Johan Reydon tekende in 1962 drie schoorstenen in het huis: op de zolder vanaf de voorgevel boven de kamer in het 3e balkvak, boven het 2e balkvak van de achterkamer en tenslotte de nu nog be staande 18e eeuwse schouw in de keuken. Op zol der zit in de schoorsteen van die schouw een deur. Via die rookdeur konden hammen, worsten en een zij spek in de schoorsteen te roken gehangen wor den. In een boedelbeschrijving uit 1798 is sprake van een schoorsteenmantel met een staande ijzeren [haard]plaat en een [liggend] plaatbord in de voor kamer, een groen schoorsteenkleed in de achterka mer [een schouw] en tenslotte in het achterhuis, de huidige keuken, een haardschutje [voor de hui dige schouw] Doorsnede van het huis, in oktober 1962 getekend door Johan Reydon. De buitenmuur aan de oostkant van de voorkamer is ter hoogte van dat 3e balkvak gerepareerd met 19e eeuwse steen. Waarschijnlijk werd aan het eind van de 19e of het begin van de 20e eeuw die schouw met rookvang verwijderd en vervangen door kachelpijpen. Dat gebeurde vermoedelijk ook met de schouw in de roze achterkamer. Een geheime kamer De bedstedenwand achterin de voorkamer beslaat nu het 5e balkvak en het voorste gedeelte van het 6e balkvak. Die bedsteden zijn dieper dan de balk- vakdiepte van een normale bedstee. Als je onder de rechter bedstede duikt, is daar oude vliegenblauwe verf te zien en een restant van een tegelplint. De te- gelplint in de voorkamer dateert uit de eerste helft van de 18e eeuw. Dit duidt erop dat die bedsteden pas bij een latere verbouwing hier terecht gekomen zijn. Ze zitten ook op een gekke plek: normaal zijn bedsteden in een balkvak gebouwd: een muurtje of schotwerk tegen de ene plafondbalk vormt de ach terwand van de bedstee, de voorkant van de bed stee is tegen de volgende plafondbalk aangebracht. Die plint, de vreemde plek en de nieuwe achter wand wijzen erop dat die bedstedenwand, met ge schilderde panelen volgens 18e eeuwse mode, niet op de oorspronkelijke plek zit. De schouw in de keuken. Foto A. Capitain-Bendien Achter de huidige bedsteden, in het achterste deel van het 6e balkvak en in het 7e balkvak, is nu een badkamer. Toen de ouders van de huidige eige naars het huis in 1962 kochten was niets te zien van dat kamertje achter de bedsteden van de voor kamer: de toegang tot de huidige badkamer be stond toen nog niet en ook in de muur waren geen sporen te zien van een oudere, dichtgemetselde toegang tot die ruimte. Volgens overlevering heeft ooit iemand zich daar verhangen, bleef de haak met de strop achter en werd die ruimte afgesloten van de rest van het huis. In een inboedelbeschrij ving uit 1798 is niets te vinden wat daarmee in verband kan worden gebracht, ook kan daaruit niet opgemaakt worden of dat 1% balkvak toen deel uitmaakte van de voorkamer of dat die ge heime kamer toen al bestond. Wel was er toen een bedstedenwand in de voorkamer. Als die overleve ring op waarheid berust, lijkt het er op dat die ge beurtenis in een bedstee in het achterste balkvak van de toenmalige kamer (nu de badkamer) plaats vond. Daarna zijn de bedsteden naar voren ver plaatst en voorzien van een achterwand. Zo kon een geheime kamer gecreëerd worden zonder spo ren van een toegang. In 1962 waren er 19e eeuwse deuren voor de bed steden en de kast in de voorkamer. Deze bedsteden bevonden zich toen op een nog minder logische plek: halverwege het 5e balkvak tot halverwege het 6e balkvak. Nummer 96, september 2010 Historische Vereniging Texel 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2010 | | pagina 15