Opgroeien in de Gasthuisstraat en omgeving.
1 -sM/
Wij woonden op Gasthuisstraat 14 (nu nummer
36), de rechterhelft vanaf de weg gezien, met ne
gen personen. Het was een gezellig, kinderrijk
straatje waar altijd wat te zien of te spelen was. Ik
spreek nu van beginjaren 50. De Gasthuisstraat
liep tot het kruispunt Hollewal/Vogelenzang, daar
begon de Westerweg.
In het begin van de straat was de wolschuur van
Jaap Keijser. In de schuur werden de enorme wol
balen volgestampt om later op een wagen geladen
te worden. Voor die wagen werd een paard met
losse touwen gezet en zo werden de balen op de
wagen getrokken. Dan was er Eelmans kappers
zaak. In het voorste gedeelte schoor Arie de kapper
de heren. Daar mocht je op de bank zitten om te
kijken hoe vakkundig Arie het scheerzeep van de
wangen van de heren sneed en daar werden de
laatste nieuwtjes uitgewisseld. Achterin was het
domein van Marie en Jan Eelman. Hier werden de
dames geknipt en tot op het bot gekruld met enge
elektrische apparaten. Naast de kapper woonde de
familie van Heerwaarden, Willembuur, daar haal
den wij 's morgen de verse volle melk, die je af
roomde om slagroom te kloppen. Tegenover ons
was een schuur waar Jaap Boon, de ijscoman, zijn
wagen stalde. Als hij zondags terug kwam uit het
bos, hoopte je zo'n vijf cents ijsje te krijgen
Iets verder was de timmermansschuur van Cor Eel
man, later de firma Duin, waar ook altijd wat te
zien was en waar mijn broers zaagsel haalden voor
de schoenendoos waarin de uitgehaalde en uitge
blazen eieren werden bewaard.
Schuin hier tegenover was het meest interessante
bedrijf, dat van Jan Kiljan. De paarden werden hier
beslagen in de travaille (wij noemden het de 'trans-
valie')- Als er geen paard werd beslagen, konden
wij op de stangen gymmen. Ook werden de manen
en de staart gevlochten en versierd als er weer feest
was op het landje van Jac. Roeper aan de Hollewal,
waar A. de Wildt, met sigaar, de grote organisator
was. Dan stond je lang te wachten om zonder te
betalen op het feestterrein te glippen.
Het grootste feest was op 5 augustus, op de ver
jaardag van prinses Irene, dan was er een geweldig
vuurwerk.
Het "Gesticht van Weldadigheid" stond aan het be
gin van de Westerweg. Daar liep je als kind zo naar
binnen, het rook er vreemd. De meest bekende be
woners waren Antje van 't Hert en lange Ma, Reijer
en Glienus Boogaard. Van Houtwipper kregen we
altijd een plak uitgedroogde ontbijtkoek, toch at je
het op.
Achter ons huis was de Vogelenzang. Daar was een
geheimzinnige sloot, "de Zes" genaamd. Soms kon
je daar 's winters op schaatsen. Kiljan had aan de
weg vaak te repareren landbouwwerktuigen staan
waar je heerlijk op kon klimmen.
Het leven speelde zich voornamelijk op straat af.
Voor zo'n klein straatje was er toch heel wat bedrij
vigheid.
Ria Schraag-Zijm
Nummer 97 december 2010
Historische Vereniging Texel
51