meer weten over de geschiedenis van dit huis. Des
ondanks bleef nog veel onbekend. Om maar met
een met de deur in huis te vallen: we weten niet
precies hoe oud het is. Sommigen menen dat het
oudste gedeelte in de 16e eeuw gebouwd is; met
uitzondering van de later vernieuwde voorgevel
houd ik het voorzichtig op het eind van de 16e
eeuw. Deze datering geldt voor het zeven balkvak-
ken diepe voorste gedeelte: de voorkamer aan de
straat, met de badkamer en het voorste gedeelte
van de gang.
Misschien heeft hier ooit een huis gestaan met
houten buitenwanden, misschien ook niet. Bij het
ontbreken van aanwijzingen in die richting, gaan
we er maar vanuit dat dit huis altijd stenen buiten
muren gehad heeft. In de oostelijke zijmuur waren
in 1962 in de 5e en 6e balkvak vanaf de Heren
straat twee dichtgemetselde ramen zichtbaar. In
het voorste dichtgemetselde raam zit een oeil-de-
boeuf, een zogenaamd koeienoog. Dat koeienoog is
aangebracht toen dat raam dichtgemetseld werd en
diende om nog enig daglicht binnen te laten.
Op een gedeelte van de muur tussen de huidige
badkamer en de daarachter gelegen roze kamer
blijven hardnekkige roetsporen telkens terugko
men. Daaronder is in die roetmuur een horizontale
balk ingemetseld. Deze combinatie lijkt het restant
van een stookplaats, gezien de hoogte van die balk
waarschijnlijk een schouw. Ook in de achterkamer
is die balk met roetsporen zichtbaar. Hiermee is
waarschijnlijk de oudste stookplaats van het pand
gelokaliseerd.
De Herenstraat in Den Hoorn, tussen het lage werfje
(links) en het hoge werfje (rechts).
Uit: A. Paagman-Bakker, Kroniek van Den Hoorn
Deze vondsten maken het heel waarschijnlijk dat
in het oorspronkelijke huis een (mogelijk) onver
warmd voorhuis aan de straat was, van drie balk-
vakken diep, met daarachter een kamer van vier
balkvakken diep, met twee ramen in de zijmuur en
een schouw tegen het midden van de achtermuur.
Ongetwijfeld waren er toen ook bedsteden in die
kamer. De meest logische plek hiervoor is tegen de
scheidingswand met het voorhuis, in het vierde
balkvak vanaf de straat. Mogelijk was er naast deze
kamer, in de huidige gang, nog een klein vertrek.
Onbekend is wat de functie van dat voorhuis was:
kroeg? winkel? Dit lijkt allebei mogelijk, gezien de
ligging van het huis tussen de Hoge Werf en de
Lage Werf aan de Herenstraat.
Deze bouwwijze, een meestal onverwarmd voor
huis met daarachter een kamer met stookgelegen-
heid, was in de 16e eeuw heel gewoon op Texel, in
Friesland en elders in het noorden van Holland
(Meischke et al, Janse en De Jong).
In het dak is scheepshout verwerkt. Zo troffen we
op zolder een nagelbank van ruim twee meter lang,
met daarin 5 nagelgaten, waarin 4 afgebroken kor-
vijnagels. Korvijnagels, houten pennen, worden op
zeilschepen gebruikt om touwen vast te zetten. De
plafondbalken van voorkamer en achterkamer lei
den eveneens een tweede leven. Net als elders op
Texel werd hier mogelijk ook scheepshout ge
bruikt.
De uitbreiding van het huis en de verbouwingen
Op een opmetingstekening van Johan Reydon uit
1962 is te zien dat de toenmalige achtergevel van
dit oudste gedeelte op de vlucht gebouwd is, dat
wil zeggen dat die gevel iets naar buiten helt. Het
middenhuis of binnenhaard, met daarin het achter
ste gedeelte van de gang, de roze achterkamer en
daaronder de kelder/souterrain, is als het ware te
gen het voorste, oudste deel van het huis geplakt.
De toenmalige timmerlieden maakten er geen pro
bleem van dat de achtergevel van het oude huis op
de vlucht gebouwd werd, dat werd op simpele
wijze in de dakconstructie opgenomen. Als we af
gaan op het materiaalgebruik en de bouwtrant zal
dat in de loop van de 17e eeuw gebeurd zijn. Daar
mee werd Herenstraat een 3-delig huis, met voor
huis, middenhuis en achterhuis, volkomen passend
in de toenmalige bouwtraditie (Meischke et al).
Ook daarna is er nogal wat verbouwd aan en in dit
pand. Dat maakt het echter niet minder waardevol.
Zulke verbouwingen waren altijd functioneel en
maken het nu mogelijk om de bouwhistorie van
dit pand grotendeels te reconstrueren.
Het dichtmetselen van de 2 ramen in de zijgevel
gebeurde in de 17e eeuw bij de bouw van de hui
dige achterkamer en keuken, of mogelijk in de eer
ste helft van de 18e eeuw, toen het huis grootscha
lig gemoderniseerd en verfraaid werd. Daarover
meer in het stukje over de rijke tijden.
12
Historische Vereniging Texel
Nummer 96, september 2010