Een goede jut
De stolp van Kooiman met bloeiende perenboom
(coll. CMT)
- met of zonder handschoenen - om alles te laden,
te rijden en te lossen.
In De Waal werd in het Groene weggetje een op
slag, met een deftig woord het depot, gebouwd van
het materiaal wat vrij kwam van het oude RWS-
kantoor op 't Horntje. Dat werd eerst door de vrij
willigers gesloopt. Beheerder Haarsnra werd opge
volgd door Douwe de Vries en Pieler Jan
Plaatsman.
Inmiddels was de tijd rijp voor een naamswijzi
ging. Behalve de boerenwagens uit hel prilste begin
van het museum was er immers heel veel ander
materiaal verzameld, vooral uit het boerenbedrijf.
De "Stichting Agrarisch en Wagenmuseum" was
geboren.
Toen kwam de boerderij met woning van buurman
Kooiman te koop. Het museum toonde belangstel
ling, maar de erven wilden het graag openbaar ver
kopen. Besloten werd dat enkele bestuursleden na
mens het museum zouden bieden. Het werd in één
koop, woning, schuur en erf, verkocht aan het mu
seum. Niet alle Waalders vonden dat leuk, want
wat zou er met het huis gebeuren? Hel huis was
aan een opknapbeurt en modernisatie toe en het
museum kon een optie nemen op het schoolmees
tershuis. Die aankoop ging overigens niet door,
maar het huis van Kooiman werd verkocht. De
stolpschuur van buurman Kooiman werd ingericht
zoals rond 1900 geboerd en gewoond werd. Er
werd een lemen vloer in het hooivak en op de rij
ing aangebracht. Op het erf staat een oude peren
boom die ieder jaar in mei prachtig bloeit en vaak
een massa kleine peertjes produceert.
Op het achtererf werd een grote werkplaats ge
bouwd, voor restauratie- en onderhoudswerk. En
kele jaren geleden, na het gereed komen van een
nieuwe depot met werkplaats aan de Taagwaalder-
weg, werd de inmiddels 'oude' werkplaats bij het
museum als expositieruimte ingericht. Het depot
aan het Groene weggetje was inmiddels weer te
klein geworden en dat was aanleiding voor de
bouw van dat nieuwe depot aan de Laagwaalder-
weg. Dat werd gebouwd en ingericht volgens de
nieuwste inzichten van de Nederlandse Museum
vereniging en de museumconsulenten. Gelukkig
kwam daarvoor een aanzienlijke bijdrage van de
Gemeente Texel beschikbaar. Hel museum draait
nu dankzij bijna vijftig betrokken vrijwilligers, die
van vele markten thuis zijn.
Dit verhaal moet wel doorverteld worden. Want in
middels is de naam veranderd in "Cultuurhisto
risch Museum Texel". Dat dekt de lading beter.
M'n motief om dit verhaal te schrijven, is om te la
ten zien hoe de Texelse wortels van dit museum
zijn ontstaan. Want een boom zonder wortels
waait immers gauw om.
Riet Goeman-Smit
Het was juni 1975 dat ik een definitieve baan als
assistent-beheerder kreeg bij de ABN in de Park
straat. Daarvoor was ik in de regio Den Helder en
Anna Paulowna een soort 'vliegende keep', die in
viel waar het op dat moment nodig was. Vanaf dat
moment waren Coby en ik en onze zoon Marlijn
van ruim een jaar oud op zoek naar een huis op
Texel. Dat werd uiteindelijk de leegstaande televi
siewinkel van Jan van Wijngaarden aan de Heenrs-
kerckstraat 5 in Oudeschild. Jan had namelijk een
winkel in de Weverstraat geopend. Omdat de win
kel met werkplaats erachter omgebouwd moest
Nummer 97 december 2010
Historische Vereniging Texel
59