Texel hebben gedaan, dan was ik zeker mijn baan kwijt, kon ik mij op Texel niet meer vertonen en was ik waarschijnlijk ook nog in verzekerde bewaring ge steld. Het zijn de stukken tekst waarin de heer Thijsse, de grand old man van de Nederlandse na tuurbescherming, zichzelf en zijn expeditieleden be schrijft als fanatieke vogelschieters zonder scrupules en waaruit blijkt dat de Texelaars destijds heel wat meer op de natuur van hun eiland gericht waren dan tegenwoordig. Het kan verkeren... Het begint al met de voorbereiding. "Ik heb zelfs nog een flauwe herinnering ervan, dat we werkelijk van plan waren, de jeugdige inboorlingen in onze dienst te nemen en ze te beloonen met zakmesjes en doosjes kralen..." Steenhuizen nam speciaal gemaakte kistjes mee om nesten heelhuids naar Artis te kunnen ver voeren. "Verder namen we mede: 1 buitengewone machtiging van de Minister van Justitie voor het schieten van in 't wild levende dieren, 1 jachtgeweer, 1 botaniseertrommel, 100 patronen, 2 gros spiegel- oogen (wat dat zijn weet ik niet, A.O.), 2 km touw, 1 ijzeren schopje (kinderspeelgoed uit de Fransche bazar, dat ook nooit gedacht had, mede te zullen wer ken tot meerdere glorie van Artis.), 1 Engelsch mes, 1 cassette met tangetjes, lancetten, scharen, voor het ontleden van vogels, 5 sigarenkistjes met zaagsel, 1 dito met gips in poedervorm, 50 sinaasappels, 1 dagboek, 1 schetsboek met een voorraad potloden." De week begon met slecht weer en de eerste dag van de expeditie besteedden Thijsse en Steenhuizen aan het vergaren van "een heele voorraad van documen ten en vergunningen van allerlei aard om het land te betreden, om eieren te zoeken en (wat meer waard is) om ze op te rapen, om grond uit te steken, om te schieten, zelfs om, zoo nodig, stukken van boomen af te zagen. Zonder die papieren hadden we niets kun nen uitrichten, want in de gemeente Texel wordt zeer streng de hand gehouden aan de bepalingen van de jachtwet, en er zijn veldwachters en opzichters, waar niet mee valt te gekscheren." De tweede dag reisden de heren in een rijtuig naar Oosterend, over een weg vol kuilen en bulten, waar over juist een geschil was gerezen tussen het polder bestuur en de gemeente. Met Thijsse's vriend Daalder gingen ze het veld in, naar polder 't Noorden, "een mislukte droogmakerij, voor de grootste helft on vruchtbaar land, waar niets groeit dan zuur gras en zeekraal, maar waar het letterlijk krioelt van allerlei vogels." Ze vonden er eieren en nesten van vroekies. Van Adriaan Dijksen, deskundig lid van de Vogel werkgroep Texel, heb ik vernomen dat dit geen bont- bek- maar strandpleviertjes waren. Die komen anno 2012 in polder 't Noorden niet meer voor. Steenhui zen doodde de jongen "met een barmhartige kneep onder de vleugelstompjes." Ja, dat staat er echt. En Thijsse schoot er de kluten uit de lucht. "Het was een De Muy, in 1 926 geschilderd door Steenhuizen, met de door Steenhuizen en Thijsse verzamelde bergeenden en meeuwen. Onlangs werd dit zogenaamde Heimansdiorama gerestaureerd. Foto Artis, Fred Nordheim 6 Historische Vereniging Texel Nummer 105 december 2012

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2012 | | pagina 8