Vermoedelijk de zoon van Hendrik Kalf en Neehje
Kooiman.
Op 20-07-1850 ontslagen uit kol. I T. Verboom
Er was bij deze jongens niet zozeer sprake van misdaad,
maar eerder van armoede. Ze werden in een gezin ge
plaatst en redelijk verzorgd tot ze op eigen benen kon
den staan. Dirk heeft bij drie kolonisten ingewoond. De
reden voor deze verplaatsingen staat er niet bij.
Dirk Kalf ging naar zee
12 January 1854. Dirk Kalf des avonds bier, pas terug
gekomen van eene reis naar Java met Kapitein Veen-
stra.
Grietje: Dond: 12Januarij 1854. Gister avond is
D. Kalf van de reis naar Surabaya aangekomen, en
zooeven is hij bij ons geweest, hij heeft ons verteld dat
hij geene beste reis gehad heeft, maar dat hij stijve
vinger had, want hij had zijn vinger tusschen een
ijzeren blok en eene ketting, die er door da t blok ging,
vast gehouden.
27 October 1855. Naar Koen Kalf om daar den dood
van Dirk in Suriname bekend te maken.
Hendrik Roeper
Een ander geval was dat van de jonge Hendrik Roeper
(17-4-1839 Driehuizen, gestorven op 2-5-1888 te
Haarlem). Zijn ouders waren Cornelis Roeper en
Geertje Dekker, die tien kinderen kregen tussen 1837
en 1855, waarvan er vijf jong overleden. Behalve
Hendrik vertrok de familie naar Amerika, eerst zuster
Jantje met haar echtgenoot Arend Heerschap en hun
kinderen, later ook de anderen. Ze namen in 1871
hun oude moeder mee.
Hendrik wilde van jongs af niet deugen, wat hem een
verblijf in Ommerschans opleverde. Dat was iets heel
anders dan Frederiksoord- het was de gevreesde Straf
kolonie.
14 November 1855. Intusschen liet de Burgemeester
nog berigten dat Hendrik, de zoon van Cornelis Hen-
driksz Roeper, morgen naar Frederiksoord zou gaan
en of ik hem nog spreken wilde. Doch daar ik hem
laatstleden zaterdag namiddag reeds zeer ernstig had
toegesproken en ik nu geen tijd had, deed ik dit niet.
Deze knaap, 14 jaren oud, was reeds dikwijls van zijn
ouders weggeloopen, is een meester in liegen en la ter
ook in stelen. Onlangs was hij bij Jan Jansz Roeper
van de Veen onder Vennaningstijd ingebroken met
zijn kleine broer Pieter van 12 jaar en had daar be
halve eetwaar, 5 rijksdaalders weggenomen uit het
kabinet. Sedert had men hem door intermediair van
de Burgemeester uit de Haarlemmermeer terugge
haald. Zaterdag 1.1. kwam de vader met de beide kna
pen hier (op raad van de Burgemeester) toen hij ze
van de haven had gehaald.
Ik heb toen al het mogelijke gedaan om een diep be
rouw bij hen op te wekken en met hen om vergiffenis
gebeden. Zij waren daarbij wel zeer bewogen, maar
er was reden voor. Gaarne gebruikten zij vervolgens
hier een middagmaal. Dingsdags waren zij op cate-
chisa de.
Bevolkingsregister van de Maatschappij van Welda
digheid
Hendrik Roeper, geboren op 17-04-1841; plaats van
herkomst: Texel; godsdienst: hervormd; aangekomen
op 17-11-1855; ingeschreven in WHhelminaoord als
ingedeelde; vertrokken op 30-04-1856.
Bijzonderheden:
Aankomst in kolonie II, Wilhelminaoord.
Plaatsing: Armvoogden Texel.
Ingedeeld bij: kolonist WL. v.d. Laan kol. II; Ommers
chans; kolonist
W Hofman kol. II; kolonist D.B. Sap (of Siep) kol.II.
Bijzonderheden: Op 06-02-1856 gedeserteerd (v.cl
Laan). Op 13-02-1856 terug bij v.d. Laan; op 19-02-
1856 naar Ommerschans
Strafkolonie. Op 14-03-1856 terug bij Hofman en op
30-04-1856 gedeserteerd uit kolonie 11 (D.B. Sap of
Siep).
Ook daar was Hendrik blijkbaar opstandig, onver
standig, want deserteren maakt het verblijf daar niet
korter en zeker niet aangenamer!
Verder op het slechte pad
Huizinga noteerde het vervolg van Hendriks leven:
26 Augustus 1870. Hendrik C. Roeper hier, ontslagen
wegens ziekte uit de gevangenis te Leeuwarden waar
hij 4 en een half jaar gezeten had. Hij wil gaarne
25 gulden van de Gemeente voor uitrusting, om dienst
te nemen op een schip te Amsterdam, Hamburg of
Londen. Ik adresseer hem aan [diaken] Veenstra.
28 Augustus 1870. De Kerkeraad besluit (Burger
Diakens) om aan Hendrik Roeper een rood hembd en
broek te geven, en Veenstra enzovoort, willen voor
zichzelf wel iets bijdragen. Veenstra zendt mij daar
voor 2,50 gulden, Jacob Roeper 2,50 gulden, 1 gulden
van D.de Boer, Pieter Roeper 75 cents, Dominee Vren-
denberg 50 cents, e.a. Totaal 8,25 gulden, en nog
1 gulden van Pieter Boon, na veel praten (hij wilde
echter tot zulke zaken gaarne medewerken en ik mogt
vrij terugkomen, maar hij twijfelde of 't goed besteed
zou zijn), 5 gulden van SijbrandJans Keijser, Neeltje
Bakker, Jacob Kooiman, Joh. Keijser. Ik bragt deze
6 gulden aan de belanghebbende moeder en sprak
hem nog eens vermanend toe.
's Avoncb 2,50 gulden van Dominee Bakker en
50 cents van Pronl< die ik de dan reeeds vertrokkene
naar 't Oude Schild nazond (het werd mij echter den
volgenden dag terugbezorgd daar hij al vertrokken
was).
26
Historische Vereniging Texel
Nummer 94, april 2010