ad 4: Hortje:
Hij is een hortje [tiêdje] weg= Hij is een tijdje weg.
Hij is de hort op hij is weg.
Mevrouw Amsing: "De rijkere hadde een hor, wee
hadde fliêgegaas!" Dit kwam mij bekend voor.
ad 5: Kor:
kortje volgens A. Boon, voormalig visserman uit
Oudeschild.
ad 6) Snor:
komt in het Middelnederlands niet voor. Ik voerde
ook het woordje 'por' op in de betekenis van duw.
De meeste Tesselaars zullen 'duw' [met de u van
'mus'] gebruiken, maar desgevraagd kreeg porretje
42%, portje 38% en 20% twijfelde,
ad 7) Skuur:
Tessels ook: boe(t) - boetje.
Opmerking:
Vuurtje-viertje. De heer de Vries noemde nog: "Je
viertjes [vuurtjes] brande nag.Dat zei zijn opa
toen een toerist de lichten van zijn auto het
branden nadat hij geparkeerd had. 'Vier' voor
'vuur' hoor je niet meer.
Conclusie:
Ik wil niet graag de kroniekschrijver van de teloor
gang van het Tessels dialect worden genoemd,
maar in ons dialect is een onomkeerbaar nivelle
ringsproces aan de gang. We kunnen dit betreuren,
maar niet tegenhouden. Door het verbuigings
lijstje an diminutiva (verkleinwoordjes) wordt het
genoemde nivelleringsproces duidelijk aan
getoond. Heeroma schetste een bepaalde situatie
in 1935 en zijn onderzoek was zeer gedegen
volgens Dr. S. Keyser, maar de vraag blijft of hij
net als ik voornamelijk 65+'ers heeft geïnterviewd
of een breder onderzoek heeft uitgevoerd onder de
Texelse bevolking. We kunnen het hem helaas niet
meer vragen. Naar mijn weten heeft hij geen
lijstjes gemaakt of uitzonderingen genoteerd en
toch zullen er toen ook al ABN woorden in het
Tessels gekropen zijn. Degenen die het dialect nog
liefhebben en spreken, moeten dit blijven doen. Er
is niets om je voor te schamen!
Over verwijzingen naar het Engels wil ik graag uit
Heeroma citeren [p. 135], 'Wie maar een klein
beetje Engels kent, zoekt altijd overeenkomsten met
zijn moedertaal. Misschien wordt men getroffen door
een toevallige overeenstemming tussen klank en soms
misschien ook door de spelling van het Engels en de
klanken van hun eigen dialect, maar men moet
voorzichtig zijn met zulke beweringen.
Ook ik verwijs soms naar Engelse woorden die
lijken op Tesselse, maar ik durf er zonder nader
onderzoek geen conclusies aan te verbinden.
Ik wil eindigen met nogmaals vrij te citeren uit
Heeroma: 'Enige argwaan tegenover de
[dialectonderzoeker] is nooit misplaatst. [Zijn
bevindingen zijn] het resultaat van een enkel
subjectieve onderzoeker'.
Dhr. K. H. Heeroma was waarschijnlijk de eerste
die over een grammaticaal aspect van het Tessels
dialect schreef. Hij werd geboren op Terschelling
in 1909. Deze zeer veelzijdige taalkundige promo
veerde in 1935 op het proefschrift Hollandse
Dialectstudies en werkte aan universiteiten in
onder andere Jakarta en Groningen als hoogleraar
taal- en letterkunde. Als dichter schreef hij onder
andere verzetspoëzie, onder het pseudoniem Muus
Jacobse. Hij overleed in 1972.
Bronnen:
Gie van Roosbroek: Schrijven zonder fouten, alles over
de spelling van de Nederlandse Taal, Uitgeverij Deltas:
1997
Gelein Jansen: Tessels Woordenboek met sèèggies,
Langeveld en de Rooij, Den Burg, 1993
Professor Henry Cecil Wyld: The Universal Dictionary of
the English Language; George Routledge Sons, Ltd;
1936
Chambers English Dictionary, Clays Ltd, St Ives plc
Van Dale; Groot Woordenboek der Nederlandse Taal,
1984 en 1999
Dr. A.A. Prins A History of English Phonemes, Leiden
University Press, 1984
Via Internet: International Phonetic Alpha bet,
J. Verdam: Middelnederlandsch Handwoordenboek,
Martinus Nijhoff's Gravenhage, 1981
Dr. S.Keyser Het Tessels, Leiden. Uitgeverij E.J. Brill
1951.
Via Internet: Nederlandse Taalunie; Taaladvies.net
Via Internet: Beeldbank Texel:Texelse Courant: Jaren
1929-1931 Dialectstukjes.
Jaap Bakker: Nederlands Rijmwoordenboek, Ooievaar,
Amsterdam, 200.
K. H. Heeroma: Hollandse Dialectstudies; J.B. Wolters'
Groningen-Balavia. 1935.
Drs. Enno Endt: Bargoens Woordenboek Bert Bakker,
Amsterdam, 1982
Eric Partridge: A Dictionary of Historical Slang. Penguin
Books, Aylesbury, 1972.
H. Sweet: Anglo-Saxon Primer; Oxford University Press,
London, 1970
J. Wright en E.M. Wright, Old English Grammar,
Oxford University Press, London, 1967
J. Wright en E.M. Wright, An elementary Middle English
Primer, OUP, London, 1967.
Eric Partridge; A dictionary of historical slang, Penguin
Books, Aylesbury, 1972
New Webster's Dictionary, Consolidated Book
Publishers, Chicago, 1975
Nummer 95 juni 2010
Historische Vereniging Texel
25