In mijn handen houd ik een Merovingische crema tie-urn, aangetroffen op 24 april 1966 na het gra ven van een sloot door het Merovingische grafveld aan de Akenbuurtsweg bij Oeperen. Ik was toen 17 jaar en enthousiast amateur-archeo loog. Het was in de nadagen van de ruilverkaveling en heel Texel bleek vol te liggen met scherven. Niet alleen ik, maar bijvoorveeld ook wijlen de heer N. de Jong uit Den Burg was geïnteresseerd in bodemvondsten. Rond 1956 stootte hij bij graafwerk ten behoeve van een te leggen elektriciteitskabel op een klein potje van enigszins zwart glimmend aardewerk, dat gevuld bleek met beenderresten en as. Alleen het potje nam de heer De Jong mee naar huis, waar hij het door de spade beschadigde urntje weer in elkaar lijmde. In de onmiddellijke nabijheid wer den flinke fragmenten van een tweede pol gevon den, maar verder niets meer. Tien jaar later werd in een door een dragline op dezelfde plaats gegraven greppel een beschadigde pot met crematieresten gevonden en in de weken daarna werden nog veel meer interessante vond sten gedaan. Een beschrijving daarvan hebben Wil Conijn en ik gegeven in het blad Westerheem, augustus 1966, blz. 97 - 100, met als titel "Verken ningen op Texel. Een Frankisch grafveld?" Gerrit G er rits Nummer 97 december 2010 Historische Vereniging Texel 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2010 | | pagina 25