MtJLlM
door de zandige Polder 't Noorden. In Den Burg is
een museum van opgezette vogels en schelpen. Voor
50 jaar had Den Burg nog een vieze sloot, die Burgwal
heette. Vanaf de grote kerk, uit baksteenmoppen ge
bouwd, heeft men een goed uitzicht.
Overal op Texel zagen we schapen, tot zelfs in de dui
nen, maar we zagen geen koeien; die schijnen er niet
veel te zijn; de grond is er te schraal. Op Texel is bijna
alles gras, in 't noorden van 't eiland zagen we ook
bouwland, voornamelijk omdat daar ook Zeeuwse en
Groninger boeren kwamen.
Dan gingen we naar Oudeschild terug. Op de boot
bleef ik op 't bovendek, 't Was er wel erg winderig en
koud, maar van zo hoog had men een goed vergezicht.
Vlak bij Den Helder zag een juffrouw, die voortdurend
in zee getuurd had, bruinvissen. Ik zag ze, met de kij
ker, toen ook met glimmende rug boven komen; één
sprong er zelfs helemaal boven 't water uit.
Uit dit verslag blijkt wel dat we nog niet alles gezien
hebben van Texel. Er lijkt me wel iets waars in 't
woord van Dr. Thijsse op 't eind van zijn Texelalbum:
Wordt een geregelde gast. Een enkel jaartje moogt gij
misschien eens overslaan, maar kom hier toch liever
driemaal in een jaar dan eenmaal in driejaar.
Over de Wieringermeer, waar we de werkzaamheden
van Jo bewonderd hebben en nadat we een blik ge
worpen hadden op 't Joodse autarkische werkdorp
gingen we voldaan huiswaarts, dankbaar voor 't geno-
tene, zeer dankbaar jegens vader enjo, die ons veilig
thuis bracht.
Th. de Lange
Met hartelijke dank aan Dick de Lange, de zoon van
aannemer Jo de Lange uit Spanbroek.
Bericht uit Duitsland
Cornelis Witte is geboren op 5 december 1924. 't Is er
ien van Johannes Witte en Johanna Boogaard van
"Zandbergen" aan de Fonteinsweg H90.
Kees van Heerwaarde, op Texel bekend als Kees Hoe-
kie, vertelde over Kees Witte dat hij nogal stotterde,
maar desondanks een glansrol vervulde in een toneel
stuk van de Vereniging van oudleerlingen van de
landbouwschool: zijn mimiek was onnavolgbaar en
werkte op de lachspieren van alle toeschouwers. In
de Tweede Wereldoorlog waren Kees Hoekie en Kees
Witte beiden niet ver van elkaar in Duitsland tewerk
gesteld.
Kees Hoekie werkte bij een boer, die zelf in het leger
zat, en bezocht in 1944 eens per week Kees Witte; hij
nam dan wat eten mee voor Witte.
Hier volgt de tekst van enkele postkaarten en een
brief, die Kees Witte in 1943 verstuurde aan
Aad Boerhorst van de "Hoge Kamp".
Beste Adriaan,
Ik zal ook even horen laten dat ik al 8 weken in
Duitsland zit.
Ik werk op een grote conservenfabriek, waar ik zeer
veel nevenkarweitjes doen, vaak met de auto mee. Het
eigenlijke fabriekswerk doen in hoofdzaak Russische en
Poolse meiden waarvan er ongeveer 400 zijn. Ik slaap
hier in een groot lager, in barakken, met kamers van
32 man; waarvan 8 Tesselaars, ook Kees Bakker uit
Spang, die met me op de zelfde fabriek werkt. De slaap
plaats is vrij goed, het eten dat gaat, middageten krijgen
we op de fabriek, we eten veel soep en ook veel in de
schil gekookte aardappelen. Het brood is iets te kort. We
moeten zelf ons kleren wassen, stoppen en naaien.
Schrijf maar eens terug, dan eindig ik met de wens dat
ik weer spoedig op Texel zit.
De groeten van uw kameraad Kees Witte
Nummer 103 juni 2012
Historische Vereniging Texel
27