en trof daar de red
der himself aan op een foto met precies dezelfde trui aan.
Beide mannen waren redders, dus mogelijk was het de
trui van de Reddingsmaatschappij. Maar andere truien uit
24
Historische Vereniging Texel
Nummer 109, december 2013