Deze foto dateert uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw
kinderen gingen in teilen in bad en het warme wa
ter voor dat bad moest op ons 3-pits butagastoestel
gekookt worden. Op vrijdagmiddag gingen we voor
een echte wasbeurt naar het badhuis, ongeveer op
de plek waar nu de landartsen zitten op de Witte
Kruislaan. Dat badhuis had een 4-tal douches en
één bad. Een bad nemen kostte meer geld dan de
douche gebruiken. Er was een echte badmeester,
die zorgde dat alles schoon bleef en de mensen niet
voor hun beurt gingen. Er hing in het badhuis een
lucht, die een mengeling was van stoom, mensen-
lucht en zeep. Wij namen altijd een douche, het
bad leek me toch een beetje 'vies', maar dat was
meer het idee, dan dat het echt zo was.
De kleren werden gewassen in de wasmachine en
het water, wij hadden dus geen warm water, werd
verwarmd met een grote elektrische spiraal. Op de
wasmachine stond een handwringer. En maandag
was echt nog dé wasdag. In het begin toen ik eens
aan het wassen was, kwam de postbode langs en
die zei: "Je houdt het hier geen half jaar uit". Het is
anders gelopen! De postbode kwam toen nog twee
keer per dag en je kon hem gemakkelijk post mee
geven, dan hoefde je niet naar Den Burg om te pos
ten.
Als je naar buiten keek, kon je buurman Zuide-
wind zien melken, gewoon op een krukje in het
weiland onder de koe. Zijn huishoudster, 'tante
Truus', schrobde melkemmers altijd schoon nadat
ze geleegd waren. Bij Zuidewind en alle volgende
buren mocht ik altijd melk halen, eerst gewoon in
(coll. familie De Wilde)
een busje met een hengsel eraan. Die zijn niet
meer te koop en nu gaat de melk in een plastic
zuurkoolvat.
Zuidewind had ook een Fjordenpaard en een drie-
wieldekar, waar het paard vóór gespannen werd en
waarmee hij ruige mest mee uitreed.
Een andere buurman had een aantal kinderen en
met die kinderen werden de ingezaaide bieten
akkers handmatig van onkruid ontdaan. Als je dan
langs hen fietste, zag je een heel rijtje mensen, al
len op de knieën liggend gestaag vooruil schui
vend en het onkruid verwijderend.
Wij hebben besloten ons huis voor een deel in de
oude stijl te houden, onze wagenschuur is nog
steeds de wagenschuur zoals we hem aantroffen
toen we kwamen. We zijn nooit gecharmeerd ge
weest van glazen darsdcuren. De bouw van de
boerderij met zijn vierkant is goed te begrijpen als
je in de wagenschuur gaat slaan, want alles naar de
rieten kap is nog helemaal open.
De gierput is de oude gierput en dient tegenwoor
dig als een soort werkplaats en als plek om bij
mooi weer buiten te zitten en soms te eten. Dat al
les onder de door ons geplante en inmiddels be
schermde walnotenboom.
Een idyllisch plekje met uitzicht op een heerlijk,
tegenwoordig redelijk modern, huis.
Mies de Wilde-Stuurman
Nummer 97 december 2010
Historische Vereniging Texel
87