worden 'sijn naaste vrinden in den bloede, die als dan
in weesen, ende naaste volgens het Noordhollandsch
versterfregt als dan daartoe geregtigd sullen sijn'.
Trijntje stelt tot haar erfgenamen ten eerste haar
neef Jan Pietersz Knaap (zoon van Wijntje Daalder
enjacob Knaap) aan. Jan Pietersz Knaap heeft
recht op 1/3 gedeelte van haar nalatenschap. Ten
tweede haar neven Jacob Dirksz Daalder, Pieter
Dirksz Daalder en nicht Neeltje Dirkse Daalder. Zij
krijgen samen het resterende 2/3 deel. Dit zijn de
kinderen van Dirk Daalder en Trijntje Kramer en
Marritje List. Zoals eerder vermeld was Simon
voogd van Dirk en Neeltje. Hun andere halfbroer
Cornelis was inmiddels overleden.
Trijntje stelt nog wel dat uit haar helft van de nala
tenschap de Doopsgezinde Gemeente van Den
Hoorn, ter uitkeering an den selven Armbesorgers,
3000 gulden aan contante penningen moet krijgen.
En aan Vrouwtje Joost Hoek ook uit Den Hoorn
moet 500 gulden worden betaald.
Trijntje en Simon waren op dat moment niet arm
lastig. Boven aan de akte staat vermeld dat zij on
der de 50.000 gulden gegoed zijn. Dit betekend dat
hun vermogen niet ver beneden dit bedrag zal zijn
geweest, [omgerekend naar euro's in 2008: bijna
400.000 euro]Ter vergelijk: hun neef en één van
de erfgenamen, Pieter Dirksz Daalder en zijn
vrouw Jannetje Bakker, verklaarden in hun testa
ment van 1774 (meer over dit stel in het artikel
over de bewoningsgeschiedenis van Herenstraat
49) dat zij onder de 8.000 gulden gegoed waren.
En zij hadden net een erfenis ontvangen van zijn
vader en moeder waarin een paar stukken land en
een bakkerij zaten. Deze vergelijking geeft een idee
hoe vermogend Simon en Trijntje aan het eind van
Simon's loopbaan waren.
Handtekening Trijntje en Simon 1773.
Foto Ineke Vonk-Uitgeest
Terug naar Amsterdam. Hier komen ook weer al
lerlei vragen naar boven. Hoelang zijn ze samen in
Amsterdam geweest, wat hebben ze gedaan? Simon
moest ook zelf voor zijn bemanning zorgen. Is de
monstering in deze periode geweest? Ook weer de
zelfde vragen die bij het bezoek van Klaas Daalder
29 NHA 184/6890
30 NHA - 184/6889 en 6890
en zijn vrouw Marritje in 1734 aan Amsterdam
naar boven kwamen. Vragen waar je geen ant
woord op zult krijgen.
Eén ding is wel zeker: in de Amsterdamsche Cou
rant wordt vermeld dat op 20 april 1773 diverse
schepen vertrokken waren naar Groenland waar
onder de Texelaars Simon Maartensz Walig,
Lammert Rademaker enjacob Kok. Ook de bin
nenkomst wordt in deze krant gemeld: 28 augus
tus 1773 binnengekomen S.M. Wh lig 3 V135.Q uit
Groenland.
Deze laatste reis als commandeur was ook weer
succesvol en zonder schade goed afgelopen.
Terug in Den Hoorn
Trijntje en Simon woonden in deze periode tussen
de walvisvaarders. Aan de oostkant woonde com
mandeur Jacob Drijver en aan cle westkant (Heren
straat 53) woonde commandeur Gerrit Leendertsz
Smit. Toen Jacob Drijver in 1779 zijn huis verkocht
aan Simon Duinker de oude, bleek dat de bewoners
van dit huis de waterput en de achterpoort met
Trijntje en Simon moesten delen.29
Ook na de laatste reis als commandeur blijven
Trijntje en Simon hun geld beleggen in allerhande
zaken. Deze zaken hadden vrijwel allemaal een re
latie met Den Hoorn.
In mei 1774 werd op een publieke veiling 300 roe
den land van Pieter Jansz Duijnker gekocht. Het
land lag in de polder De Kuijl en kostte 710 gul
den. Op 6 juni 1781 wordt van Krijn Jansz Vaartjes
een stuk land in het Nieuweland gekocht voor 550
gulden.30 Deze landerijen en de al eerder aange
kochte stukken werden aan Hoornders ver
huurd.31
Simon had inmiddels een goede naam opgebouwd.
Zoals eerder vermeld, werd hij al twee keer als
voogd aangesteld. Ook de weeskamer van Den
Hoorn had vertrouwen in hem en benoemde hem
als weesmeester. Vanaf 1786 kom je hem in die
functie tegen in aktes.
Een voorbeeld hiervan is dat Simon als weesmees
ter op moest treden voor de minderjarige Jan Klik.
Zijn vader Albert Klik was in oktober 1784 als op
perstuurman op het schip 'de Onderneming' met
kapitein Olfert Oomes vanaf Texel vertrokken naar
Demarare (Guyana). Hij overleed in november
1785 aan boord. Op 25 november 1786 machtigde
Simon plaatsgenoot en stuurman Arien Cornelis
Klok om bij de Rekenmeesteren van de stad Am
sterdam voor zoon Jan Klik de gage en plunjezak
31 Zie boedelinventaris in apart artikel.
28
Historische Vereniging Texel
Nummer 96, september 2010