De wereld een dansfeest, vooral in De Koog In 2007, in nummer 85 van ons blad, heb ik enige aan dacht besteed aan twee Texelse predikanten in de 17e eeuw. Het waren Willem Barentsz, gereformeerd do minee in Den Hoorn van 1607 tot 1622, en Abraham Magyrus, sinds 1658 dominee in De Koog, waar hij bleef tot 1702. Een boek van Willem Frijhoff, Wegen van Evert Willemsz gaf mij aanleiding om Barentsz' notulen van de kerken raad en het boekje dat Magyrus schreef, nog eens te be zien. Frijhoff namelijk publiceerde een biografie over een weesjongen uit Woerden die dominee werd, onder meer in het pas gestichte Nieuw Amsterdam in Ame rika. Op twee plaatsen in zijn boek noemt hij zaken die voor ons eiland van belang zijn. Zo vermeldt hij op blz. 550 een Texelse weesjongen die in 1642 dominee wil worden in een kolonie in de Oost of de West; op hem hoop ik een later artikel terug te komen. De tweede ver melding, op p. 198-199, betreft een boekje uit 1656, ge schreven door Johannes Cralingius, predikant in De Koog. We zullen ons hier voornamelijk met dit werkje bezighouden. Eerst besteden we echter nog enige aandacht aan Barentsz en Magyrus. De gereformeerde kerk De gereformeerde kerk werd in 1573 in alle zeven pro vincies met overheidssteun ingevoerd en nam toen niet alleen de functie en de bezittingen, maar ook de onver draagzaamheid van de RK staatskerk over. Het was vanaf die datum nog wel toegestaan om rooms-katho- liek te zijn [in het vervolg afgekort tot RK]maar alleen binnenshuis. Er is gewetensvrijheid voor de RK, maar openbare uitingen daarvan worden verboden. Als voor beelden van dergelijke ongeoorloofde 'exercities' wor den in een Resolutie van de Staten van Holland (naast kerkdiensten, missen) genoemd: het branden van wie rook, brandende kaarsen bij een dode, het maken van kruisen of kruistekens op doodskisten of een graf, in het openbaar geknield bidden, enzovoorts. Het bestuur van de gereformeerde kerk was centraal ge regeld: alle plaatselijke gemeenten stonden onder gezag van de provinciale classes, en deze op hun beurt onder het hoogste bestuursorgaan, de landelijke synode, welke meteen nieuwe leer- en levensregels voorschreef. Die werden verplicht opgelegd aan alle gemeenten, hun voorgangers, alle weesvoogden en onderwijzers. Heel veel volksgebruiken werden nu tegelijkertijd als 'zondig' bestempeld en waren dus verboden. Daardoor zou na melijk de Naam des Heren gelasterd worden, net als die van de nieuwe Gemeente. Als consequentie werd aan de nu verboden zaken verbonden dat, wie geen berouw toonde, werd uitgesloten van het Avondmaal en daar mee van het eeuwig heil. Die nieuwe regels bevielen ET slecht. In een keer werden zo een heleboel zaken 'zon dig'; vechten, kijven, alcoholische drank drinken of tap pen, zingen van niet-godsdienstige liederen, muziek maken, kolf spelen, kermis houden of bruiloft vieren, trouwen met een niet-gereformeerde, enzovoorts. Dansen Dansen, zelfs op je eigen bruiloft, werd bij herhaling veroordeeld. Aan dit verbod willen we hier onze aan dacht wijden. Want over dat 'dansen' had reeds in 1578 de nationale synode van Dordrecht zich uitgesproken. Op vraag 43 der vergadering namelijk, "wat men doen sal met den ghenen die hen tot openbaere dansen be- gheven" werd als antwoord gegeven: "dit is een lichtuer- dicheyt die den Christen niet betaemt mede [te] brenghen, ende aenlockinghen der vleeschelicker lusten syn". Wan gedrag dus, dat diende te worden bestraft, desnoods met uitsluiting van het Avondmaal. De synode van Middel burg stelde echter reeds driejaar later (in 1581) vast, "dat danssen, vechten ende dronckenschap in desen Landen schier ongheneselicke zonden syn". Je zou ook kunnen zeggen: dansen bleek onuitroeibaar, het leven was ster ker dan de nieuwe leer. De voorschriften voor het gedrag werden streng gecon troleerd, zeker waar het het dansen betrof. De kerken raad hield de dominee en de gemeente in de gaten, de classis controleerde de gemeente, de synode weer de classis. Ook onderling in de gemeente ging men op el kaar letten en leverde men desnoods kritiek op een te laks optredende kerkenraad. Desondanks bleek, zoals we zullen zien, dat vanaf het begin gemeenteleden moeite hadden zich aan alle voorschriften te houden, te meer, omdat RK dorpsgenoten hun gewone leven kon den voortzetten. Dat wil in dit verband zeggen: die kon den gewoon blijven dansen! Terug naar Barentsz en Ma gyrus. Nummer 104, september 2012 Historische Vereniging Texel 13 vv. Rcumv 1 Het dorp den Hoorn op t Eyland Texel. (Atlas van Schoemaker)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2012 | | pagina 15