dood gemakkelijk schot, een kind had hem kunnen
raken. Hij stortte dan ook ineens, als door de bliksem
getroffen, neder, de prachtige vogel, en geen bloed
vlek ontsierde het smetteloos wit van zijn veeren.
Steenhuizen was zoo beleefd, te applaudisseeren..."
Ondanks dit schot van Thijsse komt de kluut nog
steeds voor op dit deel van Texel.
"In de namiddag huurden we heel verstandig een
paard en een 'driewielde kar' (die in de verte wel wat
had van een omgekeerde Romeinsche quadriga)...
Toen we 's avonds in de gelagkamer van ons logement
aan het inpakken en vastleggen van onze buit bezig
waren, hadden we het gezellig genoeg, want we wa
ren omringd door een groep dorpsbewoners, die een
praatje kwamen maken over vogels en eieren en nes
ten. Ieder rechtgeaard Texelaar heeft tal van eizoek-
avonturen beleefd en als wij gewild hadden, zouden
we in minder dan geen tijd een heel aantekenboekje
hebben kunnen vullen met allerlei wonderbaarlijke
voorvallen uit het vogelleven, waaronder kievitnesten
in wagensporen of kemphaaneitjes van een decimeter
lang nog maar tot de allergewoonste zaken zouden
behoren."
De volgende dag ging de jacht in polder 't Noorden
onverdroten verder, dit keer op blauwwaterstartjes.
Volgens Dijksen waren dat zwarte sterns. Die komen
er nu niet meer voor. "Mis! Maar een tweede raakte
en stuiptrekkend lag een der kleine vlugge schreeu
wers in het zand. En nu gebeurde iets bijzonders. Op
het dreunen van de beide schoten hadden bijna alle
vogels de vlucht genomen, alleen de blauwwaterstar
tjes bleven om ons heen vliegen, gedreven door een
noodlottige nieuwsgierigheid. Deze gold echter niet
ons, maar hun getroffen kameraad, die daar stervend
in het zand lag.... Zoo waren ze gemakkelijker te
schieten...." Het gezag kwam poolshoogte nemen,
heel begrijpelijk, in de vorm van de molenaar van De
Bol annex rijksveldwachter, "met een stroeve ernst op
het gezicht." De buitengewone machtigingen, vergun
ningen en licensies die Thijsse en Steenhuizen bij
zich hadden, deden hun werk, ten gunste van de vo
gelschieters. 's Avonds werden in de gelagkamer van
het hotel de geschoten vogel meteen gevild en gecon
serveerd door de heer Steenhuizen.
Op de vierde dag gingen de heren vergezeld van de
veearts van Den Burg en een "Texelsche jonge vriend
van een jaar of zeventien, Piet geheten, die voor die
dag gaarne het vaderlijk kantoor in de steek het voor
een zwerftocht door dal en duin in het warme zomer
zonnetje. We konden zijn lange beenen en scherpe
oogen natuurlijk uitstekend gebruiken." De tocht
ging door de Eierlandse polder, "langs Gent, Leiden,
Delft en Antwerpen reden we naar 's Hertogenbosch,
waar het rijtuig gestald zou worden- die route klopt
wel niet heelemaal met de Atlas van Europa, maar de
Eierlandsche boerderijen nemen het met de aardrijks
kunde zoo heel nauw niet." Nu waren de wulpen aan
de beurt en de bergeenden. De heren hadden deze
dag minder succes. Nergens vonden ze een bergeen
dennest. Uit pure narrigheid gingen de expeditiele
den midden in de duinen, midden in de broedtijd,
een kinderachtige schietpartij aan, met de kistjes die
bedoeld waren om nesten in op te bergen als schiet
schijven. Ik meldde het al, als ik hetzelfde als Steen
huizen en Thijsse zou doen, had Ecomare mij op
staande voet ontslagen.
Vrijdag waren de duinen bij De Koog aan de beurt.
Nu gingen de makelaar van Den Burg en twee andere
jongens mee. "De weg heeft een bocht genomen en
De Koog ligt voor ons, met zijn bouwvallig kerkje en
zijn tiental boerenhuizen vlak aan de voet van het
hooge duin, dat in drie grootsche golvingen een
hoogte bereikt van meer dan veertig meter..." Thijsse
weet van overdrijven, die duinen hebben nooit de
25 meter gehaald.
Een Koger gids, aan de beschrijving te zien een loon
werker/jutter/stroper met naam Leendert, wist te ver
tellen dat er bij Madura, niet ver van De Cocksdorp,
nog bergeenden zouden moeten zijn. Dat was een
heel eind lopen. Ze vonden daar een leeggeroofd nest,
,1
Jac.P. Thijsse met Jan Kooger, de schipper van de
reddingboot van De Koog omstreeks 1 91 0.
Wie zijn die andere mannen?
coll. Heimans Thijssestichting, Amsterdam
Nummer 105 december 2012
Historische Vereniging Texel
7