Hoog opgeladen hooiwagen met ponter. Op de voor grond een Texelse hooischop. (colt. p. Bakker) de persoon van cle heer C. van Groningen gepropa geerd om vroeger te gaan maaien in verband met een betere voedingswaarde van het hooi. Door in voering van het op ruiters zetten van jong gemaaid hooi en het invoeren van ventilatoren onder de hooitas, kon zo beter hooi worden gewonnen. Na deel was dat het veel arbeid kostte. Het aantal tractoren nam sterk toe en in samen hang hiermee ook de aangebouwde werktuigen, zoals de maaibalk, de aftak-as aangedreven hooi- schudders en grasharken. Heel veel hooi werd door middel van de pick-up pers (ontwikkeld voor het persen van stro) in balen van 20 -30 kg geperst en snel in de schuur opgestapeld met gebruikma king van de transporteur, de jacobsladder. Om goed hooi te kunnen winnen bleef de afhanke lijkheid van het weer zeer groot. Er werden metho den ontwikkeld om sneller te kunnen oogsten, bij voorbeeld inkuilen van gras met behoud van een goede voedingswaarde en kwaliteit. Eén zo'n nieuwe methode was 'harclelanderi: bij cle silo werd het gras door een machine gekneusd en met toevoeging van melasse in de silo geblazen. Een volgende stap was het maaikneuzen van stam in kiepwagens en inkuilen met behulp van een kraan. Het nadeel van beide methoden was dat er veel wa ter werd versjouwd door het lage drogestofgehalte van het gras. Texelse hooischop (tekening SHBOT) Inmiddels komen we in de jaren zeventig en werd er een andere wijze van gras maaien uitgevonden: de cyclotnaaier, met grotere rijsnelheid en geen storingen. In kortere lijd konden zo meer hectares worden gemaaid. Het maken van voordroogkuilen deed zijn entree. Met opraapwagens werd het voor- gedroogde gras op rijkuilen gereden en met plastic en grond afgedekt. Toen kon er met kunst en vlieg werk maximaal acht tot negen hectare per dag ge maaid worden. Door het ontwikkelen van betere en bredere schudders en harken en het aanbouwen van kneuzers aan de cyclomaaiers en niet te verge ten de komst van de silagewagens en opraaphak- selaars, wordt de voederwinning op Texel nu voor bijna 100 in de vorm van voordrooggras gedaan. Voor de kleinere partijen kuilgras wordt tegen woordig vaak de grote vierkante of de ronde balen pers gebruikt. Door middel van een wikkelaar wor den deze balen met plastic folie luchtdicht afgesloten. In tegenstelling lot vroeger kan er dus nu door de ontwikkeling van andere methoden en machines per dag wel 20 hectare gras gemaaid worden. Nog steeds is de boer afhankelijk van het weer, maar hij kan bij goed weer heel snel werken! Klaas Eelrmn Nummer 97 december 2010 Historische Vereniging Texel 63

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2010 | | pagina 65