doordat de wieg toen nog door Jan List bezet was
en het gebruik van deze wieg niet door iedereen als
even belangrijk ervaren werd, is de wieg nooit
meer die kant opgegaan.
Het huwelijk van Jacob Roeper (15-12-1861), de
oudste broer van Johan Dirk Roeper (9-2-1869),
met Jannetje Bakker (31-7-1861) bleef kinderloos
en zij verhuisden in 1931 van Achtertune 2 naar
het ouderlijk huis aan de Kogerstraat 24. Hierna
zijn Jo Roeper en zijn gezin op de boerderij aan
Achtertune 2 gaan wonen.
In 1924 werd voor Dirk door zijn vader Johan de
boerderij Akenbuurt gekocht. Dirk ging hier na
zijn huwelijk op 28-05-1924 met Janna van Malde-
gem wonen.
Hier werden Magrieta Johanna (23-04-1925 -
24-01-1926), Jan (Jan Gerard 21-11-1926), Grieta
(Magrieta Johanna 25-01-1928) en Hans (Johan
Dirk 03-09-1929) geboren, die allen in de wieg
hebben gelegen.
Nelly (Neeltje Johanna 13-03-1932) heeft niet in
de wieg gelegen. Haar moeder had toen een kin
derwagen waarin de baby kon liggen en dat was
praktischer dan de wieg opnieuw te bekleden.
Ook Ireen (Irene Johanna Magrieta 20-04-1941)
heeft niet in de wieg gelegen. Waarschijnlijk omdat
het in de oorlog erg moeilijk was om aan stof te
komen. In deze tijd kwam er in het voorjaar een
"reiziger" (de heer Steneker) die voor de firma
Lunter werkte, op de fiets vanuil Friesland een
week lang naar Texel om bij de mensen bestellin
gen op te nemen. Terug in Friesland werd de be
stelling per post (of bode) verzonden en in de
herfst kwam Steneker langs om af te rekenen.
Eind januari 1959 ruilden Dirk en Janna van
woonruimte met Jan en zijn vrouw Douwie Blom
die na hun huwelijk op 2-2-1952 in de Dennen
woonden. Hun drie kinderen werden daar geboren.
Dirk en Janna verhuisden naar het Ruige Landje
(Rozendijk 21) en Jan en Douwie met hun gezin
naar Akenbuurt. In 1983 werd de stamhouder
(nieuwe lijn) Mark Jan Gerard Roeper geboren en
hij was na 54 jaar de eerste Roeper die weer op
Akenbuurt in de wieg lag.
Jacob Roeper (2-3-1903) en Grietje Mantje trouw
den op 27-05-1933 en woonden aan de Witte Krui-
slaan 7. Jacob Roeper boerde samen met zijn vader
aan de Kogerstraat. Jacob (15-2-1934) en Dirk
(5-6-1935) werden aan de Witte Kruislaan gebo
ren, in het witte huis, voor de huidige slijterij
Smidt-Witte.
In 1901 verhuisden Johan Roeper en Grietje Boon
naar Kogerstraat 24 waar zij in november 1935
tien dagen na elkaar overleden.
Jacob Roeper werd in 1936 eigenaar van Koger
straat 24. Hans (Johan Dirk 26-3-1937), Maarten
(25-10-1942) en Jan (Jan Sijbrand 27-6-1951) wer
den aan de Kogerstraat geboren. In 1955 werd tij
dens de ruilverkaveling het stalrecht overgeheveld
naar de Fenne waar een nieuwe boerderij gebouwd
werd. De agrarische bestemming op Kogerstraat 24
kwam hiermee te vervallen.
Grieta had een hechte band met haar oma en ook
met haar oom Jacob Roeper (1903). Tijdens de
zwangerschap van het eerste kind van Grietje
Mantje en Jacob Roeper (Jacob 15-2-1934) zijn
oma en Grieta op bezoek geweest om de wieg te
bewonderen. Grieta vond hem prachtig en tijdens
dit bezoek beloofde oma haar oudste kleindochter
dat de wieg later voor haar zou zijn.
Nadat Jacob Roeper de wieg in 1951/1952 na de
geboorte van Jan Sijbrand Roeper (27-06-1951)
helemaal had laten opknappen is hij de belofte van
zijn moeder nagekomen en heeft hij de wieg aan
Grieta geschonken.
Grieta trouwde op 10-02-1951Toen zij zwanger
was van haar eerste kind, was zij samen met haar
moeder bezig de wieg opnieuw te bekleden met
een zalmroze stof met bloemetjes. De bak van de
wieg stond in de kamer en werd als eerste gebruikt
door Teddy, de hond...
Haar beide zoons hebben in de wieg met de zalm
roze stof gelegen.
Voor haar derde zwangerschap wilde zij de wieg
opnieuw bekleden. Bij Lunter zag zij een schattig
roze met wit boerenbont ruitje. Omdat er voor de
wieg een aanzienlijke hoeveelheid stof nodig is en
deze roze ruit in totaal op 15,- zou komen, was
de koop gauw gesloten. Daarbij komt ook dat
blauw een kindje bleek doet lijken.
Tijdens de controle zag dokter Coutinho de roze
wieg en beloofde daar wel even een dochter in te
toveren. Er helemaal van uitgaande dat het een
dochter zou worden was tante Grieta op 30 decem
ber 1969 heel verbaasd dat het opnieuw een zoon
was en vroeg aan Oom Piet: "Hoe moet het nou he
ten?" Ze hadden alleen een meisjesnaam, Marieta.
Omdat de naam Frans wel goed klonk maar in het
verleden ene Frans Roeper zich van het leven had
beroofd, werd gekozen voor Hans en als tweede
naam Martin.
Nummer 93 december 2009
Historische Vereniging Texel
11