"Het dorsmesien" Op verzoek van Dirk Hin, de vader van Kees, maakt Souw de Wijn tijdens de Tweede Wereldoorlog deze aquarel, met de graanschelven voor de ramen. Vóór de graanschelven een veld met blauwmaanzaad. Dirk Hin betaalde Souw met een mud tarwe. "Ze staan al op de Kerkeplaatsl", riepen we ver heugd als de dorsmachine van Cees van Corrie werd gesignaleerd. Dan renden we spoorslags van school naar huis. Wij waren dan gauw aan de beurt en dat was feest! Want met het dorsen van de klampen veranderde het leven op de boerderij totaal. Als de imposante rupstrekker, met de naam Caterpillar, de grote dorskast en de stro-pers op ons erf verschenen, gaf dat leven in de brouwerij. Grote machines, een man of tien over de vloer en veel gesteggel en la waai zouden in luttele dagen de klampenrij veran deren in een stroklamp, een kafhoop en vele zak ken graan. Die zakken werden later vervoerd naar de L.T.B.-pakhuizen in Oudeschild. Zakken van 80 kg! Toen hadden ze nog sterke ruggen! Als de zaak was opgesteld en de Caterpillar, nu als krachtbron, met de poelie via de aandrijfriem het hele spul in werk zette, begonnen tientallen wielen te draaien, begonnen zeven te schudden en de 'paardenkop' van de pers als een jaknikker te be wegen. Wanneer het geheel in een vaste cadans werkte en het manvolk op z'n plaats stond, kon het werk be ginnen. Wij konden dan van alles beleven: met de zakkenlift een paar keer op en neer, bij de stro-pers een ijzeren draad in de geleider steken of met de voeten in de blaaslucht van de kafpijp gaan staan, waarbij het kaf ons soms om de oren vloog. Maar het mooiste moment kwam als de klamp bijna ten einde was en er altijd een tiental ratten wegvluchtte. Dan hoorden we de gekste gillen en een keer zag ik dat een rat in een broekspijp van de opsteker verdween. Wanhopig probeerde de arme man met beide handen over zijn kuit het dier weg te wrijven! Tijdens het koffie-uur in de stal vertelde hij omstandig dat het gelukt was, maar hij verzekerde ons voortaan zijn broekspijpen dicht te knopen! Op slot was het feest voorbij en verdween het spul naar de volgende boer. Het ging daarbij over een wankele brug bij de dijk. De trekkerbestuurder be zag het geheel en suggereerde om maar te keren, maar Cees van Corrie, toevallig ter plekke, zei kor daat: "Dan doe ik het wel!" en besteeg de trekker. De brug kraakte vervaarlijk maar het liep goed af. Wij togen weer huiswaarts, waar een kaal erf het rustige leven weer aankondigde. Kees Hin Nummer 97 december 2010 Historische Vereniging Texel 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2010 | | pagina 43