W E R E L D T S. lende Geyten eygender, gelijck sij dan oock selver door den naem sulcks bekent staen.10 En: "niemant en danst, of hy is droncken ofte uytsirmigh", en wordt gedreven "door vleeschelijckegeneughte" waaruit hoererij ontstaat... Tegelijk wordt er een verband gelegd tussen de lichtzin nigheid en de concurrent op de reli-markt: "t Selve wordt oock in de Roomsche kereke bevonden, by de Gilden, de Kermissen ende Feestdagen van Santen en San tinnen, in welcke de danssen gebruyckelijck zyn:...nae slempen en schranssen, soo komt het danssen". Van Cra- lingen betoont zich daarmee een voorloper van Magy- rus. Voor hem is dit alles heidens: "de danssen zyn het voester-kindt van de Heydensche Af-goderye ende Brasse- rije". Want: hoe wil je al dansend en springend de smalle weg gaan die Christus voorschrijft? Integendeel: dansen ontsteekt de wellust! "Wumeer twee persoonen die tot het vier der liefde seer gheneghen zyn, malkanderen soo na e genaken ende raken, het en kan niet veel anders zyn, soo haest de windt der vreuchde ende vermakinge des dans daer tusschen komt, of sy sullen wel haest onder malkanderen ontsteken worden. De vereeniginge van twee vierigheden sal een verdoeme- lijcke begeerte voortbrengen".Want dat zijn de 'schone' vruchten van het dansen: "hooverdye, wulpsheyt, licht- veerdicheydt, hoerachtigegebaerden [gebaren], onkuysche liefde ende oock wel somwijlen hoererye, vechterye ende diergelyckegrouwelen meer"Deze dansers denken niet aan hun zieleheil: "sy legghen versmoort in hare stinkende wellusten". In plaats van te denken aan het komende oordeel Gods en zich daarop voor te bereiden, trotseren ze God en zijn engelen, "uytbreydende onbeschaemdelick het hayr [met loshangend haar] voor de ooghen der men schep als een monsteringe [toonbeeld] doende van alle 10 'capriolen' komt van het latijnse caper bok, dus: bokkesprongen. Denk aan kamperfoelie caprifolium: geitenblad. ongebondenheydt in hare kleederen, in soo een sta et met de voeten sper telen, met een onbeschaemt aengesicht ende met onkuysche vrolicheden, raesende nae den darts...; sy hebben de locht [lucht] besmet met hare bordeelsche liederen". De aanstoker De aanstoker van dat alles is: de wijn. Die veroorzaakt het verlies van zo menige ziel. Want het is voor Cralin gius een gegeven dat al deze mensen naar de hel gaan: zij roeren de voeten, doch verliezen het verstand. Daar over zouden ze zich moeten bedroeven, maar "ghy scheert iedereen de geck ende verblijdt u met een sotte vreuchde, daer ghy veel eer behoort te schreyen...En ook de toeschouwers lopen gevaar: maeckende de ghene die het aenschouwen echtbrekers ende vrouachtichzeker als ze zich vertonen op bruiloften waar gefiedeld, gedron ken en gedanst wordt. Ach, die drank... Deze gereformeerde verzuchting staat wel haaks op de lofzang op de wijn in een 16e-eeuws voor-reformato risch bruiloftslied: Heer Jesus in der bruyloft quam Van water maeckten hij wijn Omdat wij souden vrolijck sijn. Ghelooft soo moet den brouwer sijn! Wijnken en nu gaet in, nu wijnken en gaet nu in. (etc.) Maar helaas voor Cralingius, hij vecht tegen de bierkaai, want "in ortse dagen breecken de dansserijen in als een wa terstroom". Er zijn zelfs bisschoppen die met vrouwen dansen! (Hij verbindt hier opnieuw de twee fronten waartegen hij strijdt). Hij vindt dan ook bij de RK geen steun, in tegendeel. Gelukkig voor hem kan hij de juist heid van zijn betoog over de gruwelijke dansen onder bouwen met citaten uit zowel schrijvers der klassieke oudheid als met plaatsen uit de bijbel waarin gedanst wordt. Tegenwerpingen van danslustigen Mag een mens dan geen pleziertje hebben? Jawel, zegt Cralingius, maar dansen is geen neutrale, middelmatige zaak, zoals wel of niet vlees eten. "Wint de ijdelheden, lichtveerd[i]gheden ende wulpsche vermakinghen der dans sen, die veel tij dts de dronckenschappen vergheselschappen, de openbare aen-lockinghe tot ontuchtigheydt, ende dier- ghelijcke quaden meer, die maken dat de danssen onder de middelmatighe saken niet en konnen gherekent worden". Gereformeerden moeten dit dus absoluut afwijzen. Ze moeten weggaan bij een maaltijd zodra ze zien dat de boel in gereedheid wordt gebracht om te dansen. Want voor een gereformeerd Christen gaat de vreze Gods bo ven al. "Soo salmen ons uyt-roepen voor gheveynsde per- fectisten, hayr-klievers [haar-klovers] ende neus-wijse menschen". Maar dat is immers beter dan voor eeuwig verloren gaan? Nummer 104, september 2012 Historische Vereniging Texel 17 tB A N C KE I D« <Cftr De hectai<U«gh|<'* D A N S S EN fx* •«<-*;-"ikZ ïI.dfvi«»ix»>A<"e:r-*t^ s vfv <ii i» óee D*K4 'E- S?ji mi 5o«? JOANNiM CRA1 lNGtt'M. Ml M. I Mnpfc"»' Cmomj r>rc Jen: hnfbsen et C t p de» jiamJe van [tUnmni i' A M 5 T k L R E O A M. (fJEnrtwn Cralingius (Foto Gerard van der Kooi)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2012 | | pagina 19