verkleden?" "Nee, ik heb geen zin. Als ik door de Weverstraat loop, krijg ik steevast te horen: "Dagggg Sint". Daar heb ik geen zin meer in." Enkele minuten later klinkt er van het toneel trommelgeroffel en gaat het gordijn openhelaas een leeg toneel. Deze act werd herhaald, met hetzelfde resultaat. Toen werd de deur van de Koninghal geopend en sleurde een boze rector een tegenstribbelende Lasthuizen de zaal in. Henk de Vries moest al zijn overredingskracht ge bruiken om deze man zover te krijgen dat die het to neel op ging. Achter een groot, wit laken brandde een grote bouwlamp. Hier moest Sint uit zijn gewone kloffie en reikte een butler hem het sintgewaad aan. Wij hadden in die tijd nog enkele tientallen vluchte lingen op school. Tijdens deze kleedscene zaten zij met de handen voor de ogen op hun stoel. Er was wel niets echt te zien, maar toch. Dit hadden wij nooit in gecalculeerd. Er was eens een meisje uit klas vier tot over de oren verliefd op een mannelijke leerling. Onder alle proefwerken en op de borden in de gangen, letterlijk overal stond haar voornaam met de achternaam van het onderwerp van haar liefde. Deze laatste was be paald niet verguld met deze liefde en werkte van gan ser harte mee aan de act. Zij werd in de kleedkamer gehuld in een prachtige witte bruidsjurk, maar wist niet dat haar geliefde al in jacquet klaar stond. Sint had een ontroerend toespraakje en zegende dit kers verse bruidspaar. De liefde was toen wel heel snel over; de bruid siste constant tegen de bruidegom: "Vuile klootzak! Vuile klootzak!" Later hebben wij ons wel afgevraagd of deze act niet wat te ver ging. Tussen de acts door traden leerlingen öp. Vooral de dames lieten graag hun niet onverdienstelijke dansjes zien. Jaap Dros was een meester in het ontdekken van zangtalent. Soms trad hij op met een grote groep leer lingen. Op deze manier kwam er wat afwisseling in het programma. Nu, jaren later, zijn deze Sinterklaas optredens nog steeds voor ons een bron van zeer ple zierige herinneringen. Hans Lasthuizen Sinterklaastied bij bakker Dros in Oudeschild De sinterklaastijd was vroeger een belangrijke periode in de bakkerij. Het zomerseizoen was nog niet zo ge weldig in die tijd en duurde net zo lang als de zomer vakanties: één maand. Ik weet nog dat de bakkerij voor het eerst in 1952 of 1953 een week dichtging. Konden we eindelijk één weekje met vakantie. De an dere bakkers namen dan een deel van je klanten over en dat alles in goede harmonie. In Oudeschild waren toen nog vier bakkers. Jan Witte, Dirk de Ruijter, Cees Kaczor en Jan Simon Dros. Maar dit terzijde. Terug naar de sinterklaastijd. Die begon eigenlijk al in de zomer met het inkopen van amandelen, abriko zenpitten, couverture (chocolade voor het maken van chocoladeletters), honing en spullen voor de sinter klaastafel. Vader Jan Simon lag in die tijd al met veel reizigers in bakkerijgrondstoffen in de clinch om een zo voordelig mogelijke prijs te bedingen. Moeder Antje ontving intussen de reizigers in zoetwaren, die met koffers vol sintspullen langs kwamen. Ze had een fijn gevoel voor wat betreft de soort van artikelen en de hoeveelheden die ze kocht. In oktober werd dan begonnen met het draaien van de amandelspijs en de marsepein. De spijs hadden we in twee kwaliteiten. De amandelspijs en de pitten- spijs. De pittenspijs werd gemaakt van abrikozenpit ten en dat maakten we het hele jaar door; dat werd gebruikt voor het maken van gevulde koeken en zo. In de sinterklaastijd werd het gebruikt voor tweede kwaliteit banketletters. De abrikozenpitten waren kleiner dan de amandelpitten en bitter van smaak en werden na het pellen steeds met vers water gespoeld tot de bittere smaak verdwenen was. Voor het pellen werden de pitten in ketels kokend water gestort, waardoor de velletjes los kwamen te zitten. Daarna werden ze afgegoten en machinaal gepeld. Dan wer den ze op de werkbank uitgestort en de resterende stukjes amandel er uit gelezen. Ieder beschikbaar per soon werd hiertoe ingezet: opa, de kinderen en het personeel. Wij kinderen kregen van vader een gulden per ons voor de gevonden stukjes amandel. Meestal was dat het maximale datje per keer kon vinden. Vanaf oktober loeide de pelmachine dagelijks totdat alle spijs en marsepein klaar was. Lettervormen voor de chocoladeletters hangen nu aan de wand. Nummer 105 december 2012 Historische Vereniging Texel 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2012 | | pagina 23