Detail van het middenpaneel van de voorkamerdeur.
Foto Wima Eelman
In de gang is een lambrisering van 18e eeuwse Har-
linger tegeltjes: witjes met zogenaamde grote
blommen en een randje van wat in Harlingen nom-
merstienen genoemd werd: een slinger van blad
werk met bloemen.
In de achterkamer zijn twee bedsteden en een
raam op het zuiden. Die achterkamer, of roze ka
mer, is volledig in roze uitgevoerd: appelbloesem-
roze, met mangaankleurige 18e eeuwse tegels uit
Harlingen: zogenaamde grote blommen en drie zo
genaamde kleine taferelen: Bijbeltegels, waaronder
Roze kamer. Foto A. Capitain-Bendien
Nummer 96, september 2010
Foto uit 1 962 of 1 963, kort na het verwijderen van de
klimop van de zuidmuur van de keuken. Rechts het
raam van de roze kamer. Collectie A. Capitain-Bendien
een met een engel die tot een man onder een boom
spreekt (Jeremia?). De Harlinger grote blommen
zijn vrijwel allemaal voorzien van een vliegend in
sect, het onderscheidend kenmerk van de Harlin
ger tegelschilders. In Harlingen begon de productie
van grote blommen in het begin van de 18e eeuw
en ook deze tegels dateren uit die tijd. Bij de res
tauratie in 1963 zijn enkele tegels vervangen. Nu is
onbekend welke dat waren, misschien de drie Bij
beltegels?
Maar deze appelbloesemroze verf is niet origineel.
Bij de bedstede naast het raam is aan de onderkant
te zien dat onder het daar nog aanwezige
19e eeuwse appelbloesemroze 18e eeuwse licht
grijsblauwe verf zit. In 1798 was er één bedstede in
deze roze kamer en die was voorzien van een ko
peren gordijnroe met een paar blauwe bedgordij
nen en val. In de 19e eeuw is er een 2e bedstee bij
geplaatst, naar het toenmalige model met
bedsteedeuren en een lager bed. Om daar in te
stappen was geen bedsteebankje meer nodig. Die
bedstede werd in twee tinten appelbloesemroze ge
verfd, zonder grondverf, regelrecht op het eiken
hout.
Een groot deel van de kamer is in de 20e eeuw
overgeschilderd in appelbloesemroze. Van dat
Historische Vereniging Texel 15