Slippies, goppies en andere Tesselse verkleinwoordjes (deel i)
Inleiding
In de 90-er jaren schreef ik een ingezonden brief
naar het maandblad Onze Taal naar aanleiding van
de vraag van een lezer of sliplong nu met een p of
met een b geschreven moest worden. Als leraar En
gels zocht ik toen de bewijzen voor mijn p-theorie
aan deze én andere zijde van de Noordzee via de
zogenaamde 'lngveoonse link', dat wil zeggen ge
meenschappelijke kenmerken in Germaanse talen
en dialecten in de buurt van de Noordzee, zoals ge
constateerd door de Romeinse historicus Tacitus
(65-118). Dit lngveoons wordt ook wel Noordzee
Germaans genoemd. Sommigen denken dat het
'lngveoonse' gebied zich uitstrekte van de Elbe tot
de Somme. Ik sta nog wel achter mijn theorie van
toen, maar intussen heb ik wel het een en ander
hierover bijgeleerd. Het Groot Woordenboek der
Nederlandse Taal (de zogenaamde Dikke van Dale)
trouwens ook, want in de editie van 1984 komt
sliptong nog niet voor, maar in de editie van 1999
wel. Als dat gekomen is door mijn artikel, voel ik
me 'zó gróós os een ouwe aap', maar het is waar
schijnlijker dat er in 1999 een liefhebber van vis in
de redactie van de Van Dale zat. De achtergrond
van de samensteller(s) van woordenboeken bepaalt
mede de selectie van de woorden. Bij het beant
woorden van mijn vragen bleek de achtergrond
van de geïnterviewden ook een factor van belang.
Terug naar het woord 'slip'(pie). Zo geeft het woor
denboek van Wyld (1936) voor 'slip' onder andere
'a small, young sole'jtong]. Een woordenboek van
recenter datum, Chambers (1990) geeft ook voor
'slip' onder andere 'a small sole'. Alle voorbeelden
van 'slip' duiden op iets kleins.
Het werkwoord 'to slip' [Middle English 'slippen']
geeft onder andere 'to escape from'= ontsnappen.
Etymologisch zeer waarschijnlijk verwant aan hel
Nederlandse sluipen, in het Middelnederlands
(12e-16e eeuw) - niet synoniem met Ingveoons-
'slupen, sluypen'. 'Dore slupen' betekende 'aan de
mazen van het net ontsnappen'. Modern Nederlands:
'ergens ongemerkt in - of uitglippen'. Dat kan al
leen een klein visje, bijvoorbeeld een sliptong, 'een
slippie'.
Trouwens, als je het woord slib opzoekt in de
dikke Van Dale en leest, 'bezinksel of neerslag van
onzuivere stoffen uit een vloeistof', dan bestel je
nooit meer sliblong!
Ook de Nederlandse Taalunie geeft via Internet
'sliptong.'
Laatst zag ik in Callantsoog de sliptong weer eens
verkeerd aangeprezen door een restauranthouder.
Toen ik er eens over nadacht hoe ik iemand mis
schien aan de hand van het Tessels zou kunnen
uitleggen dat het sliptong moet zijn, bleek dat toch
niet zo eenvoudig te zijn. Natuurlijk is er in het
Tessels, net als in het ABN, een zekere wetmatig
heid bij de vorming van verkleinwoorden. Mevr
G.E. Dros slipte dit al eens aan in het blad van His
torische Vereniging Texel 1988 nr. 9 in 'Tessels pra-
te'. Wel, fan het iên kwam het aar - ik ben wat rij
tjes gaan maken en dat was wel leuk, maar toen ik
er later naslagwerken bij zocht, vond ik het na
tuurlijk leuker dat niemand mij voor was geweest.
Verkleinwoordjes zijn de krenten in de taaipap en
er is, naar mijn weten, geen Europese taal als de
onze met zoveel mogelijkheden tot het maken van
verkleinwoorden, die dan ook nog van betekenis
kunnen verschillen door de toon waarop ze wor
den uitgesproken. 'Een aardig huusie' kan slaan op
een fraaie villa, maar ook op een krol.
Verkleinwoordjes of diminutiva
In Hollandse Dialectstudies van K.H. Heeroma,
waarop hij promoveerde tot doctor in de Letteren
en Wijsbegeerte op 10 oktober 1935, lezen we over
de oorspronkelijke toestand van diminutiva in het
Noordhollands, dat hij een Frankisch dialect
noemt [p 96], het volgende:
A. -je of-tje na d. t, r, 1, n,
B. -je of -kje na k, g, ng
en verder
C. -ke na b, f, m, p, s
Van -ke* vindt men [in 1935] nog maar spaarzame
resten, meestal is het vervangen door -ie.
-je of -kje na velare klanken klanken die achter
in de keel gevormd worden) g, ch, k, en ng, werd
ie of -kie
Zonder voorafgaande -e- nooit -etje. Deze vorm
komt uit het zuiden.
Van mijn opmerking: van —ke* in het Tessels
van 2009 resteert alleen nog 'meike'.
Heeroma noemt de -pie vorm na een mniet.
Samengevat de hoofdregels (uitzonderingen wor
den helaas niet vermeld) van de vorming van Tes
selse verkleinwoordjes in 1935:
1. -je of -tje na d. t, r, 1, n.
2. -ie of -kie na k, g/ch, b, f, p, s.
3. -pie na m
Heeroma noemt het taalgebied langs de zee bijzon
der conservatief. 'Het weerspiegelt in de regel een
oudere taaltoestand. Noordhollands is het relict
dialect dat archaïsmen bewaart'. Zo zegt hij in
Nummer 93, december 2009
Historische Vereniging Texel
19