boek bewaard gebleven. Schuitemaker kon eveneens voor zijn notities slechts gebruikmaken van zeer gehavende on- volledige teksten. Deze zijn nu niet meer aanwezig, zoals ook het overige weeshuisarchief lacunes vertoont. Het Burgerweeshuis Sinds februari 1545 was Francois van Bosschuyzen de schout van Texel. Hij was dat bijna 30 jaar en een vurig rooms-katholiek, en trouw aanhanger van de Spaanse overheersing. Naast zijn taak als schout werd hij in de zestiger jaren ook nog admiraal over een deel van de Spaanse vloot. Hij streed daarmee tegen de Geuzen waar- van hij er zelfs een aantal liet ophangen. Na de inval der Geuzen op het eiland in 1571, waarbij onder andere het huis van de door hen gehate schout verb rand werd, woonde hij formeel in het (in1568) verlaten Agnieten- klooster op de hoek van Burgwal en Parkstraat. In feite verbleef Van Bosschuyzen voornamelijk buitengaats en stond het kloostertje weer leeg. Dat bracht het bestuur van Texel er toe om in 1573, na de politieke omwenteling, aan de Prins van Oranje toestemming te vragen het pand te mogen gebruiken als Burgerweeshuis. Toen die was ver- leend, werd daar in 1578 daadwerkelijk begonnen met de opvang van wezen. De eersten zijn zeer beperkt geregi- streerd in GAT 1231. Twie is Tessels We komen in GAT 1203 dus 2 brongroepen tegen met 2 soorten schrijvers in 2 perioden: die van de lakenhandel uit 1568 - 1572 en die van de weeshuisnotities uit 1598. In 1932 kwamen Lodewijk Igesz en zijn vrouw Alida Trap op Texel wonen. In De Koog exploiteerden ze samen een pension en Lou Igesz vestigde zich daar met succes als ar chitect. Dat was de tijd van het opkomende toerisme op Ze staan, zoals reeds is opgemerkt, onoverzichtelijk door elkaar. Echter, tot mijn verrassing bleken ze in een opzicht met elkaar over een te komen: ze gebruikten bij het schrijven alle 5 Tesselse woorden of constructies. Ik wil u graag laten delen in mijn verrassende ontdekking. Ik doe dat niet door een taalkundige verhandeling op te zetten (zoiets als: "bij het voltooid deelwoord wordt steeds 'ge' weggelaten"). Uit de Tesselse woorden die ik in GAT 1203 tegenkwam, heb ik een aantal voorbeeldzinnetjes samen- gesteld. Ik geef ze hieronder (zonder volledig te willen zijn): Mien wiefhet greeuwe orritte en roggeve. Doe Dirck comen is het ie butter, kees en eier of reckent De grippeler het met sien knechie ien huus van styen mackt Ons Pieter het die kienren brocht, en doe het ie leerse en coese leent Claens seit: Twie scrieve meer os ien. Let wel, dit is dus dia lect, geschreven 450 jaar geleden, en bijna 300 jaar ouder dan wat wij tot nu toe kenden! En toch: ik denk dat u het zonder meer begrijpt! 'Twie' is dus inderdaad 'Tessels'. Maar hadden we daar ooit aan getwijfeld? Waartoe het zoeken naar een weesjongen al niet toe kan leiden! Tenslotte zij hier nog medegedeeld dat van GAT 1203 de originele tekst met transcriptie en vertaling een zeer be perkt aantal exemplaren zal worden gedrukt. Ze zijn voor verder onderzoek te zijner tijd tegen kostprijs bij onderge- tekende te verkrijgen. Gerard van der Kooi Texel. De volgende acht jaren ontwierp Igesz vooral pen sions en hotels in De Koog en veranderde daarmee het aanzien van De Koog. Maar hij ontwierp ook andere pan- den, verspreid over Texel. Lou Igesz, de architect die De Koog een ander gezicht gaf De blauwdruk van hotel Opduin Nummer 108, September 2013 Historische Vereniging Texel HmH (coll. CAT)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2013 | | pagina 21