De Boerderij
De boerderij is "het Hooge", de schelf staat bij Kooiman op het erf. Wij woonden toen op "Molenhoeve". Mijn vader
Anne Terpstra maakte deze tekening met kleurpotloden die hij gekregen had van jetses.
De boerderij was een heerlijke plaats om te wonen.
Ja, je moest wel lopend naar school, niemand die
je wegbracht. Op de terugweg kon je fijn spelen,
bijvoorbeeld slootje springen. Midden in de sloot
lag een ton, daar sprong je eerst op en dan verder,
of.als je eraf gleed, terug. Je rode prutsok van
jaegerwol kon je uitslaan tegen een telefoonpaal...
Een feest voor alle buurtkinderen was de oogst. Al
lemaal graanschelven bij elkaar, wachtend op de
dorsmachine. Daar deden we verstoppertje en tik-
kie met elkaar, tussen de schelven door.
Ook aan de graskuil met een brede greppel er om
heen heb ik goede herinneringen. Met een ver
jaardag, denk ik, er was veel familie en gingen we
als kinderen over die greppel springen. Helaas, hoe
heeft mijn moeder haar geduld bewaard
sprong ik er meerdere keren in en haalde weer
schone kniekousen!
Het lange hek om het land heeft mij geleerd om op
een heel smal paadje te lopen. Totdat ik er een keer
wijdbeens op viel..., toen zat ik een hele tijd tegen
het hek.
Leuke herinneringen zijn ook de ratten. Bij buur
man Kooiman in de schuur, in T hooi of 't stro. Op
een ochtend kwamen alle mannen samen. Overalls
aan met touwen om de broekspijpen en mouwen,
gewapend met lange hooivorken. Een paar hondjes
om de ratten op te jagen, denk ik. Ergens in een
hoekje keken wij toe. Ze werden gevangen, maar
één was er toch in een broekspijp terecht geko
men nou dat was wat.
Het hooivak was ook leuk, een lang touw aan een
balk en dan vanaf de zoldering, zittend op de
knoop van hel touw je laten zwieren.
In de oorlog bij maanlicht naar een buurtavond bij
één van allen had ook zijn charme!
Nou, als je begint, waar eindig je?
Paula Brouwer-Terpstra
Nummer 97 december 2010
Historische Vereniging Texel
55