t lf Typ TUp (L>-a<\ vZhió<-f Orf schoonzoon van erfgenaam Piet Dirksz Daalder en buurman Remmert P. Kunst. De eerstgenoemde leende bedragen van 300 en 600 gulden, de buur man 15 gulden! Overlijden Trijntje Daalder De eerstvolgende akte waarin Trijntje weer wordt genoemd is op 7 maart 1798. Dat is alweer bijna zeven jaar na het overlijden van Simon. Het is een akte bij notaris Jan Star en hier machtigde zij haar neef Pieter Dirksz Daalder voor al haar zaken. Dit hield ook in dat hij haar financiële administratie voerde, zoals innen van landhuur, verhuren van land, vaste goederen verkopen, uit de hand of bij publieke veiling. Kortom, ze gaf al haar zaken die ze tot dan toe zelf had geregeld, over aan neef Pie ter. Het ging duidelijk niet goed met Trijntje. Anderhalve maand later, 20 april 1798, overleed Trijntje Klaas Daalder op circa vijfenzestigjarige leeftijd in de Herenstraat 49 aan Den Hoorn. De 23e april werd ze begraven in Den Hoorn. De afwikkeling van de boedel van Trijntje en Simon Op de dag van haar overlijden werd het huis gelijk verzegeld. De boedelinventarisatie vond bijna twee maanden later plaats. Op 18 en 19 juni liep notaris Jan Star door het huis en noteerde alles wat hij van belang vond voor de inventarisatie. In deze lijst is heel mooi de indeling van het huis te zien. In een apart artikel wordt een overzicht gegeven van deze indeling. Per vertrek zijn de daar aanwezige goede ren vermeld. De erfgenamen van Trijntjes kant waren al bekend. De erfgenamen van Simon nog niet. Zoals gemeld in het testament van 1773 zouden dat 'sijn naaste vrinden' zijn. Dat betekende zijn naaste familiele den. Zoals eerder vermeld waren zijn broer en twee zussen al overleden. Broer Cornelis was inmiddels ook in 1794 overleden. Zijn enige zoon was in 1777 verongelukt bij Groenland (rampjaar voor de walvisvaarders, veel schepen verongelukt, ruim 300 doden). De erfgenamen van Simon blijken de kinderen van zijn twee zusters te zijn. Ten eerste Grietje en Maarten Blankman, kinderen van zus Magdaleentje en Frederik Gerritsz Blankman. Ten tweede Corne lis, Martje en Aafje Kwak, kinderen van zus Antje die getrouwd was met Claas Claasz Quak. De ach ternaam was door notaris Star inmiddels iets ver eenvoudigd! Maarten Blankman was in 1786 in dienst van de VOC vertrokken naar Indië en sindsdien niet meer (Va..M (Y* <ji~ i' k i /oo. C ^c<jSLe. WJ tit ^1-1 r V Z c.Q-J? ,t ^77 O1 t y ézjJa O-ZAKA pb vic yt>Xj oXJtt-aJp tjyo 2 J (jt faa Ldi<~<^4. (7 {p.YfXX i Xcx_ eet, i-vt-* S tJ £+1 ^7 (OC Q iD, (V OLXA X ChaMtyC, C~t <*1 U-Aeyf i U7 Z A C*~t_ £ry> Akte van verzegeling 1 798. Foto Ineke Vonk-Uitgeest retour gekomen. Er waren wel berichten dat hij daar getrouwd zou zijn. De andere erfgenamen stellen Sietse Hoekstra en Jan Bakker, beiden uit Den Burg, aan om de zaken voor hem te beharti gen. Een jaar na het opmaken van de boedelinventaris werd op 26 juni 1799 een publieke veiling gehou den. Het huis, diverse stukken land, de parten in de loodsschuiten, meubilaire goederen en een paar obligaties gingen onder de hamer. Jan Pietersz Knaap liet het huis ophouden voor 685 gulden. In haar testament had Trijntje verklaard dat haar roe rende goederen niet openbaar werden verkocht. Maar wat verstond ze onder roerende goederen? Het meubilair en andere zaken gingen wel in de openbare verkoop. Maar het goud, zilver en de kle ding werden wel door de erfgenamen onderling verkocht. Was dit haar bedoeling? 30 Historische Vereniging Texel Nummer 96, september 2010

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2010 | | pagina 32