dat voor de SUYDERSEESE VUURBAKENS, de tekst
op de keerzijde rond een leeuw en het wapen van
Amsterdam luidt: IN HOLL 1704(?) EN WEST VL.
Verder zijn er drie letters ingestempeld: een H, een C
en een B die de initialen waren van de schipper van
wie dit lood was. (0 35 mm)
Ook gewichten vind ik veel, maar vaak zijn zij ruw
van vorm en ontbreken er merktekens. Het dateren
daarvan is erg moeilijk omdat lood al minstens 2000
jaar gebruikt wordt. Zéker heel oud zijn de loodjes
die als netverzwaring door vissers zijn gebruikt. Dit
zijn plaatjes die opgerold zijn en rond de rand van
een net aangebracht werden zoals nu nog gebeurt bij
de werpnetten van primitieve volken. (15 x 44 mm)
Tot slot laat ik een typisch Texels product zien
waarvan ik er inmiddels al tientallen heb opgeraapt
en die meestal net zo groot zijn als deze (0 45 mm.).
Het wordt een kaaslood genoemd; door dit op de
nog zachte kaas te leggen bleef er een afdruk achter:
Van wat later datum zijn de weeftouwgewichten,
waarmee draden op spanning werden gehouden en
spintolletjes die aan een stokje werden bevestigd en
waarmee men - al wandelend - wol kon spinnen.
Soms zijn deze versierd:
Een heel interessant voorwerp vond ik in de buurt
van Oudeschild. Ze worden wel eens vaker
gevonden, maar het is nog onduidelijk wat de functie
hiervan is geweest. Altijd staan er de letters Z en D
op met daaronder een jaartal in dit geval 1825.
Op de andere zijde is een soort code te lezen: 8:20
en 8 st(uivers).
Vermoedelijk is dit een tijdelijk betaalmiddel geweest
in de periode tussen 1818 en 1828 waarin het
muntstelsel gereorganiseerd werd. (20 x 25 mm.)
Dit is slechts een kleine keuze uit de vele
voorwerpen van lood die verloren of weggegooid
toch een deel van de geschiedenis uitmaken.
janjaap Wh ver ij n
24 Historische Vereniging Texel Nummer 91, juni 2009