jaren 60 waren er nog 200 boerenbedrijven. Aan
de Hoornderweg, waar vroeger 11 koeienboeren
zaten, zijn er nu nog 3 over. De boerderij "De Kamp"
verdient een pluim, zoals die er nu weer bij staat.
Na bijna 25 jaar aan het oog onttrokken geweest te
zijn door de erfbeplanting, is hij weer in volle luis
ter hersteld. De veranderingen in de agrarische
sector zijn bedrijfseconomisch gezien heel begrij
pelijk. Waar men vroeger van 20 melkkoeien kon
leven, moet men nu toch een veelvoud hiervan
hebben. Vaak moet hieraan nog een meerwaarde
gegeven worden door bijvoorbeeld kaas, kwark en
dergelijke te produceren. Of, zoals de "Novalis-
hoeve", door er een zorgboerderij van te maken.
Om even op die "Novalishoeve" in te gaan, ik blijf
het eeuwig zonde vinden dat hij is ontdaan van
zijn echte naam "Sint Donatus". Mijn voorouders,
mijn opa is daar geboren, hebben in de 19e eeuw
deze naam gegeven omdat de oude stolp door de
bliksem in vlammen opging. St. Donatus is hiervan
de beschermheilige. Dat de boerderij ontdaan is
van zijn naam die hij al ruim 100 jaar droeg, alleen
om hem als productnaam te gebruiken, vind ik
heel triest. De boerderij had mijns inziens best zijn
naam kunnen houden.
Door alle veranderingen zijn er ook minder koeien
in het land. Dat is toch een verarming van het land
schap. Waar ik zelf nog bijna 6 jaar aan meege
werkt heb, zijn cle dijkverzwaringen langs de gehele
waddenkant. Een grote ingreep in het landschap,
het recht trekken en afsnijden van bochten. Soms
mooi, maar heel zonde van ons prachtige strandje
"Ceres" wat daaraan is opgeofferd. Velen zullen het
met mij eens zijn dat dit toch wel het allermooiste
strandje was, zeker voor kleine kinderen.
En dan de ongeremde uitbreiding van het toe
risme. Zo'n 30 jaar geleden duurde het seizoen van
april tot oktober. Nu zitten we bijna het hele jaar
rond met een enorme hoeveelheid toeristen. Na
tuurlijk zijn we er allemaal financieel wel bij geva
ren. Maar we hebben ook heel veel ingeleverd.
Vroeger kon je in het najaar en de winter nog in
een café komen met alleen Tesselaars, dat is eigen
lijk over. Niet dat wij beter zijn, maar het gaf een
rustpunt in het jaar om met je eigen mensen onder
elkaar te zijn. Je kunt ook niet altijd blijven
groeien.
Je moet een keer durven zeggen: "Elet is genoeg
zo". We zijn de intimiteit van een eiland verloren
en dat is jammer. Die intimiteit van een eiland is
ook een van de redenen waarvoor de gasten naar
Texel komen. Laten we dan ook de moed hebben
om te zeggen: "Tot hier en niet verder". De wel
vaart is door het toerisme zeker toegenomen. Dit
bracht meer financiële armslag, een grote verschei
denheid aan winkels, café's en restaurants.
De saamhorigheid en burenhulp vind ik wel min
der geworden. Men leunt teveel op onze gemeente
en andere overheidsinstellingen, die door een over
maat aan regelgeving door de bomen het bos niet
meer zien.
Het voorzieningenniveau op Texel is heel redelijk,
zeker in de gezondheidszorg. De top van de ver
grijzing nadert hard, dus daar moet zeker aandacht
aan besteed worden. Het verpleeghuis is een goede
voorziening, maar het is te klein.
Ik vind het onbestaanbaar dat mensen die hier hun
hele leven lang al wonen en werken, door plaatsge
brek in Den Helder, Schagen en verder worden on
dergebracht; dal is ten hemelschreiend! Hoe lang
moet het nog duren voor hier iets aan gedaan
wordt? Een verdieping boven op het verpleeghuis
moet toch binnen een paar jaar gerealiseerd kun
nen worden?
Vroeger was er minder vertier, maar het vertier dat
er was, mocht er zijn, dat waren publiekstrekkers:
zoals de toneelverenigingen UDI en Sl. Jan, de
bioscoop van de dames Pen en de kermis, midden
in Den Burg. Andere grote evenementen waren het
concours-hippique op de ijsbaan en natuurlijk de
drukke lammerenmarkten. Toen was die markt op
maandag de dag voor bijna alle boeren om onder
het genot van een borrel en een sigaar zaken te
doen. Er werd wel eens teveel aan Bacchus geof
ferd, maar het was gezellig. Dat is nagenoeg ver
dwenen.
Voor de rest vind ik, ondanks dat ik het wel eens te
druk vind, dat we op een prachtig eiland leven.
Zelf altijd werkzaam op het land, geniet ik daar al
tijd van, zoals de soms prachtige zonsopgangen als
de dauw nog over het land ligt en de koeien en
schapen daar soms in lijken te zweven.
Tenslotte moet mij van het hart dat ik heel blij ben
dat ik hier geboren en getogen ben, al heb ik mijn
bedenkingen hoe het in de toekomst verder gaal
met ons eiland, waar al meer dan 400 jaar de roots
van mijn familie liggen en hopelijk ook nog lang
van mijn kinderen en kleinkinderen.
Als laatste feliciteer ik de Historische Vereniging
met hun 25-jarig bestaan en maak er 50 jaar van!
Veel succes toegewenst van
Henk Witte "De Baron"
Nummer 97 december 2010
Historische Vereniging Texel
65