De laatste Texelse kappen
Ja, hel benne héél are tiede as toen wee kienders
wasse. As meisie spaarde wee voor een kap, maar teu-
geswoordig spaart het jonge volk voor een fiets!
Aaltje, een werklustig Texels vrouwtje, kijkt even
van haar breiwerk op. We knikken en denken on
derwijl: "Nu komt de kritiek"! Maar het blijlt uit.
We knopen bij deze aardige vergelijking aan:
"Maar een fiets, daar doe je niet je hele leven mee,
die kap van u zal toch wel
'Ja, zon kap als deze koop je maar één keer. Ik draag
hem al zeventig jaar! Nog maar acht vrouwen dragen
hem"!
Ah, nu komt het interview los en de interviewer
hoeft maar te luisteren. Hij had een tip gekregen:
"Man, maak nou es een plaatje van een vrouw met
een Texelse kap. Weet je hoeveel er nog maar zijn
Geen vijf-en-twintig, geen twintig"!
Texel is tien bij dertig kilometer, maar toch kon hij
het zonder lantaarntje stellen, toch hoefde hij geen
speurtocht naar een kap te beginnen, want alleman
kan hem het huisje wijzen, waar de bewoonster dit
sierlijke hoofddeksel nog in ere houdt.
Naar Texel trekt de 'vreemdeling' om de levens
wijze der vogels te bestuderen, om er te botanise
ren of om er te zonnen tussen de wiegende helm
en geloof maar, dat er achter die gordijntjes, achter
die heerlijke 'ik zie jou wél, maar jij ziet mij lekker
niet gevalletjes', daar bij de héle buurt, gemompeld
Frouwtje Busselman-Puiman (1843-1939)
Cerard en Suze van der Kooi, omoe Roeper, omoe Aaltje Koorn-Visser en omoe Van der Kooi-De Vries in 1943
Nummer 93, december 2009
Historische Vereniging Texel
3