c^fV f-Ojpt/ /jvmc iSQj De kerk in dorp Koog op Texel anno 1667 (Atlas van Schoemaker) tegen hen (de RK) was dan voor lagere bestuurslagen niet ongebruikelijk. Zo wenden 'burgemeesters, schepe nen en regierders van den eylande van Texel' zich in 1616 om hulp tot de Gecommitteerde Raden van het Noorderkwartier en West-Friesland; want de RK verza melen hier zich openlijk, ondanks het verbod daarop. De Raden sturen het bericht door naar stadhouder prins Maurits en de Raad van Flolland, Zeeland en Vriesland. Zij op hun beurt vragen opheldering aan de schout op Texel, Barend van Neck. Hij van zijn kant doet daarop zijn beklag over de behandeling die hem van de zijde der RK ten deel is gevallen. Verder verandert er niets. In bijgaande documenten doet Van Neck verslag over wat hem van de zijde der RK is overkomen: zijn vervan ger is door hen bont en blauw geslagen, hijzelf met hooivorken uit hun vergadering gejaagd en ondanks zijn ouderdom hebben de vrouwen geprobeerd hem in een deken te naaien. De RK, hoewel verboden, waren dus bepaald geen doetjes. Het werk van een schout, maar zeker ook van een gereformeerd predikant op Texel was duidelijk niet eenvoudig in die tijd. Abraham Magyrus, predikant in De Koog Abraham Magyrus was de tweede predikant die ik in HVT 85 besprak. Hij publiceerde in De Koog in 1680 zijn boek Almanachs-Heyligen, waarin hij zijn ervarin gen met 20 jaar rooms-katholicisme beschreef en de moeizame strijd die hij in zijn eentje daartegen te voe ren had. Met name keerde hij zich tegen de vele RK ge bruiken die onuitroeibaar bleken: Sint Maarten, Sint Ni- kolaas, Kerstmis, Vastenavond, maar ook Goede Vrijdag en Hartjesdag; ze werden nog steeds uitbundig gevierd. Magyrus merkt op dat al deze dagen gepaard gaan met overdadig schransen en drinken, dansen en spelen, met volle kroegen en dronken gelagen. Hij kreeg daar geen vat op, sterker nog, voor zijn gevoel verloor hij steeds meer terrein aan zijn RK concurrent, en daarmee tevens zijn greep op de lichtzinnigheid. Hoe was dat tijdens zijn voorganger Johannes Cralingius? Een rechtzinnige vader en een rechtzinnige zoon Aan Johannes Cralingius en het boekje van zijn hand heb ik hier niet eerder aandacht besteed. Johannes stamde uit een rechtzinnig domineesgezin in Woerden. In zijn tijd was er in de jonge gereformeerde kerk een strijd gaande tussen voor- en tegenstanders van de vrije wil, tussen vrijzinnigen en rechtzinnigen, ook wel re monstranten en contraremonstranten genoemd, of wel Arminianen en Gomaristen.6 De vader van Van Cralingen was recht in de leer, wars van de vrijzinnigheid der Remonstranten. Hij had theo logie gestudeerd in Leiden waar hij ca. 1589 was gebo ren. Hij begon als predikant in 1614 te Alkmaar, kreeg in 1616 als standplaats Oosthuizen/Warder en verhuisde in 1619 naar Woerden. Nog in 1642 publiceerde hij daar boekjes tegen de vrijzinnigheid. In 1644 vertrok hij, 55 jaar oud, als zendingspredikant van de West-In dische Compagnie naar Brazilië. Hij overleed daar ech ter reeds in januari 1645. Naar de mode van zijn tijd verlatiniseerde hij zijn naam: Van Cralingen werd Cra lingius.7 Zoon Jan groeide dus op in een rechtzinnig milieu. Hij werd in 1643 ingeschreven als kandidaat in de theologie te Leiden en beijverde zich om zijn eigen orthodoxie daadwerkelijk te tonen. Met zijn medestanders bestreed hij vrijzinnigheid onder gemeenteleden; zij waren bij voorbeeld tegen een orgel in de kerk. Ook de verboden RK waren hen een doorn in het oog. In De Koog Cralingius begon zijn werk als predikant in De Koog in 1647. Hij zou er 10 jaar blijven. In een brief aan de Sta ten van Holland, gedateerd 25 april 1655, beklaagt hij zich over het gedrag van de RK in het dorp: hier woont opentlyck met kennisse ende voorweten van den officier een Roomschen priester... Deze die ga et ofte rijt te peert ofte met een wagen...door het gansche eilandt, waar het hem lust endeghelieft, ende dat bij clarendaghe voor de oogen van de gansche werelt, hij doet dagelyks syn afgodische misse...soodat depauselycke hiërarchie op onsen eylande soo openbaer begint in swange te gaen als off wy midden onder het pausdom waren...Immers die niet blint en is, die kan wel sien, dat ons eylant nu alle uren in peryckel is... 6 Een van de slachtoffers van deze strijd was bijvoorbeeld Hugo de Groot, die als remonstrant in slot Loevesteyn werd opgesloten, van waaruit hij in een boekenkist ontsnapte.' 7 Andere voorbeelden: Hond werd Hondius, Vink> Vinckius, Voet> Voetius, Groot> Grotius of Magnus, Oudhuis> Althusius Nummer 104, september 2012 Historische Vereniging Texel 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2012 | | pagina 17