Tessels prate Obligaties ten laste van groot vanaf Vrouw van Gerrit Hoek 4 gulden 1798 geleend geld Grietje Blankman 20 gulden 1798 geleend geld Jan Pietersz Knaap, Pieter Dirksz Daalder en Grietje Blankman waren ook erfgenamen. Tenslotte bezat de boedel nog een achtste part in 3 rinkelaars (loodsboten), met als schippers Jan Pietersz Krijnen, Pieter Jansz Duijnker en Leendert Kunst. Dit uitlenen van gelden via al dan niet onder handse obligaties was tot ver in de 19e eeuw ge bruikelijk op Texel. Hypotheekbanken waren im mers toen nog onbekend. De Assendelftse kast in de voorkamer was geen ty pisch Texels meubelstuk. Mogelijk is dit ook een herinnering aan de tijd dat Simon Walig comman deur was bij de rederij Claes Taan Zn. uit Zaan dam. Dergelijke beschilderde kasten kwamen vanaf ca 1760 in bemiddelde stedelijke milieus in de mode (Fock). Sieraden en zilver Trijntje Walig-Daalder had een gouden oorijzer en een stel gouden spelden, 2 paar gouden haken met weerhaken, een gouden ring met steentjes, een gouden ketlingbootje (slot), een paar gouden knoopjes, een 2-rijige bloedkoralen ketting met gouden boot, een kornalijnen kettinkje met een gouden bootje, een gouden tiphaak om de zilveren tasbeugel met zilveren schaartje en spelden kussentje aan zilveren kettinkjes aan haar ceintuur of rokband te hangen. En Simon Walig had een zil veren zakhorloge. Dat was meer dan menig Texelse boer en boerin. In veertig 18e eeuwse boedelbeschrijvingen van Texelse boeren waren er slechts 4 met gouden oor ijzers en slechts 3 boeren met zakhorloges. Texelse S1EK Aafie was geveld! Hoesten, proesten, niezen, snuiven, rochelen en reu telen en nog koortsig bovendien. Het was dan ook de normaalste zaak van de wereld dat Antje haar vriendin bijstond in deze moeilijke dagen. Net nu de winter uit de lucht was en de zon haar warmte weer liet voelen moest Aafie in bed blijven van de dokter. boerinnen hadden voornamelijk zilveren oorijzers. In de tien tot nu toe bekende boedelbeschrijvingen van walvisvaarders komen drie gouden oorijzers en 3 zilveren horloges voor. De eigenaren hiervan hadden stuk voor stuk veel reizen gemaakt en veel verdiend. Dit waren ook de walvisvaarders die in de zelfde periode als Klaas Daalder en Simon Walig commandeur waren. Er is nog meer onderzoek no dig om te kunnen concluderen dat schippers en stuurlieden meer horloges bezaten dan landrotten. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat de zeeva renden een horloge nodig hadden tijdens hun werk. Er was nog meer zilver in huis: 12 zilveren lepels en 6 vorken, 2 zilveren suikerstrooiers, naaldenko ker, kurkentrekker, eau-de-la-reine doosje, gespen, naairing, zilveren knoopjes, brilhaak, 3 kerkboe ken met zilveren sloten en 2 stel zilveren (mans)hemdrokknopen en nog wat klein zilver spul. Dat zilver is vergelijkbaar met wat gebruike lijk was bij de 18e eeuwse Texelse boeren en win keliers. Tot besluit Trijntje Daalder en haar man Simon Walig waren voor Texelse begrippen bemiddeld. Hun woonhuis met tuin en boet was hun eigendom. Hun kapitaal was belegd in land, obligaties en loodsschuiten. Hun land werd verpacht aan dorpsgenoten en hun spaargeld werd, ook na het overlijden van Simon Walig, steeds uitgeleend aan (bijna allemaal) dorpsgenoten. Hun inboedel bestond deels uit geërfde stukken. Wilina Eelman en Ineke Vonk-Uitgeest Bronnen en literatuur Noord-Hollands Archief, toegang 185 inv. 4911 W. Eelman, Boerenbouwkunst op Texel, Norg, 2010 C. Willemijn Fock (red), Het Nederlandse interieur in beeld 1600-1900Zwolle 2001 Mooi weer voor de 'tietelróósies en de nakende mon- netjes' zou Cees Hoekie sèège. Antje kwam al vroeg in de morgen en dan werd Aaf gewassen, kreeg een verschoning en samen gingen ze dan wat eten. Met de middag kwam ze weer en kookte het eten. En 's avonds bleef ze tot het slapen gaan. Zo bracht ze vele uren door bij haar blaffende vriendin. Op 'n middag kwam Antje helemaal stra- Nummer 96, september 2010 Historische Vereniging Texel 35

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2010 | | pagina 37