Het begon in september met het pellen van de amandelen De amandelen werden even in kokend water gedom peld tot het velletje losliet. Daarna op de zeef, waarna ze op een tafel werden gestort. Om de tafel zaten zo veel mogelijk medewerkers, familieleden en ook mijn opa en oma Zijm. Die amandelen moesten zo snel mogelijk met de hand, dus stuk voor stuk, van het velletje worden ontdaan, omdat als ze droog werden dat niet meer lukte. Daarom lag er over de zeef een natte doek, die regelmatig nat werd gehouden. Mijn opa was verreweg de beste peller. Dat kwam omdat hij altijd op het land had gewerkt en dus veel eelt op zijn handen had. Het pellen deed je tussen duim en wijsvinger, waar je al gauw blaren kreeg. Opa had daar geen last van. Er werd dan ook met de planning van het pellen alleen naar de beschikbaarheid van opa gekeken. De rest moest zich dan maar aanpassen. In 1954 kregen we voor het pellen een machine. Daarin waren twee gekartelde walsen waartussen de amandelen van het velletje werden ontdaan. Daarna vielen ze naar beneden, door een horizontale lucht stroom. De velletjes werden weggeblazen en de ge pelde, blanke amandelen kwamen in een bak. Hierbij was het belangrijk dat de amandelen precies lang ge noeg in het hete water hadden gezeten. Was dat niet lang genoeg dan gingen de velletjes er niet van af. Hadden ze er te lang in gezeten, dan waren de velle tjes zwaar en kwamen tussen de amandelen terecht. En dan moest alsnog alles met de hand worden nage zocht. De kleine amandelen vielen tussen de walsen door zonder dat het velletje eraf ging. Dat betekende dat nog zeker voor 30 voor rekening van de pel- groep kwam. De gepelde amandelen werden gewassen en moesten winddroog zijn voor er marsepein van gemaakt kon worden. Marsepein bestaat hoofdzakelijk uit amande len en suiker en dat in een bepaalde verhouding. Wij gebruikten 1 deel amandelen op 1,5 delen suiker; dan kreeg je marsepein dat zeer geschikt was om worst, spek en fruit mee te maken. Deze marsepein bleef te zacht om figuren mee te maken. Daarvoor had je een verhouding van 1 op 2,5 nodig. De marsepein werd gedraaid, dat wil zeggen dat het werd gemaakt tussen twee draaiende, gladde walsen in de machine. De ruimte tussen de walsen werd na iedere gang iets kleiner gemaakt, dit vereiste vakmanschap; de marse pein moest mooi soepel worden, maar was de aman del iets te droog bij het draaien of werd de ruimte tussen de walsen te snel kleiner gemaakt, dan draaide de massa in de olie. Dat wil zeggen dat de olie die in de amandelen zit er dan uitkwam. De marsepein was daarmee meteen niet meer te bewerken. Als de mar- De bakkerswinkel van Timmer, Hoogerstraat 5 in Den Burg. In het midden de winkeldeur, rechts daarvan de winkelruit en achter het linkerraam de slaapkamer. coll. Kees Timmer Je creativiteit kon je kwijt in het maken van een etalagestuk (1 961coll. Kees Timmer Het personeel voor de winkel in 1 950. P. Bremer - Jan Timmer - - Caath Witte - Annie van Swinderen - H. van Heerwaarden - André Kievits - Toon Witte. De bakfiets, de laatste aanwinst van Timmer, Staat er bij. coll. Kees Timmer Nummer 105 december 2012 Historische Vereniging Texel 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2012 | | pagina 27