het vangen minder haast. Dit maakte dat in meerdere pij- pen tegelijk kon worden gevangen. Er kwam een Norton- pomp, aanvankelijk op benzine, die van 28 meter diepte grondwater kon oppompen. Dit water was 8 a 9 °C waar- door de pijp en een deel van de plas ijsvrij bleven. Boven- dien was het heerlijk schoon water. Ook zorgde Dirk voor stroom. Eerst met accu's die met windmolens werden op- geladen, na de oorlog met een aansluiting op het lichtnet. Deze en nog andere innovaties maakten dat de Korvers- kooi veel verder werd ontwikkeld dan de meeste andere kooien in het land. Niet voor niets stond deze kooi in de top tien van Nederlands best vangende kooien. Na verkoop van de kooi aan de staat in 1961 verandert er niets essentieels meer aan de pijpen. Korver verkoopt zijn huis nog niet en bedingt daarbij dat hij nog recht houdt op het telen van twee tot twee en een halve bunder sneeuwklokjes of andere bollen in het kooibos. Het telen van sneeuwklokjes was een niet onbelangrijke bijverdien- ste voor veel kooikers. De laatste bijzonderheid over deze kooi is dat de huidige kooiker Leo Daalder, die de afgelo- pen 20 jaar met zorg de kooi heeft bijgehouden, binnen- kort opgevolgd gaat worden door zijn kleinzoon Sander Legierse. De Zuiderkooi Kooi bij Spang (Natuurmonumenten) te Dijkmanshuizen Toen Natuurmonumenten in 1943 deze kooi kocht van P.C. (Kees) Koning (87), was ook deze kooi redelijk ver- waarloosd. Natuurmonumenten zocht advies om de kooi provisorisch te restaureren. Enigszins beschroomd, ten- slotte was het toch een concurrent, werd Dirk Korver om raad gevraagd. In zijn brief aan Jan Drijver van Natuur monumenten adviseerde Korver op 22 juni 1943 uiter- aard meer richting het Noord-Hollandse type, dus vooral hoger tot het eind en lichter met spiegel. Wat met deze en andere raad van Korver is gedaan tussen 1943 en nu zien we thans in deze kooi: De Texelse grondvorm is behouden, maar spiegel, valluik voor het vanghokje en meer licht in de pijp duiden op een Noord-Hollandse bovenbouw. Verder onderscheidt de Zuiderkooi zich door de enorme hoeveelheid narcissen. Naast de sneeuwklokjes die in elke kooi geteeld werden, teelde Kees Koning ook veel narcis sen. Bij de verkoop in 1943 werden die buiten de koop- akte en de notariele overdracht gehouden. Er werd apart voor betaald. Nog steeds staat de kooi in het voorjaar vol met narcissen. Vermeldenswaard is dat de dochter van Drijver, Ali Anna, toen zij haar vader een keer vergezelde, hier de zwart- moeskervel ontdekte. Een verge ten groente waarvan werd gedacht dat het niet meer in Nederland voorkwam. Kooi van de Dames Dijt (Natuurmonumenten) Wester- geest In de kooi van de Dames Dijt zijn drie van de vier pijpen ondanks een kleine spiegel grotendeels van het Texelse type. Een pijp is van een afwijkend type, een 'vreemde eend in de bij t'Ook een van de Dames, Emily, vond dat die niet 'goed' was. Dit is de noordoost pijp die meer naar het Noord-Hollandse type neigt. Hoog tot het eind met een spiegel en een schuin geplaatst vanghokje. Toen Piet Bakker (1942 2012) de kooi overnam in 1979 was die fors verwaarloosd. Anders dan zijn directe voorgangers was Piet een toegewijd beheerder van de een- denkooi. Bij zijn aantreden was de noordwest pijp net ge- reconstrueerd. Dit gebeurde samen met het uitdiepen van de kooiplas in het licht van de naderende registratieronde. Nummer 108, September 2013 Historische Vereniging Texel

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2013 | | pagina 15