Terzelfder tijd op d^ Groeneplaats: alle bussen zijn in
touw. Alleen de bellewagen staat er nog, maar zonder
chauffeur. Burgemeester De Koning ziet Andre Ran die
zojuist een reparatie aan een van de bussen verricht
heeft en vraagt of hij kan rijden. Het antwoord is beves-
tigend, maar; "Ik mag geen personen vervoeren want ik
ben pas 18." Vandaag gelden er andere wetten, aldus de
burgemeester, en tegen een tiental vrijwilligers: "Instap-
pen en zeilen halen bij Piet van Kassen en door naar
polder De Eendracht."
Verscheidene mensen hebben het angstaanjagende mo
ment van de dijkdoorbraak beleefd. Onder hen
Jan Rutten, 22 jaar. Hij was de hele nacht al in touw
met het aanvoeren van zakken op de bedreigde punten.
Na het evacuatieadvies is men druk doende om machi
nes naar de binnendijk te transporteren. Jan ziet een
schuurdeur door een hevige rukwind uit de hengsels
vliegen en als hij in de richting van de zeedijk kijkt,
ziet hij op dat moment dat de kruin van de dijk het be-
geeft. Het vee (24 koeien) dat nog op stal staat wordt
losgesneden en naar de binnendijk gedreven. Hierbij
komen drie koeien door verdrinking om het leven.
In een arbeiderswoning nabij hoeve 'Irene' woont de fa-
milie Bekker. Vader Bekker was werkzaam bij Rutten.
Terwijl buiten de storm raast, heerst er binnen een ge-
spannen sfeer. Annie Bekker, toen 9 jaar, wordt opge-
tild om door een hoog raam te kijken en haar te laten
zien hoe het schuimende zeewater hier en daar over de
dijk spoelt. Juist op dat moment breekt de dijk door.
Beangst wil ze het huis uitvluchten. Weinige tellen later
wordt ze met twee zussen op de dijk van de polder Het
Noorden gezet, met de opdracht om naar de familie
Van de Wetering die in deze polder woont, te lopen.
Haar oudere broer Piet heeft de hele nacht dijkwacht
gelopen en hand- en spandiensten verricht, om zo mo-
gelijk gaten te dichten. Als de kruin van de dijk schuift
en een volledige doorbraak een kwestie van seconden
is, spoedt hij zich, wadend door het snel wassende wa
ter naar de ouderlijke woning. Daar staat dan al ruim
60 cm water in. Hij ziet hoe het hondje op de tafel is
gesprongen. Min of meer verdwaasd gaat hij de trap op
om nog wat beddegoed te redden. Op zijn terugtocht
ziet hij in de keuken een wekker en een thermoskan
die hij ook meeneemt.
Later blijkt dat het water tot een halve meter van het
plafond heeft gestaan. Een geluk voor het hondje, dat
vele, vele uren later nog levend van de drijvende tafel
kan worden gered.
Van al deze gebeurtenissen waren wijzwoegend met
zandzakken op een sponzige dijk, totaal niet op de
hoogte. Tot op enig moment iemand uit de groep rich-
ting 'Zeeburg' kijkt. Hij ziet wachtmeester Tromp op
het erf van 'Zeeburg' met een rode zakdoek zwaaien.
We zien paniek ontstaan. De bus rijdt richting Eier-
landsedijk, gevolgd door rennende mensen. Ook wij
raken in paniek, laten alles uit onze handen vallen en
zetten het op een lopen naar 'Zeeburg'. In het begin is
de weg nog droog, maar na 50 meter komen we in
steeds dieper wordend en sneller stromend water. Voor
ons zien we de bus door de sterke stroming van de weg
spoelen. Ook wachtmeester Tromp is zijn motor kwijt.
Worstelend tegen het watergeweld, met alleen maar ge-
dachten in je hoofd, moeten we de Eierlandse dijk zien
te bereiken, vechten we om te overleven.
Nico Schoo vertelt later: "Ik was een van de laatsten die
probeerde de dijk te halen. Het water stond al aan m'n
lies toen ik boven het stormgebulder hoorde roepen.
Naast mij aan de andere kant van de sloot heeft iemand
zich vastgeklampt aan een heiningpaal, wie weet ik
niet. Help, help, ik verzuip roept de man weer. Wat
moest ik doen? Om hem te bereiken moest ik van de
weg af, door de sloot en zou zelf meteen wegspoelen.
Bovendien kon ik niet zwemmen. Nu nog steeds zie ik
dat beeld voor me als ik aan de ramp in De Eendracht
terugdenk."
Broer Adrie en Aad Kooger hebben steun bij elkaar ge-
zocht en hebben zo de veiligheid van de dijk we ten te
bereiken. Ondergetekende is inmiddels bij de gestrande
bus aangekomen. Daar ziet hij buurman Jan Koopman
bezig om zijn schop via de achterdeur in de bus te
gooien, zeggende: "Anders ben ik die straks ook nog
kwijt." Het zijn vermoedelijk zijn laatste woorden ge-
weest. Ondertussen hebben zich op de Eierlandse dijk
verscheidene mensen verzameld. Zij moeten getuigen
geweest zijn van een soort horror-film. Op korte af-
stand zien zij hoe mensen worstelen voor lijfsbehoud in
het woest kolkende water, waarbij een aanvaring met
een grote graszode van de dijk of een drinkbalie van
het vee fataal kon zijn.
Onder de mensen op de Eierlandse dijk is ook Piet Smit
uit De Waal. Het is aan zijn kordate optreden te danken
dat verscheidene mensen de ramp hebben overleefd.
Op een van de wagens met goederen van 'Zeeburg'
vindt hij een stuk touw. Martin Boogaard die op korte
afstand van de dijk zwaar in de problemen is, krijgt het
touw toegeworpen, maar door de harde wind en snelle
stroming dreigt de reddingsoperatie te mislukken. Bij
de derde poging weet Martin het touw met een duik te
bemachtigen en kon hij in veiligheid gebracht worden.
Piet Smit nam de leiding op zich. Hij organiseerde mid-
dels het touw een menselijke keten, zodat ze verder in
het water konden. Zo hebben meerdere mensen de
ramp overleefd, waaronder ik.
Hoe weer naar huis? Gerard van der Kooi zag tegen de
dijk een damesfiets liggen en samen met Frans de Ko-
Nummer 106, maart 201-3
Historische Vereniging Texel
3