met moeder in Den Helder was goed. Iedere maand kwam ik een weekend over. Ik kan me die keer herinneren dat vader met verlof - hij was gewond geraakt - terugkeerde naar Texel. Hij vertelde dat hij mij had aangemeld bij de Jeugdstorm in Den Helder. Met tegenzin meldde ik me, maar tegen m'n verwachting in was de ontvangst goed en werden er spelletjes georganiseerd in De Donkere Duinen. De sfeer veranderde drastisch toen de andere kinderen en ik op de terugweg, in de ogen van de begeleiders, niet snel genoeg langs de Duitse stellingen liepen, waarna we werden mishandeld. Ik ben nooit meer teruggegaan. De jaren bij de oma's was een prettige tijd, behalve op school. Ik was kind van verkeerde ouders, kinderen mochten niet met mij spelen. Ik was in mijn herinne- ring de enige met zulke ouders. We hadden een mees- ter, nou ik heb eigenlijk geen goed woord voor hem over. Hij heeft het pesten echt aangewakkerd. Maar er was een jongen die wel met mij omging. Dat was Piet Kuiper van Oost - tot zijn overlijden, twee jaar ge- leden - een van mijn grootste vrienden. Die had echt overal lak aan. Ook Marrie Trap en de twee kinderen van dominee Kok deden niet mee aan het pesten. Nadat ik na de bevrijding Texel verliet, ben ik lange tijd niet meer naar het eiland teruggekeerd, ook vanwege de vervelende herinneringen aan m n schooltijd. En toen kreeg ik op een gegeven moment een uitnodiging van de school voor een reunie. Toen dacht ik: wat moet ik? Maar ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ben erheen gegaan. Ja, dan komen de verhalen los van 'Ja maar, wij mochten niet van onze ouders'. Dan denk ik: waarom niet? En dan denk ik aan m n vriend Piet Kuiper, die deed dat wel! Tijdens die reunie is alles uitgesproken. Dat heeft me goed gedaan. Ik kom nu ook weer regelmatig op Texel. Ondanks m'n nare herinneringen aan school heb ik een relatief rustige bezettingstijd meegemaakt op Texel. Ik herinner me nog dat in het begin van 1945 de op Texel gelegerde Russen, die overgelopen waren naar de Duit- sers, in opstand kwamen toen ze hoorden dat ze zou- den worden ingezet aan het Oostfront. Ze werden be- schoten vanuit Den Helder en met hen is het slecht afgelopen. Slechts 800 van de 1200 zijn er overgeble- ven. Ik heb van deze afslachting gelukkig niets meege maakt. Oosterend, waar ik toen woonde, heeft het minst geleden. Het was dan ook geen angstige tijd, er was vooral sprake van 'leuke' spanning. Tijdens de bezetting ben ik drie keer zes we ken op va- kantie geweest bij een Duitse of Oostenrijkse familie. De eerste keer, in 1941, verbleef ik in Wenen. Het was een echte vakantie, mijn gastouders namen me overal mee naar toe, we gingen leuke uitstapjes maken. Het jaar daarop verbleef ik in de bossen van Thtiringen, dat was ook geweldig. In 1943 was mijn verblijf in Sude- tenland niet zo geslaagd. Daar zijn we gewoon uitge- buit. We kwamen bij een boer terecht en we moesten iedere dag aardappels rooien, bij weer en wind. Zes we- ken achter elkaar. Van deze kinderuitzendingen kan ik me niet herinneren dat ik terecht kwam bij Hitler- freundliche gezinnen. Zeker bij het Oostenrijkse gezin was daarvan geen sprake. Ik zag het niet - en ook ach- teraf niet - als een kennismaking met de idealen van het Duitsland van Hitler. In 1944 was het afgelopen met deze reizen, omdat mijn moeder het toen te gevaarlijk vond om naar Duitsland te gaan. Na de bevrijding werd ik door twee mannen bij mijn oma opgehaald. Omdat mijn vader een 'foute' Neder- lander was, werd ik naar jeugdherberg Panorama ge- bracht, waar meer kinderen met dezelfde achtergrond (ook uit de Kop van Noord-Holland) onderdak kregen. Ik bleef daar ongeveer anderhalf jaar. In die periode ging ik gewoon naar school. De leiding was in handen van aardige mensen, waaronder een paar nonnen. Er werden regelmatig spelletjes met de kinderen gespeeld of toneelstukjes opgevoerd. Je werd goed bezig gehou- den, het was geen rottijd. Daar hoorde je natuurlijk verschillende verhalen over wat andere jongens hadden meegemaakt. Toen ik veertien werd en naar de middelbare school ging, verhuisde ik naar Alkmaar. Ik bleef enkele maan- den in tehuis Varnebroek en werd vervolgens overge- bracht naar een observatiehuis aan de Amsterdamse Vosmanstraat. Ik wist dat ik daar zat, omdat ik herop- gevoed zou moeten worden vanwege de politieke keuze van mijn vader. Vervolgens kwam ik terecht in het christelijk opvoedingsgesticht Valkenheide in Maarsber- gen. Ik vermoed dat een broer van mijn moeder - die tijdens de bezetting aan de andere kant dan mijn vader stond - ervoor gezorgd heeft dat ik daar terecht kwam. Nummer 106, maart 2013 Historische Vereniging Texel Samen met m'n moeder Klaaske Bakelaar-de Jong op de fotO. (coll. P. Bakelaar) 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2013 | | pagina 7