De kooiplas, geschilderd door Cea Kiewiet, de dochter van Hans Kiewiet Staatsbosbeheer, onder voorwaarde dat Marius Eel- rnan, die bij hem werkte, in dienst zou komen van de Staat. Korver was een goede kooiker, maar hij had een hekel aan bramenplukkers. In de bramentijd vulde hij dan een rugspuit met creosoot en bespoot de braamstruiken daarmee om de bramenplukkers die de Verboden Toegangbordjes negeerden, weg te krijgen. Hij was doodsbenauwd dal ze de eenden in de kooi verstoorden. Later lieten we 's zomers wel bezoekers toe, dat waren allemaal geïnteresseerden. Ik ga zelf ook graag bij andere eendenkooien in Ne derland kijken. Ze zijn allemaal anders. Behalve de vangst, doe ik ook het onderhoud. Zo wil ik bijvoorbeeld geen blad op de paden hebben, dal ritselt en daar schrikken de eenden van. Ook loop ik altijd met een smeulende turf, om te voor komen dat de eenden me in de gaten hebben. Die turf komt uit het Bargerveen bij Emmer-Compas- cuum in zuidoost Drenthe. Liet riet voor de scher men haal ik met de auto uit Genemuiden. Die rietschermen langs de kooiplas en de vangpijpen moeten goed onderhouden worden. De staleenden, die permanent in de kooi zijn, lokken wilde een den. M'n kooikerhondjes lokken die nieuwsgierige wilde eenden vanaf de wal langs de rietmatten steeds verder de pijp in, tot vlak bij de vangkisl. Dan kom ik te voorschijn, ze kunnen niet terug en belanden in de vangkist. Daar sluit ik het deurtje. Ik ben heel selectief met het vangen: zoveel moge lijk woerden en soepeenden. De eendjes laat ik vliegen, die zorgen voor nageslacht. Omdat ik ie dere dag voer, broeden de eenden vaak in de buurt van de eendenkooi. Vroeger meer dan nu: tegen woordig is er met al die natuurprojecten meer rust- gelegenheid voor eenden gekomen. Op de bodem van de kooiplas ligt een geperforeerde buis. Daar wordt 's winters met een Norton pomp water door gespoeld, om te voorkomen dat de kooiplas be vriest. Dat werkt prima. Afgelopen winter pompte ik de hele nacht. Met de op de plas zwemmende eenden was dat voldoende om de plas ijsvrij te houden, 's Zomers raag ik die pijp met een pannen- spons, om alle smurrie eruit te krijgen. Iedere dag ga ik naar cle kooi om de eenden te voe ren. Als ik een keer niet kan, doet mijn vrouw Janke dat. Sander Legierse, m'n kleinzoon, volgt me op. Binnenkort gaat hij op voor zijn kooikers akte. Ja, net als voor jachtopziener heb je ook voor kooiker een akte nodig. Ik geniet iedere dag van de kooi en daar ga ik m'n hele leven mee door! Leo Daalder Nummer 97, december 2010 Historische Vereniging Texel 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2010 | | pagina 41