ha&r
1 78 Verloste Slaaven Bedancken de E. Heeren Burgermeesteren van Amsterdam op het Stadthuijs voor haer
Verlossinghe. Collectie Rijksmuseum Amsterdam
op Texel. Zijn no.2 (Cornelis Ariens Baes) en 3
(Jan Cornelis Baes) wellicht familie van elkaar?
4. Jacob Dirksz Harder. Volgens het Archief van De
Staten van Zeeland (no. 1291, Exhibitum der
Gedeputeerde Staten dd. 8 januari 1676) voer hij
op het schip de Buis van Durgerdam. Dit schip
werd genomen op 6 december 1673. Harder,
geboren op Texel, daar getrouwd en nog woon
achtig, werd daarop naar Algiers vervoerd.
5. Marten Dirksz (FTN 3908). Het schip waar hij
op voer, de Erasmus onder schipper Oc. Kruijt-
hooft, werd in 1638 genomen. Dirksz werd als
opvarende naar Marokko gevoerd, waar hij nog in
1639 werd vermeld. Hij is er daarna gestorven.
Zijn functie aan boord was 'bosschieter' [Ineke
Vonk: "een ervaren matroos, belast met de
bediening van het geschut"].
6. Sjouke Dirksz, geboren in Friesland maar wonend
tot Oosterend, bedankt de kerkeraad van Den Hoorn
op 14 maart 1725 voor de intentie om financieel
bij te dragen aan zijn loskoping uit zijn slavernij
te Algiers. "God heeft hem echter sonderling op
andere wijse verlost". Zijn schip en bemanning
blijven onbekend.
Zie: notulen van de kerkeraad van Den Hoorn
(deel II),
7. Ouke Fredericxz (FTN 344) was, (volgens de
Bijlagen bij de Staten Generaal no. 6898),
schipper op het schip de Gouden Arent, dat in
1623 genomen werd. Hij werd daarop naar Negro
Ponte afgevoerd. Mogelijk is hij later naar Algiers
gebracht. Hij zat in 1626 nog gevangen. Zie voor
een mede-opvarende no. 19.
8. Cornelis Hendricksz Sandtboer (FTN 1971) was
ongetrouwd en stuurman op het schip de
Catharina en Christina van Amsterdam. Schipper
daarop was Jacob Dircksz van Catwijk op Zee, die
daar ook getrouwd was. Het schip werd genomen
op 1 juli 1679, het volk daarvan werd 3 weken
later, op 24 juli 1679, opgebracht naar Algiers,
waar Sandtboer op 28 februari 1680 als slaaf werd
vermeld.1 Behalve Sandtboer zaten nog 9 op
varenden van het schip gevangen, waaronder een
timmerman, Eelke Herckensz. In 1682 worden
een aantal opvarenden gelost [losgekocht], onder
wie de schipper, Foppe Haijes van Ameland en
Jacob Bruijn van Gothenburg. In de Ned.Herv.
kerk te Den Burg is een grafsteen bewaard van
Cornelis Reyersz Santboer, gestorven 28 januari
1627. Directe verwantschap is nog niet aangetoond.
1 Bronnen hiervoor zijn het oud/archief van Hoorn no. 475,
2572: Lyste van den schippers, stuerlieden, timmerlieden,
zeylnrakers, barbiers, vroulieden en jongens, ingesetenen van
den Staet der Vereenichde Nederlanden, op inlantsche sche
pen genomen en tot Algiers gevangen; eveneens de 'Specifique
liste van de ingesetenen van den Staet der Vereenigde Neder
landen gevangen tot Algiers, genoomen op scepen desselfs
ingesetenen toebehoort hebbende sedert den 17 maij 1672
tot in januarij 1680'. Zijn naam bij Neuman ook als
'Sandbers'. Zie voor de familienaam Sandtboer verder bij Dijt
II, 187 (Zandboer).
8
Historische Vereniging Texel
Nummer 91, juni 2009