De bedstee voorbij Op terugweg vanaf "Ceres" naar Den Burg liepen we door dit weggetje. Blok van der Velden schilderde het in 1 970 Ons huis stond op de hoek van de Binnenburg. Het totale grondstuk liep tot aan de bocht in de Kantoorstraat en bestond uit zeven delen. Naar de Binnenburg toe was er allereerst een piepklein huisje, waarin Willem Verhoeven met Rozemarie woonde; ik kende haar alleen bij die naam. Naar de Binnenburg toe kwam er dan een tuintje en vervolgens het achterhuis, genaamd "het ate lier". De vorige eigenares, Sjaan Donker, had daar ooit een naai-atelier gehad. Dan kwam er een kel dertje met daarboven een tussenzoldertje en ver volgens het keukengedeelte, links gekoppeld aan de achterkamer en rechts aan een houten bijkeu ken. Verder naar voren toe was er dan de (deftige) voorkamer. Tenslotte was er aan de voorzijde een verhoogde slaapkamer boven een voor-reformato rische kelder, met daarnaast het winkelgedeelte, bereikbaar vanaf de bijkeuken langs het 'Jamin- hokje' via de zogeheten 'Blauwe Gang', waar tegel tjes in de buitenmuur zaten. Wij kwamen daar in 1935 te wonen, eerst in huur van Sjaan Donker, la ter in eigendom. Boven het gehele perceel waren twee grote zolders, de 'Klompenzolder' aan de achterkant, een slaap- en rommelzolder aan de voorkant, met daarvoor nog twee slaapkamertjes voor de dienstboden. En boven de zolders waren nog weer twee grote, wat gammele vlieringen. Op de achterste bewaarde ik naast mijn eierverzameling, mijn in de oorlog ge vonden schatten, zoals munitie, een helm, een gas masker en een bajonet. Toen bij een huiszoeking in 1945 deze militaria werden gevonden, zouden mijn ouders voor "Hotel Texel" gefusilleerd wor den, ware het niet dat een Duitse arts tussenbeide kwam en dat verhinderde. Mijn vader regelde wel eens een fles drank voor hem. In de voorkamer was dus aan de linkerkant de Kantoorstraat, aan de rechterkant waren 5 deuren. De middelste leidde via een smal gangetje naar de 'Blauwe Gang'. Aan beide zijden daarvan bevonden zich 2 fraaie deuren met houten knoppen. Daar achter waren oorspronkelijk bedsteden geweest, maar reeds in 1935 had men er legkasten van ge maakt. Op een plank stond mijn stenen aapje. Ik spaarde daarin halve centen tot het stuk viel en de halfjes tussen de naden van de planken vloer in het zand verdwenen. Hoe anders was dat op de boerderij van mijn grootouders van moeders kant in De Westen. Daar waren in de nette voorkamer nog echte bedsteden, waarin ik tijdens logeerpartijen met mijn neefjes 70 Historische Vereniging Texel Nummer 97, december 2010

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2010 | | pagina 72